Vera van Santvoort vertrok drie maanden geleden met haar vriendin Sanne Gielen en hun kinderen Sophie (4) en Casper (2) naar Australië voor hun droomreis. Inmiddels willen ze niets liever dan terug naar Nederland.
‘Leuk, een appartement met uitzicht over de stad, maar ik zit liever tegen de stenen muur in mijn achtertuin aan te kijken op dit moment.’
“Ik wil naar huis. Gewoon naar huis”, huilt m’n vierjarige dochter. Ze wil weer in haar eigen bedje slapen, met haar eigen speelgoed spelen en haar vriendinnetjes zien – met een raam ertussen natuurlijk. De tranen springen in m’n ogen bij het zien van haar zielige bekkie. Ik kan niks doen, want wie weet hoe lang dit alles nog gaat duren…
Vlak voor oud en nieuw vertrokken we voor een absolute droomreis: drie maanden zouden we the land Down Under gaan verkennen. Australië dus. Een reis die we al een jaar aan het voorbereiden waren en waar flink voor gespaard was. En man, wat hebben we genoten! We hebben kangoeroes, koala’s en meer van dat Australische wild gezien. We vlogen over de Whitsunday Eilanden en we leerden schilderen van een Aboriginal. En dat alles met de intimiteit van je gezin, geweldig!
De terugreisdatum kwam inmiddels in zicht. 26 Maart zouden we onze koffers weer pakken. Totdat Singapore Airlines het eerste deel van onze reis cancelde. We dachten nog niet meteen aan corona, maar aan een nare toevalligheid. Toen ook de reservedatum geannuleerd werd, brak het klamme zweet ons uit (de vochtige temperaturen van 30+ graden hielpen daar overigens niet bij).
Maar Hallelujah, Praise the Lord, of in dit geval ons reisbureau, want ze vonden nog één laatste manier om naar huis te komen. We zouden een paar dagen eerder vliegen. Van Cairns (in Noordoost Australie) naar Melbourne, de detour van vijf uur namen we natuurlijk voor lief. Dan zou de reis verder gaan naar Singapore en Amsterdam. Gelukkig! Het zou gaan lukken. Dat we bij het inchecken alleen de boardingpassen kregen voor het eerste stukje van de reis baarde wel wat zorgen. Maar, het waren verschillende airlines. Dus: huppakee, gáán met die banaan!
Helaas bleek het net wat minder rooskleurig te zijn, dat merkten we bij aankomst in Melbourne. De vlucht naar Singapore was zojuist, een uur voor we er waren, gecanceld. Waaaaatttttt! “Ja sorry mevrouw, Singapore heeft zojuist het luchtruim gesloten”, was het commentaar. “U kunt in die rij aansluiten om te kijken of u nog een nieuw ticket kunt kopen via een andere tussenstop.” Daar sta je dan, met je goede gedrag en twee kinderen van twee en vier. De tranen begonnen meteen te stromen, helemaal bij het zien van de honderden mensen die in in bovengenoemde rij stonden.
Toen het Ministerie van Buitenlandse zaken ons meldde dat “zij ook niet wisten hoe lang dit ging duren, maar dat we beter een slaapplaats voor de nacht konden gaan zoeken” kwam gek genoeg ook de berusting. Weg uit de heksenketel bij het vliegveld, weg van de wilde verhalen die je her en der hoort van nog mogelijke vliegopties, maar even terug naar de rust van ons gezin. Een appartementje was zo geregeld, de McDonalds het enige nog verkrijgbare eten en de taxi stond al op ons te wachten. Rust kan ons redden. Voorlopig zitten we hier.
Lees ook
Maaike (24) kapt wereldreis vroegtijdig af: ‘We hebben heel hard gejankt’
Natuurlijk hebben we zelf gekozen om deze trip te maken, maar toen we vertrokken was Corona alleen nog maar een Mexicaanse biertje. Gelukkig zijn we nog gezond en zitten we niet zonder eten en douche op een vliegveld. Maar laten we eerlijk zijn, in tijden van crisis wil iedereen naar huis.
En het klinkt leuk, een appartement op de 39ste verdieping met uitzicht over de stad, maar ik zit liever tegen de stenen muur in mijn achtertuin aan te kijken op dit moment. Want ook hier volgen de maatregelen elkaar snel op.
Restaurants zijn gesloten, de scholen gestopt, publieke plekken zijn dicht en het zal nog maar even duren voor alle winkels hun deuren sluiten. Als we vervolgens na een halve dag al ruzie hebben met de onderburen, omdat de kinderen tijdens de bedachte binnen-sportspelletjes te hard op de vloer stampen, krijg ik een nervous breakdown. De conciërge, die door de intercom de klacht van beneden meldt, krijgt de volle laag: “Ze zijn twee en vier ja!” schreeuw ik. “De hele dag roep ik al dat ze zachtjes moeten doen en we willen hier niet eens zijn. Geloof mij maar. Helemaal met die bezem die de hele tijd beneden ons tegen het plafond gepord wordt. We doen ook ons best oké!” Ik hang op.
Don’t shoot the messenger kwam even niet in mijn woordenboek voor.
Maar goed, inmiddels zijn we een paar dagen verder en is de situatie… nou ja, niet echt veranderd. We proberen tickets te krijgen voor 4 april via Qatar. Dat is de eerste en enige nog betaalbare mogelijkheid om het land uit te komen, aangezien we de businessclass optie van 25.000 euro maar even naast ons neer hebben gelegd. Nog tien dagen dus… maar in coronatijd weten we allemaal dat tien minuten zonder een nieuwe maatregel of aankondiging al veel is. Dus we wachten af…..