Eva* (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: een jeugdliefde met een ietwat andere opvoeding.

Ik ontmoette hem op een feestje, was nog maar een jaar of vijftien. Hij, drie jaar ouder, werkte in de zomer op een camping.
Tot over mijn oren verliefd pakte ik dat jaar de bus om naar de andere kant van het land te reizen. Iets wat mijn moeder niet echt oké vond, maar waar ze op dat moment maar mee moest dealen. Ik zat namelijk op wolken en nam van niemand meer wat aan. Hem zes weken niet zien? Echt niet.
Dat het vervolgens nog een halfuur lopen was naar de camping, langs een autoweg, vond ik geen probleem. Ik was op missie. Die arme jongen wist nog van niks.
Eenmaal aangekomen bij de camping kreeg ik het toch een beetje benauwd. Hij was daar met zijn ‘campingcollega’s’ en ik kwam onaangekondigd het feest verstoren. Maar hij verwelkomde mij met open armen en vroeg me nog diezelfde avond verkering. Met rode wangen keerde ik terug naar huis.

Ook na de zomer bleef de verkering aan. We woonden allebei nog thuis, dus moest ik – als ik hem wilde zien – dat weekend schoorvoetend richting mijn nieuwe schoonouders.
Er werden handen geschud, ik leerde zijn broers kennen en tijdens het avondeten opende zijn vader, de pastor, het laatje onder de tafel. Daaruit kwam een kleine Bijbel, iets wat ik tot op heden nog nooit in mijn ouderlijk huis ben tegengekomen.
“Laten we bidden voor de komst van Eva, die nu in ons midden zit”, begon de pastor het gebed. Ik vouwde mijn handen en keek om me heen om te zien of ik dit wel op de juiste manier deed. So far so good.
Tot de vraag kwam of ik ook iets wilde zeggen. “Ik, eh, heb nog nooit gebeden”, stotterde ik als 15-jarige. “Maar ja, bedankt en zo, dat ik hier mag zijn en zo. En ja eh, lief, dat wat jullie net allemaal voor mij wensten. Bedankt en smakelijk eten.”

Na het eten gingen we naar boven, naar de kamer van mijn vriendje. De deur moest open blijven, zei hij, want we mochten eigenlijk niet met z’n tweeën op zijn kamer zijn van de pastor. De verloofde van zijn broer – leeftijd ’tijd om uit huis te gaan’ – sliep ook nog steeds op een matrasje op zolder.
We besloten desondanks ‘rebels’ te zijn en sloten tegen beter weten in zijn kamerdeur. Hij zat op zijn bed, ik op mijn knieën voor hem. Ik met mijn hoofd in zijn schoot, terwijl hij met zijn vingers door mijn haar ging. Lekker kriebelen. Niks meer, niks minder.
De voetstappen op de trap hoorden we niet. De deur die plots wijd open sloeg wel. Ik keek op en zag het knalrode gezicht van zijn strenggelovige vader. Hij trof me met mijn hoofd tussen de benen van zijn zoon en gaf me met zijn reactie het gevoel dat ik net iets ontzettend smerigs had gedaan. De deur werd dan ook direct weer dichtgeslagen. Nu wel.
Ik sprong op en zei dat het tijd werd om naar huis te gaan. De weken daarna liet ik niks meer van me horen. Mijn allesomvattende verliefdheid was plots over, de wolken verdwenen. Ik zag weer helder en liet de zoon van de pastor achter met een gebroken hart.
* Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
