Het wordt tijd dat mensen begrijpen wat geweld doet met een kind. Dat je – als slachtoffer – begrijpt dat niet jij, maar zij fout zaten. Daarom blikt Roos* wekelijks terug op haar eigen jeugd.
Voor jezelf kiezen blijft moeilijk, maar is niet onmogelijk.
Trigger warning: dit artikel gaat over geweld en mishandeling.
Mijn vader zit naast mij op de bank. Ik kwam de afgelopen tijd al niet zo vaak meer langs. Niet alleen vanwege zijn nieuwe vriendin, die mij me niet welkom laat voelen in mijn eigen huis, maar ook omdat ik steeds vaker snap dat wat hij doet, niet langer kan.
Ook al moet ik bij mama altijd vrolijk zijn, daar word ik tenminste niet geslagen. Of uitgescholden.
Maar dit keer heeft mijn vader mij uitgenodigd omdat hij iets tegen mij wil zeggen. Daar word ik zenuwachtig van. Wij praten nooit. Hij heeft spijt, zegt ie. Van het verleden. Na de scheiding is alles veranderd. Hij wil mij niet langer slaan, wordt niet meer boos.
Ik zit op een roze wolk. Mijn vader die sorry zegt voor al die jaren, waarin ik niks anders was dan een kutkind. Zou het dan toch? Bestaat het dan echt?
Een week later wil hij nog een keer met mij afspreken. Ik wil wel honderd, nee tweehonderd keer samen praten, als ik dan een echte vader krijg. Eentje die je ophaalt van feestjes, en je af en toe een aai over je bol geeft.
Maar wanneer hij mij ophaalt, gaan we niet naar een cafeetje, zoals ik hem gevraagd had. De auto rijdt doelbewust door, naar een afgelegen plekje langs het water. Het is er donker, en zelfs in de auto voelt het koud. “Wat gaan we doen?”, vraag ik. Mijn vader zegt niks en staart voor zich uit.
De auto stopt, en mijn deur wordt hardhandig opengetrokken. “Uitstappen”, klinkt het. En automatisch doe ik wat hij zegt. Dit is voor mij bekend terrein, en ik schakel mijn gevoel vast uit.
Mijn vader sleurt mij mee aan mijn bovenarm en ook al stribbel ik tegen, ik weet dat het niet werkt. Ik ben erin getrapt, voor de zoveelste keer.
Hij begint te schreeuwen. Of ik wel weet wat ik hem allemaal heb aangedaan. Hoe ik zijn leven heb verpest. Zijn hand aait niet over mijn bol, maar omsluit mijn nek. Ik sluit mij af voor zijn woorden, maar voel zijn spuug op mijn gezicht. Is het al voorbij?
De verwensingen stoppen en zwijgzaam sleurt hij mij mee terug naar de auto. Mijn arm is geen seconde losgelaten. “Ik wil gewoon naar huis”, roep ik. Maar er is niemand die mij hoort.
Onverwacht loopt daar een vrouw, samen met haar hondje. Ze begint zich met ons te bemoeien, en roept: “Wat doen jullie daar? Hou eens op.”
Terwijl zij beginnen te discussiëren – ‘Het is mijn dochter, ik mag doen wat ik wil’ – begin ik te rennen. Zo hard als ik kan.
Ik heb allang geleerd dat ik alleen mezelf kan vertrouwen, en dat is opnieuw bevestigd. Niet de beste les die je aan je opvoeding kunt overhouden, maar wel eentje die ik op dat moment nodig heb. Want dat is precies wat ik ga doen: mijn vader loslaten. Vanaf nu doe ik het zelf wel.
De naam in dit artikel is om privacyredenen gefingeerd. Wil je in contact komen met Roos? Stuur dan een mail naar redactie.nieuws@linda.nl.
Vermoed jij huiselijk geweld in jouw omgeving? Dit kun je doen.
