En het had nog wel zo’n schitterend moment moeten worden. Onze kinderen zouden binnenkort op de crèche van de babygroep naar de dreumesen verhuizen. En dat betekende dat het ook tijd werd voor hun eerste echte paar schoenen.
In hun nieuwe groep zou, als het weer dat toeliet, veel vaker buiten gespeeld worden en het was ook zo sneu als zij dan in een wandelwagen moesten zitten terwijl de rest over het plein kroop en waggelde.
Nou hadden we ze wel eens eerder geprobeerd schoentjes aan te trekken – gewoon voor de leuk, want aangezien ze toch nog niet liepen, was het feitelijk eigenlijk nergens voor nodig. Maar dat was niet bepaald een groot succes geweest: als het al lukte om een schoen aan zo’n tegenstribbelend voetje te krijgen, dan werd die er binnen no time weer afgewerkt en vervolgens meestal in hun mond gestopt. Onze zoon weigerde negen van de tien keer zelfs zijn sokken aan te houden.
Maar goed, het eerste echte paar schoenen zou toch een mooi mijlpaalmoment zijn, zeker omdat de zoon in kwestie inmiddels was gaan lopen. Ter verhoging van de feestvreugde en omdat we eigenlijk geen idee hadden welke schoenmaat onze beide kinderen precies hadden, besloten we op een zaterdagochtend met z’n allen naar de lokale kinderschoenenwinkel te gaan. Ik had zelfs mijn camera meegenomen om dit moment voor de eeuwigheid vast te leggen.
Reuze naïef, besef ik achteraf zelf ook wel. Een beetje dom ook, want ik had na vijftien maanden best kunnen weten dat dergelijke ‘eerste keren’ in de praktijk zelden daadwerkelijk memorabel en feestelijk zijn. Zo had ik me toen ze vier maanden oud waren ook enorm verheugd op hun eerste fruithapje, nadat ze maandenlang volledig op borstvoeding hadden geleefd. Wat zouden ze gaan genieten van de gepureerde banaan met sinaasappel!
Mooi niet natuurlijk. Onze dochter trok bij het zien van de lepel al een argwanend gezicht, spuugde het hapje vervolgens de kamer door en zette het op een brullen. Onze zoon, die als tweede aan de beurt was geweest, weigerde na het zien van dat schouwspel om überhaupt zijn mondje open te doen. Uiteindelijk werden ze dol op fruithapjes – en later op zo’n beetje alles wat eetbaar is – maar er gingen toch wel een paar weken overheen voordat we zo ver waren.
Hetzelfde gold voor hun baddersessies. Ook daar had ik voor hun geboorte al naar uitgezien. Het leek me zo’n heerlijk ontspannen en intiem moment. Maar daar dacht onze tweeling duidelijk anders over. In bad gaan betekende krijsen. Álles met water betekende krijsen, concludeerden we nadat we het ook meermaals onder de douche hadden geprobeerd. Deze keer duurde het bijna een jaar voordat broer en zus besloten dat in bad gaan toch eigenlijk best leuk is.
Ik was dus gewaarschuwd, zou je zeggen. Misschien ben ik gewoon erg hardleers, want het overviel me volkomen toen beide kinderen het in de schoenenwinkel vrijwel direct op een gillen zetten. Gelukkig waren we in ieder geval met z’n vieren gegaan. Nu konden we allebei een dreumes in bedwang houden, terwijl zij werden gemarteld met het meten van hun voeten en passen van hun eerste schoentjes.
Alle schoenen waren duur en lelijk, ik schaamde me dood dat het ons niet lukte onze kinderen te kalmeren en ik had het inmiddels stikheet achter mijn mondkapje. Dus kochten we uiteindelijk maar lukraak het eerste paar dat goed paste en volgens de verkoopster heel geschikt was om mee te oefenen. Er zijn natuurlijk nul foto’s van dit memorabele moment gemaakt. Al denk ik wel dat ik het inderdaad nooit meer zal vergeten.
