Vandaag is het Wereld Suïcide Preventie Dag. Marjolijn van Kooten (50) liep lange tijd rond met het voornemen om zelf een einde aan haar leven te maken.
Ze vertelt erover voor de bewustzijnscampagne 1K Z1E J3 (Ik Zie Je) van www.113.nl.

Marjolijn (50) was lange tijd depressief: 'Ik zag de dood als nooduitgang'
Depressie
“Het begon toen ik een jaar of 25 was. Ik kreeg last van depressie en angsten. Achteraf bleek dat veel mensen daar in die periode van hun leven last van krijgen, maar toen dacht ik dat ik de enige was. Ik had geen idee wat er gebeurde; ik was altijd vrolijk geweest, ik hield van uitgaan, was extravert, maar ineens durfde ik van de een op andere dag de trein niet meer in naar mijn zaterdagbaantje. Dan stond ik op het perron, zag een trein naderen en kon alleen maar denken: als ik instap, kan ik er niet meer uit als ik dat wil. Dat ik gedwongen werd te blijven zitten tot de machinist besloot dat het tijd was om te stoppen, was ineens onverdraaglijk. Als de trein vol was, was het nog verstikkender. Dan wachtte ik op een volgende, maar na een tijdje werkte dat ook niet meer. Ik werd misselijk, begon te transpireren, ik was bang dat ik zo maar ineens zou moeten poepen, en niet op tijd de wc zou halen.
Ik begon uitvluchten te bedenken om niet naar mijn werk of de universiteit te hoeven gaan. Een duidelijke aanleiding voor mijn plotselinge angsten was er niet. Hooguit een optelsom van een verkeerde studiekeuze, een slecht lopende relatie en samenwonen in een stad waar ik verder niemand kende. En was het nou maar bij die trein-vrees gebleven, maar mijn angsten breidden zich uit en raakten alles aan wat ik was en deed. De jazzfestivals die ik altijd vol overgave bezocht, begonnen me ineens tegen te staan door de mensenmassa’s. Ik kreeg paniekaanvallen, ging naar huis en mijn vriend werd boos. Nu denk ik, wat had het geholpen, als hij me toen serieus had genomen, als hij had geprobeerd er samen met mij achter te komen wat er aan de hand was met me?
Steeds angstiger
Ik werd steeds angstiger, herkende mezelf niet meer. Wie was ik geworden? Een zielige stumper die niet eens meer durfde uitgaan met haar vrienden. De ergernis van mijn vriend begreep ik helemaal. Aan de andere kant, hoe kon hij zo bot reageren? Alsof ikzelf niet liever de hele avond danste, in plaats van sukkelig in mijn eentje op de bank te hangen. Serieus genomen worden, aandacht voor mijn klachten. Zelfs mijn huisarts kon het destijds niet opbrengen en stuurde me weg met het advies een paar dagen vroeg naar bed te gaan. Niet lang daarna kwam ik helemaal mijn bed niet meer uit. Uiteindelijk kon ik terecht bij de dagbehandeling waar ik een jaar ben geweest. Ik ontmoette er begrip en lotgenoten met wie ik kon lachen, maar na afloop waren mijn klachten nog niet over.
Dat was het moment dat ik mezelf een belofte deed: als ik een jaar lang iedere dag er niet meer wilde zijn, mocht ik dood van mezelf. Dan had ik daar recht op. En misschien, meende ik, was om de dag dood willen ook al genoeg. Vanaf die dag schreef ik dagelijks in mijn dagboek hoe ik me voelde. Aan het eind van het een jaar zou ik alle slechte dagen optellen en de uitkomst van deze rekensom zou mijn lot bepalen. De harde feiten zouden me helpen om mijn besluit te beargumenteren in de brieven naar vrienden en familie. Ik kon zeggen: ‘Zie je deze som, ik heb het geprobeerd, maar ik kan echt niet meer’.
Dagboek
Vreemd eigenlijk, hoe het oordeel van mijn omgeving ook in mijn zwartste dagen zo belangrijk bleef. Ik wilde verantwoording afleggen, nota bene aan hen die al die tijd hadden laten blijken geen bal te begrijpen van wat me mankeerde. Zoals die heel goede vriendin die altijd heel begripvol was, maar op een keer verontwaardigd uitriep: ‘Kun je die angst nou niet één keer onderdrukken?. In mijn dagboek begon ik te schrijven: ’26 dec. 2000, mijn laatste kerst.’ En, een dag later: ‘Ik zal blij zijn als het straks allemaal over is.’ Ik had nog niet precies uitgevogeld hoe ik een einde aan mijn leven zou maken, maar dat leek me het minst grote probleem. Als ik zou willen, had ik morgen alles in huis.
Met een vriendin sprak ik af dat ze al mijn dagboeken uit mijn huis zou halen als het zover was. Maar gek genoeg, knapte ik op van het idee dat ik mijn eigen einde onder controle had. In mijn dagboek schreef ik na een paar maanden: ‘Wat maakt het uit als ik straks in een overvolle trein overgeef, ik ben er straks toch niet meer.’ Eigenlijk was ik mijn eigen redding; niet die paar vriendinnen die me van mijn doodswens probeerden af te helpen door te zeggen dat ik onmisbaar was. Ik dacht altijd, ach, als ik er niet meer ben, komt er wel weer een andere vriendin voor jullie.
Dood als nooduitgang
Wat wel veel had uitgemaakt als mijn omgeving in de hele breedte, dus mijn vrienden, familie en ook mijn werkgever, in een veel vroeger stadium had erkend dat er iets flink mis was met me. Dat depressies en angsten een fatale afloop kunnen hebben. Nu zeiden ze: ‘Stel je niet zo aan, kom gewoon mee, kleed je aan, sta op.’ Hadden ze ook zo gereageerd als ik van een krukje was gevallen en mijn enkel had gebroken? Grote kans dat ik dan net zoals later na mijn herniaoperatie, overladen was met fruitmanden en kaartjes.
En hoewel er nu, twintig jaar later, veel meer kennis is over angst en depressie, overheersen schaamte en onbegrip nog steeds. Ik wilde dood, ja. Het was niet dat ik niet meer wilde leven, maar ik wilde dít leven niet. Het was me te zwaar. Intussen gaat het veel beter. Als cabaretière maak ik geestige voorstellingen over angsten en depressies en ik heb een heel leuke man, die me snapt. Als ik met hem praat ‘verdunnen’ als het ware ogenblikkelijk mijn klachten. De dood zie ik als een nooduitgang die ik nog nooit heb hoeven te gebruiken, al flitst het eens in de zoveel tijd nog steeds door me heen: als ik het niet red, kan ik er altijd nog uitstappen.’
Marjolijn van Kooten is cabaretière, en reist dit najaar en deze winter met haar voorstelling Ongestoord door heel Nederland.
1K Z1E J3
Dit interview is onderdeel van de 1K Z1E J3 campagne van 113. ‘1K Z1E J3’ omdat mensen die denken aan zelfdoding zich vaak eenzaam, ongezien voelen. Als vriend, familielid of buurtgenoot kun jij daar verschil in maken, door simpelweg het gesprek over zelfdoding te beginnen. Met persoonlijke verhalen en tips over hoe je het gesprek kan beginnen, helpt 113 je de eerste stap te zetten.
Denk je aan zelfdoding en weet je niet met wie je er in je directe omgeving over kan praten? Bel dan naar 0800 0113 of ga naar www.113.nl. Stichting Zelfmoordpreventie is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar.
