Een cappuccino met warme opgeschuimde melk, een bakje volle yoghurt of een toef slagroom bij je appeltaart. Hoe lekker ook, jouw buik zegt keihard nee. Het kan dan zomaar zijn dat je te maken hebt met lactose-intolerantie óf een koemelkallergie.
Marianne Rook, diëtiste, voedingswetenschapper en gezondheidsvoorlichter bij de Maag Lever Darm Stichting, legt uit wat het verschil is tussen die twee aandoeningen en hoe je dat herkent.
Koemelkallergie
Bij een koemelkallergie reageert je afweersysteem op melkeiwitten. “Normaal gesproken ziet je afweersysteem melkeiwit niet als gevaar, maar in het geval van een allergie wél”, zegt Rook. Deze allergie wordt meestal vastgesteld in het eerste levensjaar, weet de diëtiste. “De meeste kinderen verdragen koemelk weer voor hun vijfde, dan zijn ze er overheen gegroeid.” Toch gebeurt dat niet altijd en kunnen kinderen en volwassenen een koemelkallergie hebben, al komt dat maar weinig voor.