Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is Astrid Joosten (63) aan de beurt. Over wijnen, presenteren en trouwen – ooit.
Elke liefde heeft een beginpunt. Wat was het begin van jouw liefde voor wijn?
“Ik heb eigenlijk nooit iets anders gedronken, ik hou niet van sterke drank: aan mij kun je geen whisky of cognac slijten, hoogstens een cocktail in vakantiestemming. Tijdens mijn studententijd dronk ik al wijn, maar dan slechte: uit van die kartonnen pakken. Op een gegeven moment werd de wijn wat beter, maar dan nog steeds vanuit lage criteria: omdat je daar géén hoofdpijn van kreeg. Het begon pas echt toen ik op vakanties met vriendjes in Frankrijk ontdekte dat je bij wijnboeren gewoon het erf op kan rijden en kan vragen om hun wijn te proeven en eventueel te kopen. Toen begon het te borrelen, al wist ik er nog steeds niks van, en begon het me te storen dat ik in restaurants weleens goede wijn dronk, maar dan twee maanden later niet meer wist welke dat was, omdat ik geen enkele referentie van een druif, streek of naam had. Het irriteerde me zo dat ik geen houvast had, dat ik een cursus basiskennis in wijnen volgde.”
Je hebt samen met Thérèse Boer inmiddels een eigen online wijnwinkel, jullie geven masterclasses en schreven samen boeken over wijn. Het cliché luidt: goedkope wijn is slecht, dure wijn is goed. In hoeverre klopt dat?
“Allereerst: het is niet nodig om slechte wijn te drinken, maar er wordt veel slechte wijn gemaakt in de wereld. Lekkere wijn kan heel betaalbaar zijn. Maar er is een ondergrens. Wat kost een lége wijnfles, dus zonder sap erin? Dus alleen de fles, het etiket, de kurk of schroefdop, de doos, de transportkosten, accijnzen? Drie euro! Dan heb je nog geen wijn. Dus als je een fles wijn koopt van €3,95, dan zit daar voor 95 cent wijn in en ja: dat is bocht. Je wilt geen plofkip en ook geen plofwijn. Maar voor een paar euro meer kun je al goede wijn hebben. En een wijn van 500 euro is niet tien keer beter dan die van 50 euro, dan betaal je ook voor naam en marketing.”
Je werkt sinds 1983 als presentatrice. Dat is uitzonderlijk lang in een wereld met een tamelijke hoge omloopsnelheid. Je zou, na al die jaren, op routine kunnen werken. Hoe voorkom je dat?
“Je kent vast het verhaal over de Chinese koning die zijn haan wilde laten tekenen. Hij ging naar een beroemde tekenaar met die haan, en die zei dat het in orde zou komen. Maar na een paar maanden had de koning nog steeds niet gehoord over de tekening, dus ging hij terug. Hij vroeg aan de tekenaar: hoe is het met de tekening van mijn haan? Die zegt: oh, kom maar mee naar binnen. Hij pakt een leeg vel papier, en tekent in één keer onmiskenbaar de haan van de koning. Die zegt: jeetje, als je dat zo snel kan, waarom heb ik er dan maanden op moeten wachten? Waarop die tekenaar hem alle schetsen laat zien die hij van de haan heeft gemaakt.
Nou, dát idee, daarom drijf ik nooit op routine. Sonja Barend zei ooit dat als je dit vak heel lang doet, mensen gaan denken dat het heel gemakkelijk is. Precies dát is het grootste misverstand. Zet maar eens een nieuw iemand op een talkshow, dan weet je hoe moeilijk het is.”
Er is nogal wat veranderd aan televisie sinds 1983. Toe waren er veel minder netten, bestond de term ‘lineair kijken’ niet, en waren er geen miljoenen zelfverklaarde tv-recensenten op twitter. Wat vind je zelf het belangrijkste verschil tussen nu en je beginjaren?
“Vergeet de kijkcijfers niet: die kwamen toen een keer per maand, daar wierp je een schuine blik op en dat was het dan. En vroeger moest je mensen soms echt overhalen om op televisie hun verhaal te vertalen. Nu trekken mensen meteen hun broek uit, en moet je ze soms juist tegen zichzelf in bescherming nemen. En het omroepbestel is stroperig en traag geworden. Vroeger had bijvoorbeeld de VARA twee avonden per week en een middag, en bepaalden ze zélf wat ze maakten en wanneer. Daar verlang ik wel naar terug.”
En de ongevraagde feedback op social media? Of kun je je daarvan afsluiten door er gewoon niet naar te kijken?
“Ik ben niet actief op social media. Ik heb een Facebook-account, maar alleen omdat iemand ooit een nep-account van me maakte. Maar ik heb helemaal geen behoefte om mijn privéleven te delen, ik vind al die posts over wat je eet en waar je op vakantie bent allemaal non-mededelingen. Ik vind dus ook dat de hele wereld vol zit met non-mededelingen. Liever vertel ik in de echte wereld mijn echte vrienden wat ik eet en hoe mijn vakantie is. En ik heb geen behoefte aan Twitter, dus ik heb er ook geen last van. Ik ben dus ook nog nooit uitgescholden of bedreigd, maar ik ben natuurlijk ook niet zo’n uitgesproken persoonlijkheid.”
Op de International Movie Database sta je als actrice met een aantal rollen. Opvallend: een paar keer speelde je jezélf. Hoe beviel dat?
“Ik vind in de film ‘Off Screen’ van Pieter Kuijpers meespelen heel erg leuk, maar jezelf spelen is wel echt raar, om niet te zeggen: schizofreen.” Lachend: “Je krijgt namelijk wel gewoon regieaanwijzingen, terwijl je denkt: volgens mij weet ik zelf wel hoe ik me gedraag.”
Wanneer ga je nou eindelijk trouwen?
“Dit jaar niet meer. We hebben het al drie keer uitgesteld, vanwege corona. Een vriend van ons zei in de zomer: dit najaar kan wel, joh, dan zijn we allemaal gevaccineerd, en is alle horeca weer open. Toen dacht ik: ik weet het niet, hoor. Ben ik daar nu even blij om. De kaarten waren de vorige keren al verstuurd, mijn trouwjurk hangt al heel lang in de kast. Bij onze vrienden heten we nu al ‘het annuleerstel’.”
Vind je het belangrijk?
“Ik ben er dolblij mee, ik wist niet dat Rob dit van plan was, maar als hij me niet had gevraagd, had ik nooit gedacht: potverdorie, waarom vraagt hij me niet? We waren en woonden toch al samen.”
Noem je hem nu ‘mijn man’ of ‘mijn vriend’?
“Haha! Dat wisselt een beetje. ‘Mijn vriend’ klinkt een beetje vrijblijvend, en op mijn leeftijd ook een beetje alsof ik denk dat ik nog 18 ben. Soms zeg ik voor de grap ‘mijn verloofde’. Rob zelf hoor ik er ook mee hannesen, maar de laatste weken betrap ik hem op de term ‘mijn aanstaande’. Die kan inderdaad ook nog.”
Wegens het grote succes van de vorige editie, geven Astrid Joosten en Thérèse Boer een nieuwe online wijnmasterclass, exclusief voor LINDA.-lezers. Zo kun je je vanuit het comfort van je eigen huis lekker voorbereiden op de feestdagen.
Foto: Bob Bronshoff