Leon Verdonschot legt voor LINDA. wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is zanger Guus Meeuwis (52) aan de beurt. Vanaf 14 juni staat hij in het Philips Stadion in Eindhoven voor de laatste editie van zijn Groots-concerten.
Je bent de enige artiest in Nederland die negen avonden in een stadion kan spelen, en bijna alle shows zijn al uitverkocht. Waarom zou je daar mee willen ophouden?
“Het rationele antwoord op die vraag kan ik je niet geven. Maar laat ik het zo zeggen: ik heb liever dat mensen gaan zeggen dat ze het gaan missen, dan dat ze zeggen dat het tijd wordt dat ik er eens mee ophoud. En wat ook meespeelt: het heeft al meer dan twintig jaar grip op de dagelijkse gang van zaken hier thuis. Er is denk ik niks leuker om te organiseren dan dit, maar we doen het allemaal zelf, van de catering tot de vergunningen en van de toiletten tot de merchandise, en het vangt je ook wel echt.
Je wil niet in herhaling vallen, en je weet dat mensen eigenlijk ieder jaar een totaal andere show willen, maar wel met dezelfde munitie. Dus creatief vergt het veel. Dat is helemaal niet erg, maar toen ik deze beslissing anderhalf jaar geleden nam, zei Manon: ‘Stel je eens voor dat het er niét meer is.’ Toen ik dat deed, voelde ik opeens hoeveel energie dat gaf, ook om gewoon eens te zien wat er op mijn pad komt.”
Wat beschouw je als het meest memorabele moment van al die Groots-shows?
“De allereerste keer oplopen, in 2006. Dat was echt onwaarschijnlijk, dat gevoel van alle zintuigen helemaal open. Ik zag mijn ouders staan, en tal van bekenden, en alles kwam binnen, echt alles. Ik was aan het zingen, maar was me daar totaal niet bewust van.”
Hoe groot acht je de kans dat je op 26 juni, bij de allerlaatste, tijdens het laatste nummer al spijt hebt van je besluit?
“Buiten het feit dat PSV heeft gesteld dat het gras van het stadion heel belangrijk is en er volgend jaar geen concerten meer kúnnen zijn, denk ik ongetwijfeld, al is het maar heel even: what the fuck, wat heb ik gedaan? Maar ik denk dat dat gevoel ook wel snel verdwijnt door de energie van nieuwe kansen. En als dat niet zo is, dan moet ik ook niet zeuren: ik heb het 84 keer mogen doen. Dus: alles oké.”
Word je nog wel eens balend wakker van het feit dat je de finale van Topchefs VIPS niet won?
“Ja. Door een domme fout. Dat vind ik echt verschrikkelijk.”
Hoe groot zijn je culinaire aspiraties anno 2024?
“Toen ik een paar jaar geleden met Dick Middelweerd kookboeken heb gemaakt en we ook een pop-up restaurant hadden, was ik er volledig door bevangen. Het ging me toen ook goed af. Maar koken is wel iets dat je moet blijven doen, en dat is er de laatste tijd minder van gekomen. Dan is het beetje als met voetballen: mijn zelfvertrouwen past niet meer helemaal bij het resultaat.”
Je eerste single Het Is Een Nacht, waar je 29 jaar geleden mee doorbrak, ging over een weekend in Brugge met je vriendin, inmiddels je ex-vrouw. Verandert met de feiten ook zo’n nummer in de loop der jaren?
“Eigenlijk is dat nummer op het moment dat het werd losgelaten meteen veranderd: vanaf toen was het van iedereen.”
De ultieme consequentie daarvan zou zijn dat het publiek het zelf ook zingt.
“Ja, ik heb dat zelfs een keer helemáál gedaan in het Philips Stadion. Ik zag dat ooit Patrick Bruel doen, en dat vond ik zó indrukwekkend. Ik trok de stoute schoenen aan en viel deze keer niét zelf in na het eerste couplet, maar wachtte steeds en dacht: misschien kunnen ze nog een stukje. En op het eind van de rit was het helemaal klaar, helemaal gezongen door het publiek. Echt kippenvel.”
Op je site staat een hele lijst met mogelijke ‘persoonlijke verzoeken aan Guus’. Bijzonder is de toevoeging bij het verzoek voor een handtekening op een lijf, zodat die erna kan worden getatoeëerd. Dat doe je niet meer, want ‘dat liep maar net goed af.’ De link verwijst naar een vrouw die stelt dat je handtekening neerkwam op een ‘Guuspiemel’. Het roept vele vragen op, maar vooral deze: hoe ziet je handtekening eruit?
“Haha. Ja. Het grappige is dat mijn handtekening dezelfde is als van mijn opa en later mijn vader. Een krullende g, die uitmondt in een streep met de i en de s door elkaar. Maar als je die heel snel na een show, onder erbarmelijke omstandigheden, zet op een arm met een stift, tsja, dan is het inderdaad net een balzak met een penis erop. Ik kan er helaas niks anders van maken.”
In coronatijd, toen vrijwel alle zalen en theaters dicht waren, ben je begonnen aan een serie concerten in 013 in Tilburg voor een paar honderd mensen, aan tafeltjes en op afstand van elkaar, volgens de RIVM-richtlijnen. Je ging door zolang er vraag was. Hoeveel avonden heb je er uiteindelijk gestaan? “56 keer. We moesten na twee keer stoppen, vanwege weer nieuwe richtlijnen en lockdowns, en konden daarna weer verder. Voor 470 mensen, twee aan twee aan een tafel, waarbij het niet was toegestaan om te dansen of om mee te zingen.” Lachend: “Ik had ook een stift van anderhalve meter laten maken, dus ik kon ook signeren.”
Je zocht er ‘een nieuwe vorm van interactie’. Heb je die gevonden?
“Ja. Omdat mensen niet mochten meezingen of dansen, gingen ze echt goed luisteren. Dus zeiden ze heel vaak achteraf: ‘Ik wist niet dat je dát zong!’ Of: ‘Maar je kan écht zingen!’ Haha!’”
Je maakte in 2022 je acteerdebuut in de film Ome Cor, waarin vrijwel iedere ervaren en onderscheiden Nederlandse acteur speelde, en de onervaren Guus Meeuwis, als brugwachter. Hoe gespannen was je?
“Ik vond het vooral heel tof om er helemaal bovenin Van Brienenoordbrug voor te moeten zitten. Je moet dan helemaal door dat mechanisme van die brug. De wereld die daar onder zit, met die enorme tegengewichten: niet normaal. Het was maar één draaidag, maar wát een gave dag.”
Je bent nu al 29 jaar een publiek persoon, en nog nooit onderdeel geweest van een relletje, schandaal of ophef. Wat is je geheim?
“Ik ben gescheiden, werd publiekelijk onderdeel gemaakt van het hele faillissement van The Entertainment Group en m’n huis zou een dusdanige schande voor de buurt zijn dat er nog steeds in ieder interview gerefereerd wordt aan het ‘crematorium’ dat ik gebouwd heb. Het geheim is hooguit dat er gelukkig genoeg leuks te melden is.”
