De laatste keer dat ik met een onbekende man afsprak was lang geleden én slecht bevallen. Behaalde resultaten schijnen echter geen garantie voor de toekomst te bieden, dus wie weet valt het deze keer mee, dacht ik.
Mijn leven loopt als een trein. Alleen zijn is een comfortzone waar ik met tegenzin uitstap. “Jij moet gewoon eens tijd vrij maken voor je liefdesleven, met je drukke baan. Aanbidders genoeg”, drukte vriendin Marie, zelf een vijftiger die nog geen half jaar single door het leven durft te gaan, me vorige week op m’n hart. Ik ben best bereid ruimte te maken voor een goed doel, dacht ik.
Willem en ik hebben gemeenschappelijke kennissen. Online contact is leuk, we boksen al jaren tegen elkaar op via social media. Real life contact is er niet eerder van gekomen. Als ik een opa-grap (hij is ouder) over zijn sportfilmpje maak, reageert hij niet gekrenkt, maar scherp. Hij is nog sarcastischer dan ik. Van het een komt het ander en voor je het weet staat er een koffie-afspraak. Zenuwachtig ben ik niet, ik vrees dat die tijd voorgoed voorbij is.
Bij aankomst zwaai ik vrolijk, hij zwaait terug. We zijn beiden te vroeg dus daar kunnen we de ander niet cynisch op aanspreken. Naast ons zit een stel met twee chihuahua’s waarvan er een Sjakie heet en lomp bovenop de ander ploft. Het leidt af. Dat we allebei hondenliefhebbers zijn maar niet van chihuahua’s houden, schept meteen een band.
Willem vraagt me naar mijn dateverleden, ik geef wat prijs en vraag naar zijn ervaring. “Ik…”, zegt hij, z’n ogen minder stralend dan een minuut geleden. “Hoe zal ik het zeggen…”, hij draait het lichaam wat weg. “Ik date niet. Ik zit al 25 jaar in een moeilijke thuisconstructie.”
“Wat bedoel je?” vraag ik, terwijl ik het antwoord al weet. Ergens geniet ik ervan als een man hardop moet uitleggen dat het hem aan moed in de liefde ontbreekt. Het lukt ze nauwelijks, maar Willem komt er gemakkelijk uit. “Nou ja, niet goed van elkaar afkunnen, te veel op het spel, dat idee.”
“Zoals?”
“Hypotheek, vastgoed en spaarcenten.”
Hij is niet de enige, ik hoor dit soort verhalen vaker. Het zal de levensfase zijn. Zoals die vriend die telkens bij mij z’n hart lucht over het uitgebluste huwelijk. Hij die klaagt over het feit dat zijn eega niet verandert, maar zelf niks doet om de situatie een andere wending te geven. Lijdzaam afwachten, dat idee. “Ja, maar het is niet zo makkelijk. Er zijn kinderen in het spel”, zegt hij dan als je hem erop aanspreekt.
Oordelen over andermans keuze en liefdesleven, is makkelijk. Dat doe ik ook. Ik begrijp niet dat je oké bent met een zes min huwelijk, maar wel telkens lijntjes uitlegt bij anderen omdat je van alles ontbeert. Dat een auto en stenen huis meer voor je betekenen dan verbindende liefde.
Wat verwacht Willem eigenlijk, vraag ik me af. Gewoon kennismaken, peilen of er een vriendschap-plus inzit? Dat ik, net als Sjakie, even boven op hem ga zitten na een goed gesprek? Zodat het leven wat minder zesminnig aanvoelt?
Willem is geestig en ik vind dat aantrekkelijk. Ik zou hem best beter willen leren kennen, zonder moeilijke constructie op de achtergrond. Dan maar vrienden, want de enige liefdesconstructie die ik aanga is een opbouwende.
Na afloop appen we. Willem gaat volgende week mee naar het theater, want hij is fijn gezelschap. Ik laat weten waar de show over gaat. Hij heeft allang door hoe de relatievlag erbij hangt en antwoordt: “Nou, dat wordt vast neuken na afloop.”
Zoals ik al zei: hij is geestig.