“Dat wist je toch van tevoren!”, zegt vriendin M. tegen J., die zit te jammeren over haar getrouwde Tinderlover. Hij is samen met zijn vrouw twee weken naar Marbella en dat schuurt. M. heeft echter geen genade. J. wist waar ze aan begon, dus niet zeiken. “Ha, wat denk je zelf? Hij neukt ook gewoon met haar, hoor!”, wrijft M. het nog eens in.
Als door een wesp gestoken, veert J. op: “Echt niet, ze hebben heel weinig sex! En een shitty huwelijk. Anders was ik nooit verder met hem gegaan.”
“Shitty huwelijk of niet, je kunt niet met je vrouw op vakantie en dan geen sex hebben”, gaat M. verder. “Dat kan gewoon niet. Nogmaals, dat wist je van tevoren.”
Ik heb daar zo’n hekel aan: “Dat wist je van tevoren.” Nou en? Mag je niet klagen omdat je iets ‘van tevoren’ rationeel wist? Mag je niets zeggen over de pijn bij een bevalling? Je wist toch van tevoren dat als je zwanger bent, je er na verloop van tijd een kind uit moet persen? Mag je niet huilen als je terminale moeder uiteindelijk doodgaat? Want tja, je wist toch dat het einde er aan zat te komen! Even wat strakke voorbeelden, maar het principe is hetzelfde. Je wist het van tevoren.
Zo een enorme dooddoener. Je kunt een situatie van tevoren inschatten, maar het bijbehorende gevoel niet voelen.
Zie het geval met de poffertjesgeliefde die verleden week de bons kreeg. Iedereen zag van meet af aan dat het geen match was, niemand was verbaasd dat ze hem heeft uitgezwaaid. Dat wisten we immers van tevoren. Onze vriendin zelf ook. Maar ondanks dat, mag ze het er evenzogoed moeilijk mee hebben.
We hebben namelijk een makke, met name als het om de liefde gaat, dat de meesten van ons denken dingen te kunnen veranderen. Je weet van tevoren dat hij een verzot vleeseter is, maar jij denkt dat als je lekker genoeg kookt, je hem kan veranderen in een overtuigd vegetariër. Je meent een sloddervos na wat korte commando’s te kunnen veranderen in een propere huisman.
Het is nu eenmaal een hobby van ons om te knutselen aan een man, te wrijven en te poetsen. En wanneer we kleine succesjes boeken, raken we zo opgetogen dat we méér willen. We worden reuze ambitieus in het metier van knutselaar.
Mijn geliefde vind ik emotioneel geconstipeerd. “Ik hou van je”, kwam niet over zijn lippen. Geen liefkozende woorden, zijn affectie was non-verbaal. Dat vraagt om kleine aanpassingen. Ik overstelpte hem met liefde, dat is doorgaans mijn m.o. bij het onderwerp van mijn genegenheid. Ik gaf hem een troetelnaam, vertelde hoeveel ik van hem hield en heel voorzichtig kwam er een: “Ik ook van jou” retour.
Dan gaat de lat natuurlijk direct hoger tot er: “Love you” kwam. Ha! Gelukt, maar dat kan beter! Inmiddels is: “Ik hou van je” doodnormaal, heb ik ook een troetelnaam en vindt hij mij volgens eigen zeggen “de mooiste van iedereen”. Ik voel me enorm geliefd én ben buitengewoon in mijn nopjes met dit resultaat. Nu nog praten over diepe emoties, want eigenlijk wil ik van emotionele obstipatie naar verbale liefdesdiarree. Dat gaat nooit 100 procent lukken, dat weet ik nu al.
Helaas gaat J. veel minder succes boeken. Haar lover is immers getrouwd en dat gaat vooralsnog niet veranderen. Zo’n relatie begint allemaal leuk en spannend en niets staat de heerlijke zoetheid van de clandestiene romance in de weg. Zelfs dat vergeelde trouwboekje niet. Maar dan komen die kleine ongemakkelijkheden. Dat hij altijd doucht voor hij weggaat, terwijl het natuurlijk doodnormaal is om even te douchen na sex, maar ineens “…lijkt het alsof hij mij afspoelt!” Dat hij haar apps wist, alsof ze niet bestaat. “Ik ben een schaduwfiguur”, snift J. overstuur.
Nu wordt het zelfmedelijden een beetje potsierlijk, maar ze bleef er vastberaden in: “… ik ben een niemand!”
“Oké, maar wat wil je dan? Dat hij weggaat, bij jou komt wonen 24/7?”, vraag ik.
“Oh nee!”, antwoordt ze verschrikt. “Ik zou alleen maar wat meer vrijheid met hem willen. Dat hij niet op tijd hoeft te letten, af kan spreken wanneer we willen. Is dat zoveel gevraagd?”
“Nee”, troost ik haar. “Je vraagt niet te veel, je vraagt het aan de verkeerde man.”
En dat wist ik van tevoren, denk ik erachteraan.
