Leon Verdonschot legt voor LINDA. wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is Erik Wegewijs (49) aan de beurt. Na vele jaren bij de Special Forces van het Korps Commandotroepen, onder meer als officier, is hij nu spreker, zelfstandig adviseur en initiatiefnemer van www.specialforcestussenjeoren.nl. Momenteel is Erik wekelijks te zien als staflid in het nieuwe seizoen van Videoland-serie Special Forces VIPS.
Je zei ooit in een YouTube-interview met Kaj Gorgels: ‘Ik geloof niet in challenges’. Waarom niet?
“Een challenge suggereert voor mij een start en een finish, en daarmee een race. Jezelf een tijd afknijpen, en daarna dat fijne resultaat. En bloemen bij de finish. Wat ik vaak zie dat als mensen dat doen, of het nu op gewicht of op sport of wat dan ook is, ze daarna geen purpose meer hebben, omdat de challenge er op zit. Er zit bovendien vaak een element in van anderen kunnen tonen wat je doet. Daar hou ik helemaal niet van; de doelen van een ander nastreven. Vaak hebben die mensen dan ook geen flauw benul wat hun echte éigen doel is. Mensen rennen ook vaak van de ene challenge naar de andere, omdat ze zó bang zijn dat ze even niks meer hebben te doen. En dan erachter komen wie ze echt zijn, als ze even stil staan.”
Hoe enthousiast was je dan toen je werd gevraagd voor Special Forces VIPS, een programma dat de meeste deelnemers zullen beschouwen als een challenge?
“Ik was terughoudend, omdat tv me altijd doet denken aan ‘gemaakt’. En een traject als dit kun je niet regisseren, je kunt het alleen registreren. Je maakt het kapot als je hier gaat vragen of mensen iets even opnieuw willen zeggen of doen, omdat het er niet goed op stond. Aan de andere kant wist ik wel uit ervaring hoeveel mooie momenten ontstaan in zo’n opleidingstraject, en dacht ik toen geregeld: konden meer mensen dit maar zien.”
Wat blijkt het grootste verschil tussen het trainen en opleiden van commando’s trainen en BN’ers?
“Allereerst natuurlijk de duur: een opleidingstraject bij het Korps Commandotroepen duurt anderhalf jaar. We doen bij het programma ook niks met militaire vaardigheden, daar is het veel te kort voor. En dan heb ik het niet alleen over wapens, maar ook over bijvoorbeeld echt goed kaartlezen.”
Het zullen ook andere menstypen zijn?
“Ook bij het begin van een commando-opleiding, als mensen dus al door een eerste screening zijn gekomen, heb ik wel eens gedacht: ik moet het nog zien met jou, maar ik houd mijn hart vast. En aan de andere kant heb ik bij het programma zeker mensen gezien die ik zeker startbekwaam voor de commando-opleiding vond.”
Heb je door al die jaren iets geleerd over de waarde van een eerste indruk?
“Dat is wel een interessant punt. De mens zit vol met biases. En dat werkt twee kanten op. Als je iemand in een opleiding voor je krijgt, ga je onbewust graven in de kaartenbak in je hoofd. Op wie lijkt hij, aan wie doet hij je denken? Is dat iemand uit mijn ploeg, dan denk ik nog steeds onbewust: ah, dit moet een goeie vent zijn. Levensgevaarlijk, want vervolgens ga je steeds denken: ah, zie je wel. Steeds de bevestiging van je indruk zoeken. Andersom werkt dat hetzelfde. Denken: o die, zo een heb ik er al eerder gehad, die was toen ook niet goed. Dan denk je vervolgens dus steeds: zie je wel, dit kan hij ook niet. De kunst is dus om je objectiviteit te bewaren, hoe lastig ook. Het blijft mensenwerk, maar het scheelt al als je je daar bewust van blijft. En jezelf scherp laat houden door anderen, die je steeds vragen waaróm je zegt wat je zegt. Uiteindelijk is een deel art en een deel science. Kijk, vaardigheden zijn meetbaar: meten is weten. Maar bij gedrag is dat veel moeilijker. Hoe meet je bijvoorbeeld integriteit?”
Is het denken over de nut en noodzaak van een leger veranderd nu er opeens weer een land is binnengevallen, op maar 2000 kilometer afstand?
“Nederland gaat heel opportunistisch om met het leger. Het lijkt een beetje op wel de dekking willen hebben, maar niet de verzekering willen betalen. Dus als er nu voor ons gevoel iets vlakbij de deur gebeurt, dan zijn we opeens allemaal voor een robuuste krijgsmacht. En over een paar jaar geven we weer niet thuis; dan vinden heel veel mensen het leger weer onzin en mag er geen cent meer naar toe.”
Als je mensen een dag zou rondleiden door je geboorteplaats Swifterbant, wat zou je ze dan zeker laten zien?
“Als eerste mijn geboortehuis. Nooit vergeten waar je vandaan komt. In de jaren zeventig was Swifterbant nog niks: het was nieuw land. Een rijtjeshuis, enkel glas, in de winter altijd bloemen aan de binnenkant van de ramen. Altijd koud, altijd wind. En ik zou ze langs het plekje leiden achter het buurthuis, bij het midgetgolfbaantje, waar ik altijd met mijn vrienden ging zitten om te lullen en bier te drinken en muziek te luisteren.”
Je was een hangjongere?
“Ken je dat nummer van Keane, Somewhere Only We Know? Dat gaat over het gevoel dat ik bij die plek heb. Een plek waarvan je alleen weet wat hij betekent als je er zelf vandaan komt. Ik vond en vind dat het leven me meer heeft geleerd op straat dan op school.”
Na je middelbare school meldde je je bij het Korps Commandotroepen, om te beginnen voor de dienstplicht van een jaar. Je wilde ‘de uithoeken van mijn fysieke en mentale incasseringsvermogen onderzoeken’, schrijf je zelf op je site. Heb je die gevonden?
“Ja. Wat in die opleiding gebeurt, doe je jezelf normaal gesproken niet aan. Uiteindelijk kun je jezélf niet verrassen. Als je besluit dat je er in mee gaat, ga je over grenzen heen die je zelf niet voor mogelijk houdt. Dat begint al met simpele dingen. Wat doe je normaal als het hard regent? Ophouden met waar je mee bezig bent, en naar binnen. Er is nog nooit een oorlog geweest, waarbij de strijdende partijen zeiden: we kappen er mee voor vandaag, het is te koud. Het scheelde voor mij wel dat ik ben opgegroeid in de polder, en heel goed weet wat kloteweer is.”
Wat sprak je aan?
“De sfeer leek voor mij heel veel op de waarden die kende uit Swifterbant. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen mensen, we keken tegen niemand op en op niemand neer.”
