Marjol Horselenberg geeft leiding aan de spoedeisende hulp (SEH) in Amsterdam UMC, locatie VUmc. We spraken haar 19 maart, in het heetst van de strijd tegen corona. Hoe is het nu?
Nederland zat nét massaal thuis toen we je interviewden. Uit je woorden sprak strijdlust. Hoe kijk je nu terug op die periode?
“Het was best bizar, achteraf. Niemand wist wat je kon verwachten of hoe het ziektebeeld zich zou ontwikkelen. Mijn collega’s en ik maakten veel meer uren dan anders, er moest zo veel geregeld worden. Ik begon om 7.00 uur ’s ochtends, ging om 20.00 uur naar huis en ’s avonds nog mailen, ook in de weekenden. Je wil je personeel zo veel mogelijk ondersteunen en informeren. Maar het was echt een heel bijzondere situatie om in te werken. Ik was ook heel blij dat ik naar mijn werk kón. Ik heb diep respect voor de thuiswerkers.”
Had het effect op je nachtrust?
“In het begin zeker. Je had zo veel aan je hoofd, moest zo veel regelen. Dan werd ik om 3.00 uur ’s nachts wakker en dacht: ‘Hoe moet het nu? Dit moet nog, dat moet ik niet vergeten…’ Dat hadden collega’s ook, en hoort misschien ook bij een crisis.”
Ben je zelf ziek geworden?
“Nee. Wel heel verkouden, maar ik ben negatief getest. Daardoor kon je wel uitleggen dat je geen corona (COVID-19) had.”
“Enkele mensen van onze afdeling zijn positief getest. Ze hadden lichte klachten, dat is een wereld van verschil met wanneer iemand op de intensive care ligt. Je hoopt dat niemand ziek wordt. Er werken in totaal zo’n honderd mensen op de afdeling, in verschillende functies. Je moet er staan met zijn allen. Je kúnt natuurlijk ziek worden, maar als je op de spoedeisende hulp werkt wil je dit gewoon meemaken.”
Lees ook
Veel mensen die overlijden aan het coronavirus hebben onderliggende hartklachten. Cardioloog Angela Maas van het Radboud UMC legde uit wat juist deze groep zo kwetsbaar maakt.
Wat vond je het lastigst in die eerste periode?
“Wat mij het meest aangreep: geen bezoek op de spoedeisende hulp. Je gunt iemand bezoek of een afscheid. Het is heel vervelend als je tegen iemand moet zeggen: uw man is ziek, maar u moet naar huis. Ik sta erachter, maar dat is heftig. En dat gebeurde heel veel.”
Je maakte je zorgen om het tekort aan materialen. Hoe liep dat af?
“Het duurde een paar weken voor het op peil was, daarna kwam er een landelijk verspreidingspunt en waren ladingen uit China onderweg.”
“Maar vergeleken met verpleeghuizen… Ik vind het heel lastig, het is bijna niet uit te leggen dat de ene zorginstelling het krijgt en een andere in mindere mate. In het ziekenhuis lagen heel zieke mensen, en we gingen heel bewust met materiaal om. We gebruikten zo min mogelijk en wat gerecycled kon worden werd apart ingezameld. Maar als je achteraf de verhalen hoort… ”
Wat vind je van de huidige versoepelingen?
“Ik denk dat het goed is, maar het blijft spannend. Ik denk dat het in de maatschappij anders leeft dan bij mensen die COVID van dichtbij hebben meegemaakt. Zorgpersoneel is volgens mij meer doordrongen van de maatregelen die er nog zijn. De maatschappij maakt de maatregelen nóg soepeler. Dat is te begrijpen, maar nabestaanden of mensen die de ziekte hebben doorgemaakt zullen er anders tegenaan kijken. Ik ook, ik denk: laten we ons aan de regels houden. Hoe langer we een tweede golf kunnen uitstellen of voorkomen, hoe beter.”
Ja, die tweede golf… Hoe kijk je daar tegenaan?
“Voor ons is het ook onvoorspelbaar. Het is inherent aan het griepseizoen, dat begint weer in de winter, iedereen zit dan veel meer binnen. Je weet niet of die tweede golf komt en hoe groot die wordt. Maar we weten zo veel meer over het verspreiden en zelfs deels behandelen, daardoor zijn we beter voorbereid.”
Steekt het dat mensen de maatregelen niet volhouden?
“Nee, maar wel dat sommige mensen er geen respect meer voor hebben. Tot een paar weken geleden begreep iedereen alles. Nu gaan ze discussies aan. Het ziekenhuis heeft de regels niet voor niets.”
Jullie hadden verschillende noodscenario’s, hebben jullie vanuit fase 1 moeten opschalen?
“We zijn in fase 1 gebleven. Gelukkig.”
Wat gebeurt nu als een patiënt met coronaverschijnselen binnenkomt?
“Een deel van de ‘coronastraat’ bestaat nog. Iedereen wordt gescreend bij de ingang op COVID-klachten. Als je positief beantwoordt, word je in isolatie verpleegd tot het tegendeel bewezen is.”
“We weten nu meer van het ziektebeeld. We hebben heel veel coronazorg gezien, en nu wordt dat minder. Opluchting? Nou ja, dat weet ik nog niet. Voor nu wel. Maar de vraag is wat de versoepeling van de regels voor effect heeft.”
Bekijk ook
Man deelt voor- en nafoto om te laten zien wat corona met lichaam doet
Hoe kijk je terug op het klappen voor alle zorghelden? Heb je het gevoel dat er voldoende waardering is voor zorgmedewerkers?
“Het applaus was toen heel indrukwekkend. Dat hebben we zeer gewaardeerd.”
Is de betrokkenheid gebleven? Bleven mensen ook toen de storm ging liggen bloemen en taarten brengen?
“Het is echt gigantisch wat we allemaal hebben gekregen, op een gegeven moment dacht je gewoon: ja, het is aardig bedoeld, maar zulke helden zijn we niet. Ondernemers die eten kwamen brengen, bloemen van de veiling, ik weet niet eens meer wat het bijzonderst was.”
Lees ook
Arts Lydia Voorkamp sprong bij op de huisartsenpost van het HagaZiekenhuis. “Ik ben blij dat ik mijn steentje kan bijdragen, daar ben ik immers arts voor geworden.”
