Eva* (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen. Deze keer: baby’s in de vriendengroep.
Ik vermeed dit gesprek al een tijdje. Zeggen waar je mee zit, iets aankaarten over jouw gevoel of dat van de ander: het blijft een van de moeilijkste dingen die er zijn. Maar, wil je echte verbinding met de mensen om je heen, dan zul je toch open kaart moeten spelen.

Dus als een van mijn beste vriendinnen langskomt op de vrijdagavond, begin ik met veel gehakkel het gesprek. Hoe eng ik het vind dat ze zwanger is, zonder haar het gevoel te willen geven niet blij te zijn voor haar en haar groeiende familie.
De angst die ik voel rondom de zwangerschap van mijn vriendin is niet nieuw. Ik had het ook bij mijn andere vriendinnen. Het is geen jaloezie, maar het onbekende wat mij bij de keel kan grijpen. Want wat gaat het doen met onze vriendschap? Wat voor invloed heeft het nieuwe moederschap op mijn vriendin? Wat als ik wél jaloers word en mijzelf geen leuke vriendin vind op dat moment? En, wie blijft er nog over om met mij in de lampen te hangen?
Want mijn vriendinnen krijgen baby’s, maar ik sta nog elk weekend in de kroeg.

Ook ik wil kinderen, dolgraag. Maar dat dit voorlopig nog niet gaat gebeuren, heb ik inmiddels geaccepteerd. Ik ben dan ook oprecht heel blij voor alle mensen om mij heen, die dit geluk ervaren. Maar dat ik – nu als enige zonder – niet voor 100 procent mee kan doen aan hun gesprekken, doet toch een beetje pijn.
Dat alles probeer ik aan mijn vriendin uit te leggen. “Het verschil tussen ons wordt nu zo groot. Ik app jou over de zoveelste mislukte date, en hoop met heel mijn hart ongesteld te worden na mijn laatste onenightstand, terwijl jij met je hoofd de babykamer aan het inrichten bent. Dat verschil vind ik soms een beetje eng.”
Ze knikt, en luistert. Weet gelukkig dat ik dolblij voor haar ben, maar begrijpt mijn angsten ook.
Ze heeft ze zelf namelijk ook. “Hoe ik straks als moeder ben, wat er allemaal gaat veranderen. Hoe ik daarop reageer. Ik hoop dat ik niet alleen maar over de baby praat en als ik dat wel ga doen, dan wil ik dat je dit tegen mij zegt. Zo’n moeder wil ik echt niet zijn. Ik wil ook gewoon nog een weekendje weg, met jullie. Zonder kinderen.”

De tranen beginnen als vanzelf te stromen, en ik voel mij opgelucht. Natuurlijk is ook zij bang voor deze grote verandering in haar leven. We zijn – om andere redenen – allebei een beetje angstig voor het onbekende.
Nogmaals benadruk ik hoe blij ik voor haar ben, en dat ik hoop dat ze wél alle mijlpalen met mij wil delen. Ook al vind ik de grote verschillen tussen onze levens soms pijnlijk; het niet weten of kunnen delen, is dat nog veel meer. Elke nieuwe aankoop, van wandelwagen tot luierdoekjes: ik wil het weten.
“Ben ik er wel genoeg voor jou?”, vraag ik haar als laatste. Want ik weet hoe snel ik mijn muren op kan trekken, in dit soort situaties. Iets wat ik – met het houden van dit soort gesprekken – probeer te doorbreken. “Ben je gek, je bent hartstikke betrokken. En als je dat niet was, dan ben ik toch zelf volwassen genoeg om dit bij jou aan te geven?”
Dat is ook zo. Open kaart, want dat zorgt voor verbinding.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Dit artikel verscheen eerder op LINDA.nl in mei 2023.
