‘Houden ván, deed ik alleen van hem’

Verlaten vrouw

‘Houden ván, deed ik alleen van hem’

Welke wending het leven ook zou nemen, Esmé (32) en haar vriend zouden alle stormen doorstaan en gewoon lekker oud worden samen.

“We waren allebei 23 toen we elkaar ontmoetten op Curaçao. Ik liep daar stage, hij volgde er een opleiding, en al vrij snel merkte ik dat hij een man was met wie ik kon omgaan als met vriendinnen. Ik hoefde niets op te houden, me niet charmanter of leuker voor te doen dan ik was. Er ontstond tussen ons meteen een vertrouwelijkheid waarbij het er niet langer toe deed of mijn haar in de krul zat en mijn eyeliner recht. Hij nam me mee uit eten, was belang­stellend en onthield alles wat ik zei. Zelfs die typische meidendingen zoals kletsen over sex en collega’s kon ik met hem. Tegen de tijd dat we allebei terug naar Nederland gingen, was het dik aan.
In de beginjaren woonden we allebei nog thuis en waren we om en om een weekend bij zijn ouders of die van mij. Maar na een zeven maanden lange wereldreis waren we zo aan elkaar gehecht geraakt dat we besloten te gaan samenwonen. Dat ging acht jaar lang perfect. Iedere avond gingen we tegelijk naar bed en er was niet één nacht dat we niet in elkaars armen in slaap vielen. ’s Ochtends voor we de deur uitgingen, zeiden we altijd: ‘Have an amazing day’ – soms oprecht, soms met ironie, maar altijd omdat we elkaar het beste gunden. Er waren stellen in onze omgeving waarvan ik me afvroeg of die het zouden gaan redden vanwege al hun ruzietjes, en telkens dacht ik: wat er ook gebeurt, hij en ik komen er wel uit. Acht jaar samen, wordt het geen sleur, schoot het af en toe door mijn hoofd. Maar meer omdat het getal acht daar om vroeg dan dat ik me echt zorgen maakte. Wij hadden nooit ruzie en konden altijd met alles bij elkaar terecht.
Aan het einde van die acht jaar kreeg ik steeds meer behoefte aan weer een nieuwe reis. Hij wilde juist voorrang geven aan zijn carrière, maar toen ik drie maanden vrijwilligerswerk in Costa Rica kon gaan doen, besloot hij onmiddellijk een maand langs te zullen komen.
Het weekend voordat ik vertrok, at ik op vrijdag­avond met vriendinnen en had hij nog een borrel van zijn werk. Zaterdag en zondag zouden we gezellig samen doorbrengen. Nog even de dingetjes doen die we altijd deden: naar ons vaste ontbijttentje, door de stad lopen en de zee goedendag wensen. Niks bijzonders, maar ineens speciaal omdat ik drie maanden weg zou zijn. Tijdens mijn etentje stuurde hij geen berichtjes. Meestal kreeg ik elke paar uur wel een appje of een foto, maar nu niks. Het gekke was dat me dit meteen opviel, ik geloof dat ik er nog een opmerking over heb gemaakt tegen mijn vriendinnen, die natuurlijk meteen mijn verbazing ontzenuwden. Ha, je hebt het wel over jouw vriend hè, de meest lieve en loyale man van het westelijk halfrond.
Toen ik rond elf uur thuiskwam, was het donker. De borrel was kennelijk nogal uitgelopen en hij was nog weg, wat ik niet zo aardig vond: het was immers mijn laatste weekend. Om vijf uur ’s ochtends schrok ik wakker. Hij was er nog steeds niet. En toen ik een uur later de slaapkamerdeur hoorde opengaan en hij zo zacht ­mogelijk naast me in bed schoof, huiverde ik over mijn hele lichaam. Er was iets helemaal mis. Normaal zou hij een appje hebben gestuurd dat-ie later was, zou hij mij hebben omhelsd als-ie eindelijk naast me lag. Maar ik deed of ik sliep en hij draaide meteen zijn rug naar me toe.