Plaatsvervangende schaamte voel ik redelijk snel. Een nutteloos iets, aangezien het om (gedrag van) een ander gaat. Als een acteur op het toneel z’n tekst kwijt is, krijg ik, op rij acht, al rode wangen. Mijn maag draait wanneer een man door z’n echtgenote in een overvolle treincoupé uitgekafferd wordt. En ik zak pas echt door de grond bij fanatiek graaiende mensen tijdens een opheffingsuitverkoop.
Mijn ex zei ooit: “Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet naar de Doldwaze Dagen gaat.” Ik ben toen toch maar een keer gaan kijken. Ik zag doorgaans beschaafde Bijenkorf-mensen met vlekken in hun nek in bakken grissen. Ik kan niet tegen een grote massa en bevries bij een immens aanbod aan spullen. Dus sales, dwaze dagen en opheffingsuitverkoop; ik mijd het als de pest. Geen 1+1 gratis-aanbieding is aanlokkelijk genoeg voor mij om een blokje voor om te fietsen, laat staan eerder voor uit mijn bed te komen. Dat is luxe. Ik weet het.
Voor de duidelijkheid: ik heb het niet over mensen die krom moeten liggen voor een extra half brood. Of als je naar de Voedselbank moet en die paar euro die je per week kunt besparen hard nodig hebt. Ik gun jullie alle spullen, aanbiedingen en duizenden gratis meevallers. Maar ik zie juist de welvarende mens om dit soort gratis assortimenten vechten. Waarom is dat voor hen zo aantrekkelijk als je toch meer dan genoeg kunt veroorloven?
Vorige week ging ik een middag mee met Ed, die namens zijn werk een event had. De invulling was strikt geheim. De bestemming was tot kort voor aanvang onbekend en achter ons in de rij hoorde ik opgewonden stemmen. “Ik hoop dat we weer gratis spullen krijgen.”
Nu raak ik ook snel opgewonden. Vooral van deegknedende banketbakkers, ronkende Aston Martins en seks, niet van geheime feesten of gratis spullen. Lang verhaal kort: er was sterke drank aanwezig en er werd een luxe buit verdeeld. Denk aan tablets, Nespresso-apparaten en horloges.
Iemand vuurde bij binnenkomst letterlijk een startschot af waarop ik in de lach schoot. Die blijdschap veranderde binnen een minuut in totale verbazing. Ik zag het lelijkste in de gasten naar boven komen. Rennende mannen die spullen op en in armen stapelden, gillende vrouwen. Een gratis minuut winkelen in de supermarkt was er niks bij. Het keurige menu met spelregels dat iedereen bij binnenkomst kreeg was blijkbaar puur ter illustratie.
Voorzichtig schoof ik naar achteren, op zoek naar de (nood)uitgang. Tussen een paar gretige Gerda’s zag ik Ed die met sarcastisch hoofd een gadget voor me hooghield. Ik had geen idee wat het paarse ding was en schudde snel het hoofd. Hij riep me, waardoor anderen omdraaiden en me aankeken. Ik voelde de temperatuur van mijn wangen stijgen: hallo plaatsvervangende schaamte.
Gelukkig was ik niet de enige, ik stond naast een man die ook flink teleurgesteld bleek. “Ik dacht eerder aan een middag drugs en hoeren. Mushrooms zou ook oké zijn”, grapte hij. Helaas verliet hij het veld toen Ed naast me kwam staan. “Gaat het?” vroeg hij. Ik gaf aan mentaal niet tegen dit soort evenementen opgewassen te zijn en wilde voor de eer bedanken. Ed ging ook liever met mij de kroeg in, verzekerde hij me.
Uiteindelijk vertrok ik met een paar spullen op zak. Zoals een mini bluetooth-speaker, waar ik er thuis al twee van heb. Waarom had ik eigenlijk lukraak toch iets gepakt? Was het als troost, of wilde ik niet volledig uit de toon vallen tussen de hartstochtelijke grijpers? Of niet ondankbaar overkomen? “Maaike”, zei Ed in de kroeg, “je hebt de coolste spullen niet eens gezien. Je stond er maar een beetje glazig bij te kijken. Niks voor jou.” Trots showde hij zijn vers-gegriste gouden horloge. Ik geloof dat ik zelden zo blij geweest ben met dure, misgelopen spullen.
