Een op de drie vertrouwenspersonen ziet racisme op de werkvloer. Een derde van de 305 ondervraagden kreeg racismemeldingen binnen. 41 procent daarvan ging over een collega, 37 procent over de leidinggevende.
Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws in samenwerking met de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen. Bete van Meeuwen (26) vertelt hoe zij racisme om zich heen ervaart.
Wat is je vroegste herinnering aan racisme?
“Mijn vroegste herinnering is dat mijn moeder me rond mijn derde of vierde levensjaar moest leren dat ik tegen andere mensen moest zeggen dat ze niet aan me mochten zitten. Omdat mensen mijn krullende haar schattig vonden en mijn huidskleur speciaal, vonden mensen het, waar ik ook kwam, normaal om even aan mijn haar te voelen. Dat is zo raar als je nog zo klein bent, want je kent die mensen niet. Daardoor voelde ik me onveilig en moest ik als klein meisje volwassenen op hun gedrag aanspreken. Terwijl ik niet degene zou moeten zijn die daar rekening mee moet houden.”
“Hetzelfde geldt voor zwarte jongens. Hen wordt geleerd hoe zij om moeten gaan met de politie. Daardoor ligt het probleem bij de zwarte gemeenschap, terwijl dat probleem bij ons allemaal ligt.”
Hoe gingen jouw ouders ermee om dat ook in Nederland niet iedereen gelijk wordt behandeld?
“Ze legden mij van jongs af aan uit dat het zou kunnen dat ik voor minder word aangezien, door mijn huidskleur. Ik moest me er vanaf de basisschool al bewust van zijn, zodat ik er niet van zou schrikken als het daadwerkelijk zou gebeuren. Ik vind het belangrijk dat scholen, maar ook alle ouders, ongeacht hun huidskleur of de huidskleur van hun kinderen, het met hun kinderen over racisme hebben.”
“In de documentaire Wit is ook een Kleur van Sunny Bergman kwam bijvoorbeeld naar voren dat de kinderen van ouders die praten over racisme, anders kijken naar kinderen met een andere huidskleur, dan kinderen van ouders die dit niet bespreken. Bij vragen over een plaatje met een wit en een zwart poppetje, noemden de kinderen die het nooit over racisme hadden gehad het zwarte poppetje dom en het witte poppetje slim. De kinderen die wél gesprekken hadden gehad over racisme, zagen andere verschillen voordat het hen opviel dat de huidskleur van de poppetjes verschilden.”
Welke verhalen over racisme zijn jou het meest bijgebleven?
“Ik sprak een zwarte agent die eigenlijk met zijn gezin naar een andere stad wilde verhuizen, maar dit niet durft omdat hij na vijf of zes jaar eindelijk zijn plekje in het korps had gevonden. Hij heeft daar een netwerk opgezet, waarbij mensen van kleur witte mensen leren over alle problemen waar zij als niet wit-persoon tegenaan lopen. Helaas zijn er verschillende Facebookgroepen voor politiekorpsen, waarin door agenten veel haatdragende reacties over de protesten worden geplaatst, zoals ‘er zou zoutzuur over die mensen heen gegooid moeten worden’. Die zwarte agent is daardoor bang, dat hij in een ander korps te maken zal krijgen met zulke racistische collega’s.”
“Dit zijn reacties van mensen die ons eigenlijk zouden moeten beschermen. Agenten die weten dat er ook zwarte collega’s in de groep zitten die dit kunnen lezen. We denken vaak dat de politie er voor iedereen is, maar we vergeten soms dat dit ook mensen zijn met eigen meningen en issues die ze vervolgens meenemen naar hun werk.”
Wat maak jij dagelijks mee waarvan je weet dat witte mensen hier niet mee te maken hebben?
“Ik hoor heel vaak: ‘Nee, jij bent anders’. Hierdoor heb ik zelf heel lang last gehad van geïnternaliseerd racisme. Als ik anders was, en dat was dan blijkbaar beter, wat zei dat dan over de ‘anderen’. Ik wilde daardoor op een gegeven moment niet lijken op andere zwarte mensen, want ik kreeg door witte mensen vaak het gevoel dat die andere zwarte mensen geen goede mensen waren. Je gaat jezelf afvragen ‘Ben ik dan eigenlijk wel zwart?’ en ‘Hoe zien andere mensen mij?’. Ik heb het mezelf echt moeten afleren dat ik ook andere zwarte mensen als minder was gaan zien.”
“Daarnaast vond ik mijn natuurlijke haar altijd lelijk. Mensen vroegen me altijd wanneer ik het weer stijl ging maken of ze vroegen of ik mijn faux locks of braids wel waste. Ik vraag jou toch ook niet of jij je haar wel wast? Natuurlijk was ik mijn haar.”
“Ook weet ik dat zwarte mensen vaak meemaken dat mensen verbaasd zijn als ze een studie hebben gedaan of überhaupt de middelbare school hebben afgemaakt. Of dat ze denken dat elk zwart persoon hetzelfde denkt of dezelfde interesses heeft. Opmerkingen als: ‘Jij zou wel vaak te laat komen’, ‘Jij houdt zeker wel van kip?’ en ‘Jij bent zeker niet geïnteresseerd in politiek?'”
“Veel mensen wuiven bepaalde opmerkingen dan weg als grapje, maar beseffen niet hoe kwetsend dit kan zijn. Vooral niet als je dit dag in, dag uit te horen krijgt. Ik sprak een Marokkaanse man die elke dag te horen krijgt: ‘Ik moet wel even kijken of mijn fiets er nog staat’ of ‘Even checken of ik mijn portemonnee nog heb’. Intentie is niet hetzelfde als impact. Dat jij iets als grapje bedoelt, betekent niet dat het mij niet kwetst.”
Om racisme dat in Nederlands speelt op een veilige manier zichtbaar te maken, is Bete op zoek naar verhalen van mensen die racisme hebben ervaren. Deze verhalen zullen anoniem worden gebundeld. Wil jij jouw verhaal delen? Stuur Bete dan een privé bericht op haar Instagram @betephotography.