Het is oorlog in Europa. Een collega vroeg me of ik al jodiumtabletten had ingeslagen, want dat schijnt bij een atoombom de opname van radioactieve straling in je lijf te helpen voorkomen. Maar of je die dan vast preventief moest gaan slikken, of pas op het moment dat er daadwerkelijk zo’n bom uit de lucht kwam vallen, wist ze niet precies.
Wat wisten wij ook eigenlijk van écht levensbedreigende crisissen? Een oorlog hebben de meeste Nederlanders zelf nooit bewust meegemaakt. Geen bombardementen, geen soldaten in de straten. Er komt altijd water uit de kraan, we hebben licht en verwarming, de schappen in de supermarkt puilen uit van de zaken die we eigenlijk niet eens per se nodig hebben. We gaan op vakantie – hoewel, de afgelopen twee jaar misschien iets minder –, vieren carnaval en kopen nog maar eens wat nieuwe kleding die we eigenlijk ook niet eens per se nodig hebben.
Maar ja, zo’n leven leidden veel mensen in Oekraïne tot voor kort ook. Toch is het daar nu oorlog, worden huizen verlaten, op de vlucht voor de Russen, en worden bij de grens mannen van hun gezinnen gescheiden omdat ze moeten meevechten tegen de vijand. Wie zou ik zijn in een oorlog? Geen held, vrees ik, die haar leven vrijwillig in de waagschaal zou stellen voor volk en vaderland. Ik zou hooguit dapper zijn als ik daarmee mijn kinderen kon beschermen.
Zolang het geen oorlog is, is het makkelijk fantaseren over hoe moedig je zou zijn als het er echt toe zou doen en welke fictieve verzetsdaden je dan allemaal zou plegen. Maar de realiteit is dat we bijna allemaal echt niet zo heldhaftig zouden zijn. Daarom kijken we nu ook massaal vol bewondering naar Volodymyr Zelensky, de president van Oekraïne die een aanbod van de Amerikanen om hem te evacueren afsloeg en nog altijd met kogelvrij vest rondloopt in de straten van Kyiv, speeches houdt en koffiedrinkt met zijn manschappen.
Nog een ongemakkelijke realiteit in een oorlog: ‘de vijand’ blijkt helemaal niet zo eenduidig slecht als-ie altijd in Hollywoodfilms wordt afgebeeld. Veel van de Russische soldaten die op pad zijn gestuurd naar Oekraïne zijn amper achttien jaar oud, kinderen nog eigenlijk, die tanks moeten besturen en met wapens rondlopen. Thuis hebben ze te horen gekregen dat ze de Oekraïense bevolking ‘gaan bevrijden van de nazi’s’ en waarom zouden ze dat eigenlijk ook niet geloven?
Als de media worden gecontroleerd door de staat, is het lastig een objectieve mening te vormen. Of überhaupt in te zien dat wat je allemaal te horen hebt gekregen misschien wel helemaal niet klopt. Ik heb medelijden met deze jongens, zoals ik ook medelijden heb met de Oekraïners.
Één gelukje: dit verhaal kent in ieder geval wel een duidelijke boeman, daar is iedereen (behalve Thierry Baudet) het toch wel over eens. Vladimir Poetin, de man die zich graag met blote borst in een kolkende rivier of boven op een paard mag laten fotograferen, maar zich nu het erop aankomt verre van het front houdt en vanuit Moskou dreigende taal de wereld instuurt. Een megalomane alleenheerser die naar het schijnt inmiddels woedend is dat de invasie een stuk minder soepel loopt dan gepland én over de reacties uit de rest van de wereld. Nu maar hopen dat-ie bij de launch-knop van de atoomwapens uit de buurt blijft. Want jodiumtabletten heb ik nog steeds niet in huis.
