'Andere kinderen slaan mijn dochter met takken. Waar zijn verdomme de ouders van deze teringlijers?

Persoonlijk Verhaal

'Andere kinderen slaan mijn dochter met takken. Waar zijn verdomme de ouders van deze teringlijers?

Nieuwe fiets vernield. Rugzak volgestopt met modder. Schoolwerk uitgestrooid in de bosjes. De dochter van Myrthe Hilkens (43) werd genadeloos gepest op school.

“Ochtendbuikpijn-kind verstopt achter slaapkamerdeur. Ook deze dag zal weer beginnen met de rituele dans tussen machteloze moeder en bange, boze dochter. Wachten op de eerste noten, verdrietklanken op een gesnikte maat. Ik zal zeggen dat ze echt naar school moet en zij zal – dikke tranen over kinderwangen – weigeren uit bed te komen.

Meneer Konijn luistert, als altijd, mee. ‘Kom, liefste, tijd om op te staan’, zeg ik voorzichtig. ‘Waarom zijn kinderen zo gemeen?’, vraagt ze. Ze wil een nieuwe school en andere klasgenoten. Wat kan het haar schelen dat ze moet leren? ‘Ik blijf wel gewoon dom.’ ‘Je bent niet dom’, antwoord ik. ‘Kutkind!’ Ze schreeuwt het bijna. Vloeken mag. Intense huilbui nu, ik kruip naast haar in bed. Kus voor de pijn, kus voor de woede, kus voor de moed. ‘Nog heel even volhouden’, hoor ik mezelf (alweer) zeggen, en dan wat neerslachtig geprevel over leerplichtambtenaren, gesprekken met de nieuwe schooldirectie en dat het nu eenmaal ingewikkeld is om halverwege het jaar te wisselen. ‘Maar ik vraag het al twee jaar, mam.’ ‘Ja, je vraagt het al twee jaar.’ Ochtendschuldgevoel-moeder.

Het leek zo mooi. Een lieflijk pleintje aan een rustige straat. Veel bomen, klimrek in primaire kleuren, dicht bij huis. Voor dit decor ruilden we de stad in voor een dorp. De perfecte school, wisten we zeker, dus lieten we onze dochter die eerste dagen met groot vertrouwen achter bij haar nieuwe juf en klasgenootjes. Knuffel voor het kleine kind. Een kop kleiner dan de rest, met haar lange, blonde haren, grote ogen en volle lippen. Aardig, zacht, eigenzinnig. Nog een knuffel. Meisje van astronautenpakken, van boeken lezen in handstand tegen de muur – ‘want astronauten moeten fit zijn en goed in taal’ – van skelters bouwen en tafels timmeren. ‘In de klas droomt ze over lege toiletrollen en hoe daar de perfecte raket van te maken’, schrijft de juf in een van de eerste rapporten. Aardige commentaren in krulhandschrift. Ons kind gedraagt zich goed en is sociaal. Ze knutselt liever dan ze leert. Mag, in groep een. Soms wil ze thuisblijven. Dan huilt of klaagt ze over kwaaltjes. Mag ook. Elk kind moet wennen zo’n eerste jaar, toch? En dan, op een zonovergoten dag, rinkelt de iPhone. ‘Vader School-plein’, staat er in het scherm. Misschien ben ik iets vergeten in haar rugzak te stoppen? Fruit, lunchtrommel, gymkleren? Ernstige stem. Heeft school al contact met ons opgenomen? Geen gemiste oproep, geen e-mail, niks. Wat is er? Het was een chaotische ochtend in het klaslokaal, vertelt ‘Vader Schoolplein’. Een jongetje, overweldigd door een driftbui. Gooide blokken naar het hoofd van een aantal ouders en verkocht daarna mijn kind een forse oplawaai. In haar buik. Hard ook. De jongen wacht een schorsing. School neemt vast nog contact op. En – oh ja – ga vooral even in gesprek met jullie dochter want ze wordt vaker gepest.

Schommelbank verstopt in bamboe. Ze zit in de zon, Meneer Konijn op schoot. Ze schudt al de hele middag driftig ‘nee’. Ze wordt niet gepest. Niemand sloeg haar in haar buik. Alles is gewoon goed. ‘Stop met vragen, mama.’ Op en neer naar de keuken voor limonade. Nieuwe poging. Ik vertel over de vader, over een aantal andere ouders dat berichten heeft gestuurd. ‘Liegen die grote mensen dan?’ Ze zwijgt en dan – opeens – breekt het verzet. Er wellen dikke tranen op in haar mooie, grote ogen. Ze schommelt huilend door, stamelt in kindertaal over ‘gepest’, dat het ‘pijn deed in haar buik’ en dat ze ‘niet meer naar school wil’. Op de vraag waarom ze niks heeft gezegd, antwoordt de dan bijna vijfjarige: ‘Omdat … als ik er niet over praat, bestaat het niet.’

Hart zegt krak, en zo klinkt het startschot van de doe-iets-want-ons-meisje-gaat-kapot-estafette. Gesprekken met ouders, directeur, leraren. Pestprotocol na pestprotocol wordt uit de kast getrokken. Van de Kanjer-training vliegen we door naar de ‘oeps’-brieven, nog meer gesprekken.  Volwassen mensen krijgen een aantal onmogelijke kinderen vast onder controle, denken we. Redelijk blijven en niet opgeven. Nieuwe fiets vernield. Rugzak volgestopt met modder. Schoolwerk zoeken in de bosjes, waar de treiteraars het uitstrooiden. Tranen, waterval, wanhoop. Nog meer van je Kanjer en je Oeps. Weer op gesprek. Het lijkt nu beter te gaan, toch?