Mehmet heeft het druk. Te druk voor mij. Natuurlijk appt hij elke dag, stuurt hij kusjes, woorden als ‘liefje wat ben je aan het doen?’, maar fysiek heeft hij het te druk. Het huis waar zijn kinderen en ex-vrouw wonen krijgt dakkapellen, want: fijn voor de kinderen, wat meer ruimte op hun kamer. En zijn hulp is daar bij nodig.
Het is druk op het woonerf in suburbia. En druk in mijn bovenkamer. Wat heeft dit voor zin voor mij? Eeuwig wachten op mijn beurt. Letterlijk en figuurlijk.
Na wikken en wegen, draaien en malen, pak ik ‘s avonds om tien uur mijn telefoon. ‘Schiet het een beetje op?’, vraag ik. Mehmet is nog bij de verbouwing.
‘We zijn net klaar met spullen naar beneden sjouwen, want morgen komt de timmerman,’ schrijft hij. ‘Maar wat wil je zeggen?’, hij voelt me doorgaans haarfijn aan.
‘Dat ik van je hou. Maar dat dit voor mij niet werkt. Te weinig tijd. Te weinig ruimte.’
‘Schat,’ appt hij terug, ‘ben bezig met het huis. Het is een chaos. Ik doe dit omdat mijn kinderen hier wonen. Lief, het is even zo.’
Ik begin te tikken, dat het me verdriet doet, dat ik hier onrustig van word. Dat ik hem niet kwijt wil, maar zo niet hoef te hebben. Ik haal mijn schrijvelarij echter steeds weg, want ik kan de juiste woorden niet vinden. Hoe stop je met iemand van wie je houdt? Rigoureus natuurlijk, maar ik kan het gewoon niet. Het idee hem niet meer te zien breekt mijn hart. Daardoor kan ik niet de juiste woorden vinden. Wat ik schrijf is, of te slap of te venijnig, en ik wil geen van beiden. Wat ik natuurlijk eigenlijk wil horen is dat hij me mist, ook van mij houdt. Dat het goedkomt. Niet dat het ‘nu even zo is.’
‘Wat schrijf je twee minuten lang?’, vraagt hij.
‘Ik ga slapen schat, x’, app ik terug.
‘Hele tijd typen en dan slapen’, antwoordt hij geïrriteerd. ‘Ok!’
‘Ik wil iets zeggen,’ probeer ik hem uit te leggen, ‘maar heb de juist woorden niet voor handen. Het laatste wat ik wil, is dat het tussen ons eindigt met een appje.’
‘Neeee doe ff normaal!’, is zijn reactie.
Ik ga mijn bed in. Ik swipe verveeld door Tinder. Misschien moet ik gewoon maar weer eens gaan afspreken. Met een ander. Misschien dat ik dan wel de ruggengraat kweek. Als ik mijn aandacht op iemand anders kan richten, doet het misschien niet zo’n pijn.
Dan stuit ik op een foto van een kunstenaar. Ene Jacques. Een beeldhouwer. Stoere kop, een paar dagen baard en zo te zien behoorlijke spierballen van het gebeeldhouw. ‘Why not?’, denk ik en swipe naar rechts. It’s a Match antwoordt Tinder direct in felle letters. Ik krijg al snel een bericht en het blijkt dat we allebei in hetzelfde deel van Amsterdam wonen, en na wat prietpraat ook dezelfde cafés frequenteren.
De volgende dag krijg ik een bericht van Jacques: ‘Ik zit in het café. Kom je ook?’ Ik denk even na… Ach, waarom niet, zo spontaan? Ik trek snel mijn gezicht aan en ben op weg. Jacques zit aan een tafeltje en wanneer ik voor hem sta, zie ik al meteen zijn ietwat gelige oogwit; het is een drinkertje.
“Assieds-toi”, zegt hij, terwijl hij zwierig naar de vrijgehouden plek naast hem op de bank wijst, gevolgd door een: “Ça va?” Hij houdt van Frankrijk vertelt hij meteen. Hij vertelt honderduit. Hoe hij voor een habbekrats onderhuurt, dat hij geen auto heeft want ‘oh oh die parkeertarieven in Amsterdam’, maar wel vaak de voiture van zijn broer leent.
Parijs, waar hij dol op is en daar lekker voor niks bij zijn Franse vrienden logeert. Hij is een echte Francofiel. Maar graag zonder ook maar een centime uit te geven. Ondertussen tettert hij de vin rouge vlotjes achter elkaar weg. Jacques verontschuldigt zich even, hij moet naar de toi. Hij staat op van de bank maar er gebeurt niet veel. Ik kijk hem ietwat beteuterd aan.
Jacques blijkt niet alleen een klaploper, maar ook een onderdeurtje. Wanneer hij terugkomt en weer aanschuift – zonder dat er veel lengteverschil is tussen zitten en staan – strijkt hij over mijn kin. “Ik zou wel een mooie buste van je willen maken. Je hebt een beetje een Brigitte Bardot vibe.” Nee, ik moet zijn complimenten niet wegwuiven, want hij kan het weten; als kunstenaar is hij immers een connaisseur.
Dan heb ik heb genoeg van zijn ge-vive-la-france. Wanneer hij vrolijk “voila!” roept bij het volgende wijntje, is het voor mij gedaan. Ik sta op en zeg: “Le temps presse”, en wat mij betreft adieu Jacques! Wanneer ik in de auto even geniet van de stilte in het donker, licht mijn telefoon op. Mehmet. ‘Slaap lekker lief.’
Ik voel me kut en rij naar huis. Ik zet muziek op om het moreel op te beuren. Nee, geen ‘Dansez maintenant’, maar ‘Dostluk Halayi’ van Yurtseven Kardesler. Mijn hart ligt nu eenmaal bij mijn Turkish Delight.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering van Tinderella verschijnt vrijdag 12 november om 20.00 uur op LINDA.nl.
*Sophie is niet haar echte naam
