Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is cabaretière Lenette van Dongen (64) aan de beurt, die vanaf volgende maand weer verder tourt met haar nieuwe voorstelling Dat Doet Ze Anders Nooit.
Jouw 2022 eindigde beroerd: op de intensive care. Hoe gaat het nu?
“Op donderdag speelde ik nog in Houten, op vrijdag had ik een keelontsteking, en die avond ging het helemaal mis nadat de streptokokken-bacterie het binnen een paar uur overnam en me bijna uitschakelde. Daarna bleek ik drie dagen op de rand van de dood te hebben gelegen, omdat zo’n ontsteking enorm kan huishouden. Nu ik weer thuis ben heb ik opknappenderwijs de meest gruwelijke verhalen gehoord over hoe het ook had kunnen aflopen; over drie weken in coma en zonder benen weer het ziekenhuis uit. Ik voel me nu elke dag iets beter. Vandaag ben ik voor het eerst zelf naar de uitlaatplek gereden om mijn hond uit te laten, dat zijn opeens heel grote stappen in het leven. Ik herneem de tour volgende maand weer, maar wel rustig. Mijn stem heeft ook een enorme klap gehad. Ik heb wel bij de operatie gezegd: spaar alsjeblieft mijn stembanden, als het kan. Leven is belangrijker, maar als het mogelijk is wil ik in dat leven graag ook nog leuke dingen doen.”
In een recensie van je nieuwe show werd je ‘schaamteloos geestig’ genoemd. Ben je werkelijk schaamteloos?
“Ik gebruik mijn telefoon in de voorstelling, doordat ik door de foto’s heen scroll en die zonder filter laat zien en erover vertel. Het idee erachter is begonnen in corona-tijd, toen ik mijn volgers op Facebook vroeg wat ze zouden willen zien. Toen heb ik dertien weken lang iedere ochtend van 8 tot 9 gewoon vanuit mijn kamertje met mijn haren overdwars zonder make-up een uur met mijn volgers gedeeld, onder meer met meditatie. Dat was ontzettend fijn om te doen, en heel intens. Natuurlijk zit er een grens aan, ze hoeven niet allemaal hier op de stoep te staan, maar het heeft me wel geleerd dat open zijn zonder masker enorme kracht geeft. Iemand vroeg me deze week of ik nu, na wat er gebeurd is, nog steeds een blij ei blijf. Toen heb ik ook gewoon eerlijk verteld dat ik heel bang was, omdat het opeens over leven en dood ging.”
Je hoort tot de Nederlandse cabaretiers die al vele jaren écht lange tournees kunnen maken met hun shows. Dat betekent ook dat je veel theaters in Nederland al heel vaak hebt gezien. Word je nog wel eens verrast, al is het maar door een nieuwe strijkplank in de kleedkamer, of een nieuwe directeur van de zaal?
“Sommige zijn ongewijzigd, anderen hebben een frisse wind. En bij sommige theaters betekent het dat alles is opgeknapt, bij andere dat de voorkant opeens van marmer is, maar de achterkant nog steeds van tegeltjes uit de zestiger jaren. Maar waar leuke mensen zijn vind ik het al gauw fijn, al moet ik mezelf op de plee omkleden.”
Heb jij rituelen voordat je het podium opgaat? Kun je het laatste kwartier voor je opkomst nog mensen om je heen verdragen?
“Bij mijn nieuwe show zit ik al op het podium als het publiek binnenkomt, een kwartier voor aanvang. Dat is echt ongelooflijk leuk. Dus mijn ritueeltjes zitten daar nog voor, dan heb ik het over de soundcheck en eten met zijn allen. Niet over het aansteken van een kaarsje terwijl ik de Heilige Maagd Maria aanroep.”
Heb jij nog zenuwen?
“Als je op dit moment over mijn werk praat word ik heel zenuwachtig, omdat ik het vertrouwen in mijn leven ben kwijtgeraakt. Omdat ik niet weet of ik twee uur show volhoud, en of mijn stem dat volhoudt. Maar inmiddels weet ik wel dat het niet gaat over de manier waarop je de taart aansnijdt, maar om hoe je er instapt, met welk gevoel en zelfvertrouwen. Maar dat zelfvertrouwen moet even terugkomen.”
Zelf ga je ook naar een voorstelling, liet je laatst zien op je socials: naar Eckhart Tolle, die naar Nederland komt. De schrijver van een van de best verkochte boeken van de laatste decennia: De kracht van het NU. Wat heb je geleerd van dat boek?
“Dat boek heb ik in het Nederlands en Engels als luisterboek, en ik val heel vaak in slaap nadat ik er dertig minuten naar luister. Het is voor mij de essentie van de vraag ‘Ben je aan het denken of ben je aan het zíjn?’. Er spreekt een voor mij heel inspirerende basishouding uit van je niet verzetten tegen wat gebeurt, en je ook niet steeds bemoeien met hoe het zou moéten gebeuren. Het geeft me ruimte in mijn kop. Met me druk maken over mijn nieuwe voorstelling heb ik mezelf verschrikkelijke nachten bezorgd, terwijl vertrouwen dat het talent wel weer gaat stromen me veel meer zou hebben opgeleverd.”
Je zat vorig jaar in Rotliederen, een ode aan Jan Rot. Je zong zijn hertaling van We’ll Meet Again. Wat is er zo goed aan zijn hertalingen?
“Hij blijft, of blééf moet ik nu zeggen, bij iedere zin binnen de essentie van die zin, maar het is zingbaar, geen raar geconstrueerd vertaald Engels. Het is heel knap knutselwerk én het stroomt. Dat was echt een groot talent van hem. Ik kan het niet.”
Je wil na het theaterleven blijven werken, maar dan als therapeut, zei je een paar jaar geleden. Is dat nog steeds je voornemen?
“Ik heb nooit meer voornemens, omdat ik denk dat het loopt zoals het loopt. Niet dat ik een goeroe ben, ik vind het leuk om mensen bepaalde inzichten te geven. Maar ik hoef geen therapiepraktijk, met iemand zuchtend voor in de wachtkamer en een doosje tissues op tafel.”
Foto: Bob Bronshoff