Vanaf vandaag ligt het tweede boek van schrijfster Tatjana Almuli (29) in de winkel. Na het succes van haar eerste boek ‘Knap voor een dik meisje’ lanceert ze nu haar eerste autofictie roman.
Het boek genaamd Ik zal je nooit meer is deels gebaseerd op gebeurtenissen uit haar eigen leven.
Waarom heb je ervoor gekozen om na het autobiografische Knap voor een dik meisje een roman uit te brengen?
“Dit boek begon eigenlijk ook als non-fictie, omdat ik dieper in het thema van de dood van mijn moeder en mijn eigen rouwproces wilde duiken. Het leek me interessant om te onderzoeken hoe ik hier zelf in sta. Schrijven werkt voor mij goed, want zo leer ik de wereld om me heen beter kennen.”
“Ik merkte vrij snel dat ik veel verhalender wilde schrijven; minder journalistiek. De zoektocht ging in eerste instantie over mijn verhaal, maar ik merkte dat ik op een gegeven moment niet meer bezig wilde zijn met of het verhaal wel helemaal klopte met de waarheid. In non-fictie wil je dat alles klopt, zoals bij mijn eerste boek. Dat was een stuk gemakkelijker omdat het echt mijn eigen verhaal was. Ik zal je nooit meer gaat over mijn moeder en andere mensen. Ik voelde dat ik het, door het meer te fictionaliseren, in alle vrijheid kon schrijven. Dus werd het autofictie: een mengvorm van fictie en een autobiografisch verhaal.”
Wat was het grootste verschil tussen het schrijven van autofictie en het schrijven van non-fictie?
“Toch wel de mogelijkheid om iets verhalender te vertellen. Maar ook dat ik mezelf meer als schrijver ben gaan zien. Knap voor een dik meisje schreef ik natuurlijk volledig uit mijn eigen ervaringen. Net als in mijn eerste boek zitten in dit boek ook een aantal boodschappen. Maar ik dacht dat wat ik met dit boek wilde uitdragen, beter zou overkomen in een verhaal waar mensen helemaal in konden duiken.”
“Het grootste verschil is wel echt mezelf als schrijver zien. Mezelf uitdagen en kijken of ik een roman zou kunnen schrijven. Ik hoop dat mensen me daardoor ook als schrijver serieuzer gaan nemen.”
Waar gaat Ik zal je nooit meer over?
“Het is de zoektocht van een dochter naar haar overleden moeder. Het hoofdpersonage is, net als ik, haar moeder verloren toen ze zestien was. Ook is zij jarenlang niet toegekomen aan het rouwproces. Ze merkt dat ze hierdoor allerlei fysieke en mentale problemen ervaart rondom dat thema en dat dit haar beperkt om haar leven volledig te leven.”
“Ze begint een zoektocht op een eiland in Amerika waar haar moeder ruim tien jaar heeft gewoond. De reis gaat niet in fysieke vorm door, maar doordat ze met bepaalde mensen in contact komt die met haar moeder op dat eiland hebben gewoond, komt ze achter allerlei familiegeheimen. Zo leert ze in de loop van het boek niet alleen haar moeder, maar ook zichzelf beter kennen.”
Op de cover van je boek staat jouw moeder met jou in haar armen. Waarom heb je hier – ondanks dat jouw boek autofictie is – toch voor gekozen?
“Het was heel moeilijk om te bedenken wat ik op de omslag vond passen. Zelf stond ik al op de cover van mijn eerste boek, dus ik wilde iets anders. Vanuit de uitgeverij kwam het idee om een foto van mij en mijn moeder op de kaft te zetten; als eerbetoon. Eerst was ik huiverig. Ik vond het een mooi idee, maar was bang dat het dan toch te veel als memoires zou voelen. Toch vond ik alle andere ideeën ook niet passen.”
“Wat me uiteindelijk over de streep heeft getrokken, is één van de bevindingen na mijn zoektocht. Het is moeilijk om overledenen levend te houden, terwijl het heel erg kan helpen in je rouwproces als je het gevoel hebt dat iemand niet helemaal ‘weg’ is. Nu is mijn moeder vereeuwigd op mijn boek en zou ik bij wijze van over twintig jaar nog langs een boekhandel kunnen lopen en haar daar zien, terwijl ze al zo lang overleden is.”
Was het confronterend om een verhaal te schrijven dat gebaseerd is op jouw eigen leven?
“Aan de ene kant ging ik door dit boek te schrijven bewust op zoek naar die confrontatie, omdat ik al twaalf jaar niet toekwam aan rouwen. Ik voelde niets van binnen als ik aan mijn moeder dacht. Ik voelde me leeg, afgestompt en dat voelde niet fijn en gezond. Ik hoopte dat door hierover te schrijven, ik iets zou gaan voelen.”
“Het was een enge gedachte dat er een beerput open kon gaan – wat uiteindelijk ook gebeurde. Ik werd verdrietig en boos. Ik voelde me als de puber die ik was op het moment dat mijn moeder doodging. Toen wilde ik de hele dag onder de dekens in bed liggen en alleen maar bij mijn moeder zijn. Tijdens het schrijfproces, twaalf jaar later, voelde ik me heel vaak weer zo.”
“Daarnaast kwam ik tijdens mijn zoektocht achter een aantal heftige dingen die in mijn moeders gezin zijn voorgevallen vroeger. Ik kwam achter allerlei jeugdtrauma’s van haar, waar ik geen weet van had. Daar had ik me niet op voorbereid, al had ik wel verwacht dat het emotioneel pittig zou worden. De vondsten die ik deed kwamen daar nog eens bovenop, waardoor het ook langer duurde voor het boek klaar was. Op sommige momenten wilde ik namelijk het liefst stoppen, maar ik vond het ook belangrijk dat er over dit soort complexe thema’s wordt gesproken.”
Ben je benieuwd naar Ik zal je nooit meer? Het boek ligt vanaf vandaag in de winkel of bestel je hier.
