Eva * (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): ‘Het is gewoon ruk.’
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: slechte seks.

Wanneer ik mij omdraai, kijk ik recht in zijn ogen. Blij roep ik zijn naam uit, met het drankje dat ik net heb besteld in mijn linkerhand. “Hoe is het, dat is echt superlang geleden. Wat moet het zijn, zo’n tien jaar?”
Ook hij kijkt blij, verbaasd dat ik hem nog herken. “Ik volg je nog op social media. Het gaat echt goed hè, met je werk ook. Je doet alles waar je toen van droomde. Dat je mijn naam nog weet. Hoe is het?”
Natuurlijk weet ik zijn naam nog. Ik heb hem een paar weken sporadisch gedate in een periode dat ik nog niet toe was aan een serieuze relatie. Maar aan hem heb ik geen nare herinneringen. Zijn aanwezigheid maakte mij altijd vrolijk. Een oprechte, vriendelijke vent, inclusief heel grote glimlach.
Tijdens het praten komen de herinneringen als plaatjes naar boven, en we kijken elkaar net iets te lang in de ogen. Dan is het doodstil en zoent hij me. En op dat moment weet ik het. Die avond gaan we – opnieuw – met elkaar naar huis.

Hand in hand lopen we de kroeg uit, wanneer ik hem vraag waarom het toen eigenlijk niks is geworden tussen ons. Ik kan mij het einde van onze datingfase namelijk niet meer herinneren.
Hij denkt even na, en haalt zijn schouders op. “Dat weet ik eigenlijk ook niet meer. Maar we hadden wel heel slechte seks.”
Ik begin te lachen en denk terug aan die dag. De spanning was al een paar weken opgebouwd, toen we het eindelijk deden. En ja, dat was uiteindelijk nogal belabberd.
Maar dat was toen en dit is nu. Want zoenen kan hij wel, en daar gaan we dan ook mee door wanneer we bij mij thuis op de bank belanden. Seks wordt het dit keer alleen niet, denk ik wanneer ik hem vertel dat ik ongesteld ben. Maar de glimlachende man roept luid: “Een echte zeeman bevaart ook de rode zee.”

De seks is lekker, maar geweldig? Nee. We zijn dronken, sloom, en er komt niemand klaar. Niet dat dat hoeft hè, maar er zijn betere nachten geweest. Het bebloede condoom op de slaapkamervloer achteraf, is dan ook wel een kleine anticlimax.
Maar de volgende ochtend worden we wakker in elkaars armen. Allesbehalve ongemakkelijk kussen we elkaar goedemorgen, en zet ik als vanzelf een kop koffie voor hem. We praten over nu en ik geef hem een knuffel wanneer hij opstaat om te vertrekken. “Was gezellig,” zegt ‘ie. “Bedankt voor de leuke avond.” Ik knik, geef hem een kus en zeg: “Wie weet, tot over tien jaar.”
*De naam van Eva is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
