‘Wat? Zeggen mannen dat echt?’, vraagt de stomverbaasde echtgenoot van mijn vriendin. Naar aanleiding van de veel besproken uitzending over ‘The Voice’, is dat uiteraard het gesprek van de dag.
Mijn vriendin en ik zijn niet erg geshockeerd van de meeste uitspraken in vergelijking met wat er allemaal tegen vrouwen wordt gezegd. ‘Wat vond ik vroeger eigenlijk veel normaal!’ zegt mijn vriendin. ‘Nu denk je: Nou jaaaaa. Dat kán toch niet!’
Zoals jaren geleden die ene collega van de administratie die altijd wat te vragen had over een factuur. ‘Was dat voor de fotograaf?’ Net effe te dicht over de vrouwelijke medewerkers heen gebogen. De meesten maakten zich spoorslag uit de voeten als hij in zicht verscheen. Hij kwam trots met de bevallingsfoto’s van zijn vrouw. Up close and personal. Ze lag nog wijdbeens, hun tweeling er net uitgepoept en riant uitzicht op haar vagina. Ik voelde hoe hij me ietwat hijgerig aankeek toen hij deze foto presenteerde. ‘Ik denk niet dat je vrouw het erg leuk zal vinden dat je dit laat zien Bert’, zei ik en tikte driftig verder op mijn toetsenbord.
En dit is nog mild. We kregen een a.i. leidinggevende die niet van me af kon blijven. Had ik een kort rokje aan, dan bekeek hij me van onder tot boven en zei dan: ‘PINGGG’ waarbij hij zijn wijsvinger recht omhoog stak ten teken dat hij een erectie kreeg. Hij dribbelde achter me aan naar de koffieautomaat. Terwijl ik wachtte tot de bekertjes gevuld waren, moest ik hem echt van me afschrapen. Soms was ik zo wanhopig dat ik mijn armen omhoog deed en zei: ‘Oké, voel maar. Als je me dan voor de rest van de dag met rust laat.’ Dan greep hij me achterlangs volop bij mijn borsten en zei: ‘Oh heeeeerlijk.’
Waarom ik niks deed? Ik was een alleenstaande moeder, ik had een kind op te voeden. Deze man was degene die mij als freelancer on the struggle bus een fantastisch contract voor onbepaalde tijd gaf. Ik kon anderhalve dag thuis werken zodat ik bij mijn kind kon zijn. Als journalist in vaste dienst kreeg ik een auto, laptop en telefoon van de zaak. ‘Iedereen heeft in zijn leven dat zetje nodig’, zei hij toen ik het contract tekende. Ik was hem zo ongelooflijk dankbaar. En dat zag hij graag terug in wat inschikkelijkheid. Mijn collega’s? Ze keken me meewarig aan als ik zijn kantoor, waar hij de deur achter me dicht had gedaan om een ‘artikel te bespreken’, weer uitkwam. Maar iedereen bleef stil. Immers, hij was ook hun leidinggevende. Misschien als ik had toegegeven had ik een nog veel rianter salaris gehad, maar ik kon het niet. Het was een dagelijks gevecht.
Dan zie ik het filmpje voorbij komen van Anouk die bij Collegetour tegen Twan Huys zegt: ‘En als er geneukt moet worden, dan wordt er geneukt’, (om haar carrière verder te helpen). Is dat zo Anouk? Hoe voelde je je daarbij? Toen ik het voor het eerst zag vond ik het heel eerlijk en stoer, maar nu vind ik het volslagen absurd. Ik zou Anouk willen vragen of ze dit ook zou zeggen als het haar dochter betreft?
Maar het allerergste vind ik het victim shaming/blaming. Dat zag je bij het Epstein-schandaal en je ziet het ook nu: ze waren toch vrijwillig meegegaan? Deed me denken aan mijn avontuur met de piloot vorig jaar. De bijna rape-date. Ik kreeg dezelfde comments onder mijn column. Ik had erom gevraagd, ik zou het zelf ook wel lekker hebben gevonden. De ergste was: ‘Lekker uit je duim gezogen.’ Die vond ik killing. Het is namelijk precies het tegenovergestelde bij slachtoffers van seksueel misbruik. Zo weet ik, net zoals zo ongelooflijk veel andere vrouwen.
Maar liefst één op de vier vrouwen heeft te maken (gehad) met misbruik. Dus kijk even om je heen. Kijk eens naar je collega’s, naar je vriendinnen, vrouwelijke familieleden. Ze zitten er allemaal tussen en zwijgen over wat hen is overkomen. Bang niet geloofd te worden, bang zelf aanleiding te hebben gegeven. Bang dat je de familie uit elkaar scheurt wanneer je het vertelt, want in 85 procent van de gevallen is de dader een bekende. Misbruik kent namelijk vele gezichten. De gezellige oom, de lollige zwager, de sympathieke huisvriend. Ga je tegen je moeder zeggen: ‘Je broer kwam bij me in bed liggen toen ik daar logeerde?’ Nee, want je beseft wat dit teweegbrengt. De tentakels van het verdriet woekeren de hele familie door. Dus je zwijgt.
Seksuele intimidatie heeft ook vaak niets te maken met geweld, maar met manipulatie; het gevoel dat je geen keus hebt. Je laat het gebeuren en achteraf voel je je vies, besmeurd en zit je vol zelfverwijt. Dat blijft heel lang aan je plakken. Gelukkig had mijn jonge geest genoeg veerkracht om het misbruik achter me te laten. Ook wilde ik niet dat de dader ook maar enige macht had over mijn seksualiteit. Dat kon alleen maar door hem geen ruimte meer te geven in mijn hoofd. Maar als het misbruik op jongere leeftijd niet had plaatsgevonden, was ik misschien later weerbaarder geweest tegen mijn handtastelijke leidinggevende. Wie zal het zeggen?
Ik zie de advocaat van een van de vermeende daders voor me. Hij zegt dat het slachtoffer niet duidelijk ‘nee’ heeft gezegd. Voor hem c.s. ga ik het nog één keer zeggen: Alles behalve ‘ja’ is ‘nee’. Zo simpel. ‘Ik weet het niet, misschien, zullen we even wachten, niet hier,’ is nee. Lichamelijk bevriezen: nee. ‘Ik ben van gedachten veranderd’ ook een nee.
Een dickpic? Prachtig van mijn geliefde, maar een ongevraagde erectie op mijn beeldscherm vind ik walgelijk.
Elke seksuele handeling hoort op vrijwillige basis. Dat is je geboorterecht.
Je hoeft jezelf niet omhoog te neuken voor een optreden, je hoeft je niet aan je borsten te laten graaien voor een baan en een fatsoenlijk salaris. Net zo goed als dat Anouk kan zingen, kan ik schrijven. We hadden dat contract moeten krijgen, omdat we talent hebben. Zonder enige vorm van fysiek wisselgeld.
Misogynie ligt nog zwaar verankerd in onze samenleving. Seksueel misbruik/intimidatie is hier helaas een onderdeel van. Mannen die vinden dat ze het recht hebben om hun penis in een jonge vrouw te steken. Alsof hij even zijn neus snuit. En vrouwen die zeggen dat het ‘eigen schuld’ is.
