Vroeger, toen ik dacht dat je een relatie kon redden ook als de spreekwoordelijke druppel al negen keer is gevallen, besloten de ex en ik toch op het laatst in relatietherapie te gaan. Alles om het gezin niet te verscheuren, meenden we. Want opgeven, doe je heus niet zomaar.
“Welkom”, zegt René op het moment dat we op de zolderkamer in de keiharde metalen stoelen plaatsnemen. Het is duidelijk niet de bedoeling dat je hier volledig op je gemak bent, denk ik als ik om me heen kijk. De relatietherapeut had kort ingeleid dat hij na een ‘volledig uit de hand gelopen veertigers-dip’ zijn toevlucht had genomen tot het boeddhisme. Wij lachten om die beeldspraak, hij niet. Bij de nieuwe identiteit hoorde ook een boeddhistische naam, al ben ik die snel vergeten. Er is wel meer dat ik uit mijn geheugen wilde wissen na die sessie bij René.
“Je mag je schoenen uittrekken. Ik heb een paar extra warme sokken voor jullie. In een nanoseconde geven Harry en ik elkaar een veelbetekenende ‘WTF’- blik. “Ik neem aan dat die schoon zijn”, grap ik als René ons grove wollen sokken aanreikt. “Al mijn cliënten doen hun schoenen uit. Je kunt de volgende keer je eigen warme sokken meenemen als je deze niet prettig vindt.” Ik knik en denk: als er al een volgende keer inzit. Heb ik tijdens de online-zoektocht iets over het hoofd gezien dat aantoonde dat deze man in de alternatieve hoek zit?
Na de binnenkomer start de echte sessie. René maakt een driehoek op de vloer. Op de hoeken liggen papieren met ‘dader’, ‘slachtoffer’ en ‘helper’ erop geschreven. “Je kiest nu het profiel dat je het meeste aanspreekt voor wat betreft jullie verstandhouding.” Geen van de drie spreekt tot de verbeelding. Ik loop wat onrustig van dader naar helper aangezien Harry aarzelend op slachtoffer is gaan staan. “Hoe voelt dat?”, vraagt René. ‘Heel onprettig.” zeg ik. Terwijl hij me analyseert, trek ik de grove, harige sokken uit. “Ze prikken”, leg ik de mannen uit. Het is een understatement, ik word GEK van de jeuk.
Na deze oefening moeten we tegenover elkaar zitten en vijf dingen opschrijven die je geweldig aan de ander vindt en vijf die je irriteren. “Als jullie zover zijn mag je het hardop voorlezen.” “Maaike, begin jij maar.” (Story of my life, altijd dat fucking voortouw nemen.) “Je hebt veel geduld”, zeg ik. “Kijk hem in de ogen” zegt René streng, Zonder waarschuwing schuift de relatietherapeut ineens een spiegel tussen onze gezichten. Ik slaak van schrik een gil .
“En zeg dat nu nogmaals, en kijk daarbij naar jouw spiegelbeeld.” “Je hebt veel geduld… Sorry hoor”, zeg ik lacherig, maar ook licht geïrriteerd. “Maar wat is dit? “Misschien had ik het even moeten uitleggen. Vaak is dat wat je mooi vindt aan de ander, dat wat je óf aan jezelf waardeert óf juist mankeert. Ben jij zelf ook geduldig?”, vraagt René.
“Zeker niet”, zeg ik met een grijns. Harry glimlacht en kijkt instemmend. “Ik ben juist heel ongeduldig”, zeg ik blij. “Kijk, jullie lachen nog wel samen”, zegt René, terwijl hij de sfeer met z’n woorden doodslaat.
Nadat onze kille jeugd erbij is gehaald eindigen we de urenlange sessie met een ademoefening. “Ik zie dat het je moeite kost”, zegt René als ik m’n ogen weer opendoe nadat ik tegen de gewoonte in extreem lang door de mond heb uitgeademd. “Klopt”, zeg ik.
René wil de volgende afspraak per mail regelen. Huiswerk voor mij is het advies “dit op je in te laten werken en vooral: het serieus te nemen.” Als we de schoenen aanhebben en ik op hakken de nauwe trap afloop, vallen Harry en ik bijna de trap af. ” Gaat het?”, klinkt het van boven. “Ja!”, zegt Harry, die daarna in mijn oor fluistert: “Wegwezen hier.”
Lachend rijden we naar huis, want een gezamenlijke ‘vijand’ is wat ons, voor dat moment, nog bindt. Eén ding heeft de relatietherapeut me geleerd: kies in therapie, in welke vorm dan ook, altijd voor iemand met wie het klikt. En wat betreft het doodgebloede huwelijk: helaas bieden behaalde resultaten en gezamenlijke vijanden geen garantie voor de toekomst.
