Sinds we elkaar kennen, al ruim tien jaar, had hij altijd geworsteld met een overschot aan kilo’s. Diëten hielpen niets, aan sporten had hij een hekel en voor snacken een voorliefde.
Er was wel eens een gram of tienduizend van hem verdwenen, maar dat zat er dan ook al vrij snel weer aan.
Tot hij in zijn eentje voor twee maanden naar het einde van de wereld, lees Zuid-Amerika, vertrok. Na een trip aan de ayahuasca had hij het licht gezien; er was vanuit een andere dimensie tegen hem gepraat en hij gooide het roer om. Er werden hardloopschoenen gekocht, veganistisch gekookt en gestopt met drinken.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat alle inspanningen hun vruchten afwierpen. Na zes maanden was hij 25 kilo lichter en zichtbaar gelukkiger. De man die altijd onzichtbaar leek voor het andere geslacht werd ineens gezien, schafte een hele nieuwe garderobe aan en leek zelfs een andere manier van lopen te hebben ontwikkeld. Niet alleen dat hij het ook veelvuldig op hoog tempo deed, maar alsof hij met een hele andere houding en blik de wereld tegemoet trad.
Wij, de mensen in zijn omgeving, voelden ons ineens slecht over onszelf. Het is niet chic om toe te moeten geven, en zeker niet over een dierbare vriend, maar als ik door minder sporten en meer ongezond leven eens wat extra gewicht met me mee moest torsen, dan dacht ik altijd: ja maar ik ben nog lang niet zo zwaar als hij. En nu was hij ineens niet degene die een sixpack wegdronk, maar er eentje onder zijn shirt had zitten.
Maar het hardlopen verdween van de ene op de andere dag, eigenlijk zo snel als het ook gekomen was. Gek genoeg bleef de onlangs vergaarde kaaklijn. Dat wekte natuurlijk argwaan. Tijdens een avond en onder het genot van, inmiddels weer, een glas rode wijn vroeg ik naar het geheim. Hij keek samenzweerderig over de rand van zijn glas heen en deed alles uit de doeken.
Of alles, het was slechts één woord dat me verder moest helpen: Rocycle. Als gymleraar in ruste zou ik dit ongetwijfeld moeten kennen, maar ik kwam niet verder dan roeien en fietsen tegelijk. Dat bleek fout. Het is in een donker hol en onder motiverend geschreeuw van een trainer je kapot fietsen, en zweten, gecombineerd met allerhande oefeningen op je stalen ros.
Niet dat hij van fietsen in slecht licht houdt, of van fietsen überhaupt, maar het was de ideale manier van daten. “Daten?”, vroeg ik. “Het is beter dan Tinder, Happn, Bumble, Fruitz en InnerCircle bij elkaar”, antwoordde hij. Ik was vooral onder de indruk van zijn kennis van datingapps. Hij en zijn strakke buik waren regelmatig de enige heren in de groep en niet zelden knoopte na de workout een van de dames een praatje met hem aan, terwijl ze na stonden te dampen van de les.
Met alle gevolgen van dien. Pas maar op online matchers van Nederland, de liefde ontstaat tegenwoordig weer in het donker.
