Verlaten vrouw

‘Als de kinderen er niet waren geweest had ik mijn auto misschien wel in de vangrail gezet’

Ze deed zo haar best om de perfecte echtgenote en moeder te zijn, wat kon er nou helemaal misgaan tussen Sofia (36) en haar jeugdliefde?

WE LEERDEN ELKAAR KENNEN TOEN WE VIJFTIEN WAREN en een jaar later hadden we vaste verkering. Onze ouders waarschuwden ons: niet echt verstandig om je zo jong al te binden, maar we waren gek op elkaar en deden alles samen. Hij hielp me bij het leren van mijn eindexamen en daarna gingen we tegelijk studeren. Ik naar het hbo, hij naar de universiteit. Ik voelde me altijd zo op mijn gemak bij hem, hij gaf me het gevoel dat ik nooit alleen was. We wilden een groot gezin, hadden het weleens over vier of vijf kinderen en toen ik 25 was, trouwden we.
Maar toen op mijn 27ste onze eerste dochter werd geboren, vond ik het moeder­schap best een opgave. Het was even wennen dat al mijn vrienden in de kroeg stonden terwijl ik thuiszat met de baby. En toen ik vijf jaar later ongepland opnieuw zwanger raakte, wist ik niet of ik dat wel wilde. Nog een baby paste niet in onze plannen, we zouden eindelijk weer van alles gaan ondernemen met onze vrienden en dan zat ik op die reizen weer met een kleintje. Aan de andere kant: hadden wij niet altijd een groot gezin willen zijn? Deze baby moesten we zien als een cadeautje.
Intussen ging het als een speer met het bedrijf van mijn man. Voor mij betekende gezinsuitbreiding weer een stap terug in mijn carrière, voor hem een nog grotere motivatie hard te werken om zijn gezin te kunnen onderhouden. Hij was de hoogst ­opgeleide van ons tweeën. Ook al zaten we al ruim in de 21ste eeuw, op de een of andere manier leek het logisch dat ik het grootste deel van de zorg voor de kinderen op me nam. Niet dat we daar concrete afspraken over hebben gemaakt, het groeide zo. En ik vond het fijn om er zo veel mogelijk voor ze te zijn. Ik ben nu eenmaal een controlfreak: niemand die beter wist wat de kleintjes nodig hadden.
Hij kreeg het drukker en drukker. Er kwamen problemen met het personeel, daarnaast onderging hij een operatie waardoor hij zich maandenlang futloos voelde. In de weekenden was hij nog maar lastig zijn bed uit te krijgen, hij deed nauwelijks nog iets met de kinderen. Ik vroeg weleens of hem iets dwarszat, maar op die vraag kreeg ik eigenlijk niet echt antwoord. En als je zo lang samen bent, ontstaat er zonder dat je het in de gaten hebt een bepaalde acceptatie van de onderlinge verschillen. Hij was nu eenmaal de binnen­vetter, ik de prater. Daar zou ik weinig aan kunnen veranderen. Soms maalde het in mijn hoofd: in zijn familie kwamen veel scheidingen voor, waarbij het vooral de vrouwen waren die verlaten werden. Dat zou ons toch niet overkomen? Maar nee, stelde ik mezelf dan gerust, zo is hij niet. Hij heeft gewoon veel aan zijn hoofd, hij is niet fit. Ik viel in die zo typische valkuil waarbij ik­ ­excuses ging bedenken voor zijn gedrag. Tegelijkertijd probeerde ik het beeld dat hij van een ideale vrouw kon hebben, zo goed mogelijk te benaderen. Mij zag je niet met een joggingbroek op de bank en als ik eens een zondag geen make-up droeg, moest daar echt een heel goede reden voor zijn.
Toen ik 39 weken zwanger was van ons eerste kind, betrapte ik hem eens toen hij in chatrooms geile fantasieën stuurde naar onbekende vrouwen. Ik heb geen scène gemaakt, maar gewoon gezegd: kappen daarmee. En toen was het klaar. Dacht ik.

Vlak voor de avond waarop een jaar geleden de bom barstte, maakten we nog plannen voor een nieuw huis. Het ging goed met de zaak, hij had gevraagd: wat dacht je van verhuizen? ‘Of een droomreis met z’n vieren naar Azië?’ En hoe makkelijk lukte het me om al mijn speculaties van me af tezetten en gewoon verder te leven, dat deden we immers al sinds onze pubertijd. Waarom zou iets wat ons leven lang al goed werkte, ineens niet meer lukken? Het was een vrijdagavond, de kinderen lagen al op bed. We zaten met zijn tweeën bij de open haard met een kopje thee. Hij was druk op zijn telefoon en ineens hoorde ik mezelf vragen: ‘Heb je soms iets met een andere vrouw?’ Ik was er helemaal van overtuigd dat hij me lachend zou aankijken en zou zeggen: ‘Hoe kom je daar nou bij?’ Maar dat gebeurde niet. ‘Ja, dat klopt’,antwoordde hij. Ik voelde een steek in mijn maag, stond op, misschien verwachtte ik daar meer overwicht mee te creëren.
Altijd had ik gedacht dat de bedreiging uit de hoek van knappe jonge meiden zou komen, twintigers die onder de indruk zouden zijn van zijn vermogen en grote auto’s. Nu was het een vrouw van mijn leeftijd met een waanzinnige carrière en een bedrijf nog groter dan dat van hem. Ik barstte in huilen uit. ‘Het stelt niet veel voor’, zei hij. ‘We zijn gewoon een paar keer gaan lunchen en een keer heb ik tijdens een wandeling haar hand vastgehouden.’ Maar ik voelde me verraden en schoot meteen in de actiemodus. Dit ging mij niet overkomen. Natuurlijk ging hij mij niet verlaten. Er mislukte immers nooit iets in mijn leven. In Rome, waar we meteen een weekend later naartoe vlogen om elkaar opnieuw te vinden, hadden we een geweldige tijd. Heerlijke sex, lange wandelingen. En weer dacht ik de crisis bezworen te hebben. Tot de laatste avond. ‘Weet ik nu alles?’ vroeg ik. En alsof hij op dat moment had gewacht, antwoordde hij: ‘Nee.’ Hun affaire duurde al veel langer, negen maanden om precies te zijn: etentjes, hotelafspraakjes, lunches. Hij kon zo goed praten met haar. Praten?, dacht ik. Ik was toch de prater van ons beiden? ‘Dan is ons huwelijk nu voorbij’, zei ik.
Een moment later al kreeg ik spijt. Misschien was het allemaal mijn schuld. Misschien was ik gewoon niet zo’n leuke vrouw. Moesten we niet in therapie? Drie dagen later koos hij voor mij en de kinderen, maar weer 48 uur later kwam ik erachter dat hij die vrouw in de tussentijd weer gewoon had gezien.
Het was zes uur ’s ochtends toen ik hem mijn bed en ons huis uitgooide. Buiten het zicht van de gealarmeerde kinderen heb ik hem een klap in zijn gezicht gegeven en scheldwoorden naar zijn hoofd geslingerd die ik niet graag herhaal. Een kwartier later heb ik de oppas gebeld, die onmiddellijk kon komen. Zelf ben ik een rondje gaan rijden. De kinderen waren negen en vijf, als zij er niet waren geweest had ik mijn auto misschien wel in de vangrail gezet. ’s Middags heb ik al zijn spullen gepakt en buiten op de stoep gezet. Hij protesteerde, zo grof hoefde het toch niet te gaan? ‘Jij hebt van mij een alleenstaande moeder gemaakt’, antwoordde ik. ‘Dat is pas grof.’ Dit is nu een jaar geleden. Ik heb het er nog steeds moeilijk mee, probeer mijn tranen in te houden als de kinderen er zijn, maar dat lukt niet altijd. Mijn dochter zei laatst: ‘Ik wil papa niet op mijn tiende verjaardag, want dan word jij weer verdrietig.’ Mijn gezin is kapot. De weekenden vind ik het zwaarst, als ik alle blije gezinnen zie. Aan de andere kant: hoe blij zijn die eigenlijk echt?”

Worstel je met suïcidale gedachten of maak je je zorgen om iemand anders? Praat er dan over. Bel 113 of ga naar www.113.nl. Stichting Zelfmoordpreventie is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar.

TRENDING