Eva* (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Dit keer: de walk of shame in een carnavalskostuum.

Als ik hem voor het eerst ontmoet, heb ik net een lange relatie achter de rug. Hij ook. Daarin kunnen we elkaar goed vinden. Uitspraken als ‘had jij dan ook dit’, ‘zo voelde ik me ook’ en ‘ja precies, maar niemand snapt dat!’ vliegen dan ook over en weer.
Maar drie dates later kapt hij het af, via WhatsApp. Hij is er toch niet klaar voor, moet nog te veel verwerken. Ik snap het, want ik voel hetzelfde. Al kan het voor mij best naast elkaar bestaan, denk ik dan nog. Lief bedoeld laat ik hem weten dat hij bij mij altijd zijn ei kwijt kan, want we konden toch goed praten.
We blijven appen, en daarmee groeit mijn hoop op iets meer. Naïef, weet ik heus wel. Maar je zoekt geborgenheid toch snel bij een ander als je even niet meer weet wie je zelf bent. Dus bied ik hem een luisterend oor en reageer ik steeds binnen vijf minuten.
Tot hij even niks laat horen en twee dagen later met een excuus komt. ‘Sorry, late reactie. Ik zit niet op mijn telefoon als ik een date heb.’
Een date? Daar was hij toch helemaal niet aan toe?
Mijn vingers beginnen als een gek te tikken. ‘Je had ook gewoon kunnen zeggen dat je mij niet leuk genoeg vindt. Dat is ook oké.’ Maar naar zijn mening is hij altijd eerlijk geweest. Nadat hij dat gezegd heeft, blokkeert hij mijn nummer.

Precies een jaar later kom ik hem weer tegen, tijdens carnaval notabene. “Ah, de jongen die mij geblokkeerd heeft. Beetje overdreven, vind je niet?”, spreek ik hem aan. Heeft ‘ie spijt van, is zijn antwoord, terwijl hij mijn hele lichaam scant. “Ik had het destijds niet allemaal op een rijtje.”
We zoenen, opnieuw. En als ik naar de bar loop om een nieuw biertje te halen, zegt hij: “Maar wat gaan we nu doen? Naar jouw huis of dat van mij?”
Duidelijke taal, daar heb ik wat aan. Op deze man zal ik niet meer zo snel verliefd worden, maar sex hebben we al eerder gehad. Al die biertjes maken het nog moeilijker met een tegenargument te komen.
We doen het de hele nacht, en de volgende ochtend nog een keer. Als hij besluit dat het tijd is om naar huis te gaan, begint hij de zoektocht naar zijn kleren. Zijn clownspak ligt in de gang. Dat had hij de nacht ervoor bij de voordeur al van zijn lijf getrokken.
“Lekkere walk of shame”, lach ik. Ik geniet, want het is die dag markt en daar moet hij wel langs om bij zijn fiets te komen. Maar als hij later weg is, vraag ik me af wie wie nou eigenlijk ‘gebruikt’ heeft. Mijn nummer is namelijk nog steeds geblokkeerd.
* Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
