Op nummer één in de bestsellerlijst van Nederland staat ook deze week: ‘De Nachtdienst’. Schrijfster Esther Verhoef vertelt aan LINDA.nl alles over onderzoek doen, haar meedenkende dochter en Billie Eilish.
“Het was een stroperig proces, maar daar merkt de lezer niets van.”

Esther Verhoef over schrijven van 'De Nachtdienst': 'Ik heb geluisterd naar muziek van Billie Eilish en Snelle'
Esther Verhoef
Je lijst met ideeën wordt enkel groter. Hoe maak je hier een keuze uit, wanneer je aan een nieuw boek begint?
“Op mijn laptop bewaar ik losse fragmenten, dialogen en sfeeromschrijvingen, waarvan ik hoop ze ooit ergens in een boek te gebruiken. Vaak weet ik tijdens het finetunen van het manuscript al welk boekidee ik daarna wil uitwerken. Het nieuwe verhaal is op de achtergrond al aan het warmdraaien.”
“Ongeveer dertig jaar geleden liep ik stage bij een dierenartspraktijk. In de koffiepauze ontstond er een discussie over het opereren van een mens. De ene dierenarts wilde het heel graag eens doen, de ander vond dat moreel verwerpelijk.”
“De spanning die daar vervolgens ontstond, ben ik nooit vergeten. Het zaadje waaruit De Nachtdienst uiteindelijk is ontstaan.”
Voor De Kraamhulp liep je onder andere mee met de politie Rotterdam. Welk onderzoek heb je verricht voor dit verhaal?
“Ik heb in een vorig leven informatieve boeken over dieren geschreven en kwam daardoor bij heel wat dierenartsen over de vloer. In 2019 – toen ik begon aan De Nachtdienst – was dat alweer vijftien jaar geleden.”
“Daarom heb ik als trainee meegelopen bij een jonge, eerstelijns dierenartspraktijk. Negentigduizend woorden en ruim een jaar later kwam ik in contact met een gespecialiseerde dierenarts, die het manuscript heeft nagelopen.”
“Om in de huid te kunnen kruipen van de veertienjarige dochter van Emma heb ik geluisterd naar muziek die zij ook zou draaien, zoals Billie Eilish en Snelle. Ik ben op Snapchat gegaan en heb de hoofdstukken – vanuit het perspectief van de dochter – doorgenomen met mijn zestienjarige nichtje. Het vocabulaire van die meiden is heel anders.”
Ook je dochter kijkt af en toe mee?
“Schrijven doe ik in afzondering, alleen. Met mijn man praat ik regelmatig over de verhaallijnen en de personages. Hij is mijn eerste lezer, en kent hen net zo goed als ik.”
“Sinds Façade (thriller 2019, red.) is ook mijn jongste dochter mee gaan denken en praten. Zij kijkt liever series en raakt als lezer best snel verveeld. Daardoor kan zij precies aangeven waar het verhaal voorspelbaar wordt.”
Maar in afzondering, hoe werkt dat dan precies?
“Als lezer – en als schrijver – is er niets mooiers dan te kunnen verdwijnen in een boek. Om dat voor elkaar te krijgen moet ik mezelf tijdens bepaalde schrijfperiodes langere tijd afsluiten van de buitenwereld. Ik moet mij dan niet nodig voelen als moeder, vriendin, echtgenote of als promotor van mijn werk.”
“Dat wegkruipen in een schrijfproces ging gemakkelijker toen de kinderen nog klein waren. Inmiddels zijn ze 21, 22 en 25 en staan ze voor belangrijke toekomstbepalende keuzes. Daarover meepraten en -denken maakt het soms onmogelijk om mij helemaal af te sluiten, zoals vroeger.”
Wat ‘onmogelijk’ betreft, heeft corona nog invloed gehad op jouw werk?
“Over De Nachtdienst heb ik een halfjaar langer gedaan dan normaal. Gaat het schrijven een paar dagen achter elkaar moeizaam, dan moet ik ‘verhaal halen’. Een paar dagen in een andere omgeving werken, reizen, een terras pakken. Dan komt die woordenstroom vanzelf weer op gang. Dat ging dus allemaal niet het afgelopen jaar. Een stroperig proces, maar daar merkt de lezer niets van.”
Nog een bestseller op je naam. Welke dromen blijven er nog over?
“Ik ben niet zo’n dromer. Er zijn wel dingen die ik onder de knie zou willen krijgen, techno componeren bijvoorbeeld. Ik ben dol op architectuur en interior design en spaar al eeuwen foto’s van huizen die ik prachtig vind. Ooit zelf een bijzonder huis laten bouwen, is een droom. Maar zolang het bij een droom blijft, gaat het niet gebeuren. Het moet een doel worden.”
