In de tijd dat een slimme meid op haar toekomst was voorbereid en drank meer kapot maakte dan je lief was kon je als veertienjarige prima Shandy drinken. Daardoor ontdekte ik de wondere wereld van drank en mijn liefde voor sterk. Ik had er al vroeg van geproefd, want ik dronk als kind stiekem de suikerbodem van het jeneverglas leeg (sorry pap).
Ik merkte dat ik, in tegenstelling tot bier en wijn, na een paar wodka of whisky loepzuiver was. Daar gooide ik soms hoge ogen mee in Twentse kroegen. Tot op een dag het licht uitging. Ken je dat, dat je na een avond uit pas laat in de middag wakker wordt, je moeder je de huistelefoon geeft en je beste vriendin verwijtend vraagt hoe het gaat? Of ik nog weet dat ik op blote voeten door de stad liep?
“En bedankt dat je me aan iedere jongen aanbood die voorbijfietste”, zei Lise, die destijds, zwaar tegen haar wil in, single was. Ze deed het gênante verslag van de dag ervoor, maar ik herinnerde me alleen dat ik, na een toiletbezoek, door de gang van de discotheek stuiterde.
Na het telefoontje poetste ik mijn gitzwarte voetzolen onder de douche, dronk vijf glazen water, bakte een ei en negeerde de genadeloze blik van m’n vader. ‘Een bezopen vrouw vind ik nog erger dan een dronken man.’ Meten met twee maten was toen gewoon, zeg maar het oude normaal.
Wat voor mij veel belangrijker was: waarom was ik in een split second van nuchter naar ladderzat gegaan? Oké, ik had wodka gedronken als water, zoals Lise terecht aangaf. Maar dat deed ik regelmatig. Ik had geen waarschuwing gekregen, niets. Geen tipsy blik, aangeschoten tekst of intense omhelzing maar gewoon BAM: licht uit.
Lange tijd hield ik het daarom maar bij één glas Russisch gerstenat tot ik uit de tent werd gelokt tijdens mijn stage bij de krant. De (volledig mannelijke) redactie had hun werkuitje op mijn laatste stagedag georganiseerd. Ik mocht mee: kriskras met een bus door de regio. Het was hartje winter.
Een lunch hier, whisky en sigaretten daar want workshops daar had nog niemand van gehoord. Julius, die de afdeling infographics belichaamde, vond het ‘keileuk’ dat ik mee was. “Je bent de eerste stagiair die whisky drinkt en nog vrouw ook!” Tegenwoordig valt die opmerking onder de ‘boze, witte boomerpraat’ maar ik heb dat anders ervaren.
In een bruin café sloten we de dag af, rond de open haard. De mannen licht beneveld en hun gezamenlijk ‘jammer dat je weggaat- sentiment’ streelde mijn ego. Ik wilde niet als eerste naar huis, laat staan stoppen met drinken. Wat ik me als laatste voor de geest kan halen is dat iedereen opstond en Peter, de stagebegeleider die pijp rookte, een vriendschappelijke arm om me heen sloeg. We deden de jassen aan en eenmaal buiten sloeg de vrieskou ons letterlijk in het gezicht.
Van daarna heb ik slechts een geluids- en tastfragment: “Maaike, Maaike, Maaike” riepen de mannen terwijl ik allerlei handen onder m’n rug voelde. Hoe ik het de volgende ochtend ook probeerde te herinneren, ik had geen idee hoe ik thuis was gekomen.
Aan het begin van de middag belde ik Julius. “Weet je dan niks meer? Je was instant dronken. Je giechelde maar viel steeds om, zo schattig. Je kreeg de slappe lach bij de ingang van de bus en weigerde in te stappen. Wat ging jij enorm tekeer. Je noemde Peter een mopperige bejaarde, haha. Toen hebben we je maar gewoon met z’n allen opgetild, zo hupsakee: horizontaal de bus in.”
Ik was zo zwaar gegeneerd dat ik slechts een “O wat erg” kon uitbrengen. “Dat hebben we allemaal wel eens, geeft niks meisje. We zijn allemaal gek met je dus we hebben goed voor je gezorgd. Je vriend heeft je van het station opgepikt, dat herinner je toch wel?” Vandaar dat het bed er wel beslapen uitzag, naast me, Ed had me veilig in bed gelegd en was voordat ik wakker werd al weer vertrokken. Die zal vast boos zijn, dacht ik.
Hoe lief de Brabantse fanbase ook was, ik schaamde me diep en heb Julius vrij bot opgehangen. Het voelde zo onprofessioneel dat ik m’n stagebegeleider voor bejaarde had uitgemaakt, ik wilde in een hoek kruipen. Een ding wist ik wél zeker: de volgende stage wilde ik bij een tijdschrift lopen.
