Marina Wijn (41, foto rechts) werkte van 2001 tot 2009 voor Kemna Casting. Ze leerde er het vak van Job Gosschalk en werkte langdurig met hem samen, ook toen ze erna freelancer werd. Geïnspireerd op Marina’s ervaringen schreef Eva Loesberg (39) de roman ‘Alles is spel’.
Vanaf donderdag ligt het boek in de winkel en in LINDA.176 staat een voorpublicatie. Niet alleen spreken we Marina over haar relatie met Job Gosschalk, ook bellen we Eva om feit en fictie te kunnen onderscheiden.
Hoe lang kennen Marina en jij elkaar al?
“Oh, al heel lang! We hebben samen Theaterwetenschap gestudeerd. Ik ging vervolgens naar de Filmacademie en zij ging werken bij Kemna Casting. We spraken iedere vrijdag af in de kroeg en praatten dan bij.”
Wanneer ontstond het idee een boek te schrijven?
“We zeiden heel vaak tegen elkaar: we moeten eens een boek schrijven over wat we meemaken. De castingwereld, de acteurs, de sterren en de wannabe-sterren. Gewoon, een lekker leesboek. Bridget Jones meets The devil wears Prada. Anderhalf jaar geleden stonden we op een punt in ons leven waarop we zeiden: ja, nu kan het en nu moeten we het doen. We wilden met een fictioneel boek een leuk inkijkje geven in de castingwereld.”
En toen deed zich plotseling een enorm schandaal voor rond Job Gosschalk, die in de slipstream van #MeToo in opspraak kwam.
“Ja, daar werden we echt volledig door overdonderd. Het was november en we waren net een maand bezig aan het boek. Ik had Marina al een paar keer geïnterviewd. We vroegen ons hardop af of we ons boek nu door moesten zetten of niet. Uiteindelijk hebben we besloten om de hoofdpersoon in ons boek net zo overdonderd te laten zijn als wij zelf waren, door alles wat er via de media naar buiten kwam.”
Lees ook
Marina (41) werkte jaren met Job Gosschalk: ‘Hij heeft heel veel voor mij betekend’
Had Marina jou wel eens verteld over zaken die je tot #MeToo zou kunnen rekenen?
“Ik heb veel verhalen gehoord, maar nooit in die zin. Het is ook niet zo dat de hele castingwereld nu ineens hard en afschuwelijk is. Zo zwart-wit is het niet. Het speelde wel, maar erg onder de oppervlakte. En zo hebben we het ook in het boek verwerkt. Het begint al met de monoloog van Pien, de hoofdpersoon. Zij kijkt nu ineens heel anders naar haar leidinggevende Sal en vraagt zich af of ze echt niks heeft gezien.”
Je had, naar aanleiding van het schandaal, ook een journalistiek en waarheidsgetrouw boek kunnen maken.
“Die kans lag er ook, ja. Maar dan hadden we een ‘vuile was-boek’ moeten maken, waarin we vastlegden wie wat gezegd heeft en op welk moment. Dat was onze insteek helemaal niet. We wilden graag een boek schrijven dat lekker weg leest.”
We maken in het boek kennis met Pien, wiens ervaringen in de castingwereld geïnspireerd zijn op de ervaringen van Marina.
“Ja, ze komt vol ambitie binnen bij het bedrijf. Daar leert ze de normen en wetten kennen die daar blijkbaar gelden. We gaan met haar die wereld in: de eerste audities, de eerste gênante ervaringen, de eerste premièrefeestjes. Waarbij blijkt dat de acteurs op de fiets komen en pas om de hoek in een limousine stappen. Pien merkt gaandeweg dat het werk haar leven wordt en dat gaat steeds verder, tot ze zichzelf heel hard tegenkomt. Dat is het moment waarop anderen over haar grenzen gaan en ze moet leren zelf ‘nee’ te zeggen.”
Ben je niet bang dat mensen uit de castingwereld over zichzelf lezen in het boek?
“Nee, want geen van de personages is gebaseerd op een bestaand persoon. Het kan dat iemand zich herkent in een karakter, maar we hebben echt eigen personages gecreëerd. In die zin is het ook fictie. Niemand kan zeggen: hé, dit gaat over mij. Wat niet wil zeggen dat de situaties niet heel herkenbaar zijn.”
Heb je naast Marina nog andere mensen geïnterviewd over hun ervaringen?
“Nee, voor het boek niet. Maar ik ken natuurlijk wel heel veel andere mensen en kom zelf uit de filmwereld. En zo hebben we het ook geschreven, een beetje als een film. We hebben de grote berg verhalen die we in de loop der jaren hebben gehoord bij elkaar gelegd en gebruikt ter inspiratie. Daar zitten hele leuke en gênante verhalen tussen. Over de zweterige ruimtes met acteurs die op het punt staan een scène te spelen waarin een orgasme wordt gefaket, bijvoorbeeld.”
Lees ook
Beau van Erven Dorens heeft óók nare ervaring gehad met Job Gosschalk
Jullie wilden een boek schrijven dat lekker weg leest. Dient het boek ook een ander doel?
“Wat we proberen te laten zien is wat er kan gebeuren, wanneer je je laat leiden door angst om de boot te missen. Dat geldt niet alleen voor jonge acteurs, maar voor jonge werknemers in het algemeen. In het bedrijf lijken er bepaalde regels en wetten te gelden waarin de hoofdpersoon zich aanpast – zonder dat ze zich daar echt in kan vinden. Ik denk dat dat in meer bedrijven speelt, in alle lagen van de samenleving.”
Zo klinkt het bijna als een ethische gids voor op het werk.
“Nee, het is voor het grootste deel een romantische komedie. Het is niet alleen maar heftig, het is voor driekwart gewoon grappig. Maar als ik iets hoop dat mensen uit het verhaal halen, dan is dat het. Het is niet de boodschap die we letterlijk vertellen, maar wat het hoofdpersonage overkomt. Zij leert daardoor dichter bij zichzelf te blijven en te zeggen: dit is mijn grens.”
In LINDA.176 staat een voorpublicatie uit Alles is spel van Eva Loesberg. Vanaf vandaag ligt die in de winkel. Liever online bestellen? Dat kan hier.