Leon Verdonschot legt voor LINDA. iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is schrijfster Saskia Noort (56) aan de beurt. Haar debuutroman ‘Terug naar de Kust’ is zojuist verschenen als graphic novel, getekend door haar zoon Mathieu Schellekens.
‘Terug naar de Kust’ heeft in de loop der jaren vele herdrukken en vele omslagen gehad. Maar geen was zo onheilspellend als deze, gemaakt door je zoon.
“Ja, precies. Er zit ook veel onheil in het boek, en dit is Mathieus interpretatie. Er zit natuurlijk ook veel móde in die omslagen door de jaren heen: de ene keer is in uitgeversland lichter en happy en chicklit en vakantie in op omslagen, en daarna weer de totaal andere kant.”
Je hebt inmiddels ruime ervaring met televisie-, theater- en bioscoopversies van je werk door anderen. In hoeverre bemoei je je daar normaal gesproken mee?
“In het begin van mijn carrière zat ik daar redelijk bovenop, maar dat beviel niet echt. Uiteindelijk gaat het om wat de máker wil maken. Daarover discussiëren kost alleen maar tijd en irritatie, en uiteindelijk gebeurt toch wat de maker wil. Dus ik heb dat losgelaten en heb ik er gewoon vertrouwen in.”
En nu het je zoon was die jouw werk op zijn manier interpreteerde?
“In dit geval was het gemakkelijker, want als ik in iemand vertrouwen heb, is het wel in mijn eigen zoon. Hij is heel goed, heeft heel hard aan dit boek gewerkt en ik vind het er prachtig uitzien, ik ben er echt trots op. En ik had van tevoren ook wel bedacht dat wekelijkse discussies over het script en Mathieus interpretatie het ook weer niet gezelliger zouden maken.”
We zijn inmiddels twintig jaar verder na het verschijnen van Terug naar de Kust. De samenleving is veranderd. Taal is veranderd. Taalgevoéligheden zijn veranderd. Merkte je dat allemaal toen je je debuut opnieuw las?
“Ja, zeker. Alles ligt tegenwoordig veel gevoeliger. In Terug naar de Kust is de vader van de kinderen een zwarte man, en daar gebruikte ik twintig jaar geleden toch echt een woord dat ik nu niet meer zal herhalen, maar waar toen niemand van op- of omkeek. Een belangrijk thema in het boek is abortus. Daar is wat geks mee aan de hand: dat is nu minder normaal dan toen. Ik schrik er in dat opzicht van hoe actueel het boek nog steeds is. Die actualiteit geldt ook voor andere onderwerpen in het boek, van slutshaming tot de vraag: wel of geen kinderen.”
Zeventien jaar geleden zei je: ‘Ik geloof zelf nog steeds in een omwenteling naar een situatie waarin puur natuur het weer helemaal is. Maar zo niet, dan word je er op een dag op aangesproken als je niet iets aan die onderkin hebt laten doen. En je gaat er in mee.’ Hoe profetisch waren die woorden?
“Die omwenteling is nog niet klaar. Je ziet wel dat in sommige kringen ‘terug naar de natuur’ heel populair is. In de Amsterdamse havermelk-elite is bij een jonge generatie schaamhaar wel weer terug, bijvoorbeeld. Maar plastisch chirurgie is de norm geworden, dat is nu normaal. Vasthouden aan een jeugdigere look is door plastische chirurgie gemakkelijker geworden. Ook normaal geworden is dat je nu vertelt of toont dat je dat hebt laten doen.”
De vader van Mathieu was kunstenaar, een succesvolle ook. Vervolgens krijg jij succes als schrijver en werd je nog bekender dan hij. Je ex-man kreeg toen van andere mannen te horen dat ze dat niet zouden kunnen verdragen, een succesvollere vrouw. Is dat sentiment in de samenleving inmiddels veranderd, denk je?
“Nee, helaas niet. Ik denk nog steeds dat status bij een man anders werkt dan bij een vrouw. Als ik bijvoorbeeld zelf een man was geweest, zou dat met de status die ik nu heb betekenen dat ik zou kunnen kiezen uit duizenden vrouwen van alle leeftijden.”
Lachend: “Maar ik ben een vrouw, en dat betekent dat die status ervoor zorgt dat duizenden mannen, ook van alle leeftijden, bibberend van angst wegrennen. Ik las laatst dat uit onderzoek blijkt dat mannen nog steeds iets jonger en iets dommer zoeken, en vrouwen iets ouder en iets slimmer. Dat maakt het wel een moeilijke kwestie als je als vrouw onafhankelijk en slim bent. Dan zou ik volgens dat onderzoek dus terechtkomen bij mannen van 78.”
Met welke ideeën over vrouwelijke onafhankelijkheid ben jij zelf opgevoed door je ouders?
“Mijn ouders zijn heel jong getrouwd. Mijn moeder was een beetje het zakelijke brein, mijn vader het creatieve. Mijn moeder vond het heel belangrijk dat je als vrouw je eigen geld verdiende en werkte, ook als je kinderen kreeg. Dat je dus onafhankelijk was. Mijn vader is een man die er heel goed tegen kan dat zijn vrouw de broek aan heeft en de geldzaken meer bepaalt dan hij. Dat vindt hij zelfs prachtig. Hij is mijn voorbeeld.” Lachend: “Maar zo’n man heb ik zelf nooit kunnen vinden.”
Bevalt het single leven je goed?
“Bij het antwoord hierop speelt natuurlijk ook wel het plaatje mee dat de samenleving je opdringt. Veel mensen hebben toch een beetje moeite met singles. Er zijn veel meer singles dan jaren geleden, maar de samenleving is er nog niet op ingericht. Als je in je eentje naar een restaurant gaat, wat ik vaak doe, ben je nog steeds degene aan de bar of de kuttafel. En je krijgt er altijd vragen over, die vrij irritant zijn. Aan single mensen, zo lijkt het, mag je álles vragen. En na een half uur komt dan altijd de zin over die leuke man die mensen nog wel kennen.
Het is nog geen heel ingeburgerde status. En omdat de buitenwereld er zo naar kijkt, kun je ook zo naar jezelf gaan kijken. Ik denk dat veel vrouwen denken: ik heb kinderen gekregen, ik heb ten dienste van mijn man geleefd en gewerkt en me keihard aangepast, en ik wil daar nooit meer naar terug. De liefde is het me niet waard dat ik mijn zelfstandigheid opgeef. Het zou leuk zijn als ik iemand tegenkom op wie ik smoorverliefd word, maar ik zou nooit meer teruggaan naar die traditionele rol.”
Toen Anouk laatst een foto deelde van haar menstruatiebloed, met een tekst erbij over ongesteldheid als blijk van vrouwelijkheid, was jij een van de degenen die reageerde. Inmiddels heeft Anouk een ontmoeting gehad met een transgender vrouw en zich laten informeren. Maar zo’n post van haar, wat drukt die uit, volgens jou?
“Op de eerste plaats natuurlijk transfobie, en daarnaast is het ook heel erg ageism. Op de een of andere manier hebben enkele vrouwen, bekend en onbekend, het idee dat ze rond hun vijftigste een battle moeten aangaan over de vraag of ze nog menstrueren of niet. Dan is volgens die vrouwen hun overgang kennelijk nog niet begonnen. Nu begint die al veel eerder, en bovendien is menstrueren helemaal niet leuk.
Ik denk dat het een angst uitdrukt om ouder te worden, een angst om bij een bepaalde zure club te horen. Als je maar laat zien dat je nog menstrueert, ben je nog begeerlijk en geil, want een echte vrouw is vruchtbaar en sexy. Het was dus vooral een heel onáárdig bericht, naar álle vrouwen die niet menstrueren. Ik vond het ook vies, omdat ik van geen énkel bloed foto’s hoef te zien, dus ook niet van menstruatiebloed. En al helemaal niet vanuit een soort wedloop. Ik zou ook geen foto’s willen zien van mannen van zestig die laten zien dat ze nog een erectie krijgen en dus nog meetellen.”
