Eva* (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: snel klaar.
We kennen elkaar al langer, maar sturen elkaar sinds een week of drie berichtjes. Niet over hoe onze dag gaat, of wat we die avond gaan eten. Maar foto’s van de lingerie die ik ga dragen, hoe hij die vervolgens kapot mag scheuren en de dingen die hij met zijn tong gaat doen, zodra er geen enkel draadje meer aan mijn lichaam hangt.
Als dan eindelijk de deurbel gaat en het niet alleen bij woorden blijft, word ik zenuwachtig. Ik sla mijn glas wijn achterover en probeer op een verleidelijke manier de deur te openen, maar dit is nieuw voor mij. Ik doe nooit aan sexting. Nu moet ik mijn grote mond waarmaken.
Het is niet de eerste keer dat we met elkaar naar bed gaan. Maar dat de lange aanloop ook voor hem geen alledaagse koek is, zie ik. Gretig is-ie wel, en hij begint mij dan ook meteen te zoenen. Mijn gedachten gaan naar de alcohol, en ik proef dat hij niet heeft gedronken. “Sorry”, mompel ik tussendoor. “Vieze smaak.”
Ik merk dat ik afdwaal en schakel: niet zo zenuwachtig nu. Gedachten uit. Samen dwalen we af naar de slaapkamer. We liggen nog amper drie minuten uitgekleed in bed, wanneer hij klaarkomt.
Een gevoelig onderwerp, weet ik. Dus kruip ik in zijn armen en beginnen we over koetjes en kalfjes, terwijl hij over mijn been heen kriebelt. Stiekem nog fijner, want dat mis ik wel. Gewoon even met iemand te kunnen knuffelen.
Niet dat je mij hoort klagen wanneer we de draad weer oppakken, en hij dit keer bij mij naar beneden gaat. De besproken plekken komen eindelijk aan de beurt. Maar als hij vervolgens bij mij naar binnen gaat, duurt het welgeteld 1 minuut tot hij weer klaarkomt. Verschrikt kijkt hij op: “Dit gebeurt anders nooit. Ik voelde het niet aankomen, echt niet. Wat is dit?”
“Geen sorry”, is mijn antwoord. “Het geeft toch niet.” En ik meen het. Want wat kan hij er nu aan doen?
Hij hoort het niet en is al in gedachten. Snel kleedt hij zich aan. Bij de deur een kleine kus, en ‘slaap lekker’. Een afscheid, blijkt later. Want berichten over wat hij nog meer kan, met zijn tong, blijven onbeantwoord.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
