Stijn de Vries is fotograaf, presentator én schreef tussendoor nog even een boek. Als de zon valt gaat over Alex en Omar, die verliefd op elkaar worden en enorm struggelen om dat te accepteren.
Vandaag, op Coming Out Day, vertelt Stijn aan LINDA.meiden waarom hij het zo belangrijk vindt dit verhaal te delen.
Hoe zag jouw coming-out eruit?
“De korte versie: na een avond drinken met mijn vrienden toen ik 16 was werd ik laveloos uit de stad opgehaald door mijn vader. De volgende ochtend zat ik aan de keukentafel met mijn moeder en kregen we onenigheid over die avond. Zij is kinderverpleegkundige en heeft een hekel aan alles wat met alcohol en drugs te maken heeft. Ze vroeg me waarom ik in hemelsnaam zoveel zoop.
Ik ging erover nadenken dat ik het misschien wel deed uit zelfdestructief gedrag – om mezelf te verdoven voor iets. Dus toen zei ik: ‘Omdat ik niet blij ben.’ Toen vroeg ze waarom en draaide ik daar een beetje omheen, totdat ze op een gegeven moment zei: ‘Nu zeg je het ook maar gewoon.’ Dat bevestigde voor mij dat zij al die tijd al wist dat ik op jongens viel. Toen kwam alles eruit.
Een jaar later vertelde ik het ook aan mijn vader, zussen en tante. Ze reageerden heel fijn, mijn tante sprong nog net geen gat in de lucht. Maar voor de rest van de wereld zat ik nog in de kast.”

Het klinkt als een lange periode waarin je niet jezelf kon zijn. Hoe voelde dat voor jou?
“Vooral op de middelbare school was het pittig om de schijn op te houden. Het draait daar toch om wie het populairst is, wie de meeste vrienden heeft, het vaakst heeft gezoend. Elke dag probeerde ik aan dat plaatje te voldoen en te negeren dat ik gay was. Ik hoopte dat het nog anders zou worden, ik wilde het niet zijn. ’s Avonds in bed keek ik dan in m’n eentje Uit de kast of coming-outvideo’s op YouTube. Ik zocht naar bevestiging dat ik niet de enige was. En dan word je ’s ochtends wakker en trek je dat masker weer op.
Nu denk ik echt: wat heftig en slecht voor je gezondheid dat je elke dag liegt. Ik was ook heel chagrijnig en snappy, dat kwam natuurlijk omdat ik zo veel stress had van dat eeuwige gelieg.”
Vind je het daarom ook belangrijk om dit thema in je boek aan te snijden?
“Ja. Ik wil met het verhaal eigenlijk een waarschuwing geven voor wat het met je doet als je niet open en eerlijk bent over jezelf. Dat het voor niemand leuk is als je zo veel struggelt met jezelf en zo veel angsten hebt – al helemaal niet voor jezelf. Ik hoop dat ik mensen ertoe aanzet om (nog) meer zichzelf te durven zijn.”
Als de zon valt gaat over de connectie tussen Alex en Omar, die uitgroeit tot een verliefdheid. We volgen de jongens in al hun onzekerheden, hun toevlucht naar elkaar en het zoeken naar hun (eigen) geluk. Van keta snuiven tot gay seks en alles daartussenin: geen taboe wordt ontweken.
Waarom vind je het zo belangrijk om stigma’s van tafel te vegen?
“Het boek kwam voort uit irritatie op elk mogelijk vlak. Ik ergerde me aan biculturele personages die in elk fictief verhaal in een betondorp opgroeien. Zij hebben geen geld, de witte personages wel. Wat een bullshit. In mijn boek is dat expres andersom. Daarom heb ik ook over een queer- in plaats van heterorelatie geschreven.
Alex en Omar liegen over wie ze zijn, behalve als ze samen zijn. Ik beschrijf ook wat dat met iemand doet – denk aan het vluchten naar zelfverdoving. Dit benoemen is een bewuste keuze geweest, want er zijn zo veel Alex’ en Omars.”

Vandaag is het Coming Out Day. Wat zou jij willen zeggen tegen mensen die niet uit de kast durven komen?
“Ik hoop dat mensen het belang zien, horen en voelen van mensen die zichzelf durven te zijn. Ik kan met geen woorden omschrijven hoe goed ik me nu voel, hoe blij ik ben met mijn leven en de mensen die ik om me heen heb verzameld omdat ze me mogen zoals ik ben. Of hoe fijn het is om tijdens Pride, of überhaupt op een normale zaterdag, door de stad te lopen en te voelen dat je er mag zijn en je een plek verdient in de wereld.
Ik heb tijden gekend dat mijn zelfhaat zo groot was dat ik zelfs ging bidden om niet meer gay te zijn. Dat jarenlange proces ben ik nu voorbij. Ik ben zo trots op mezelf. Ik besef nu dat er zo veel mensen zijn die van me houden zoals ik ben in plaats van wie ik was met dat masker op. Dat is het allerfijnst. Het voelt alsof er bakstenen van je schouders vallen. En dat gun ik echt iedereen.”
Voor sommigen is het spannend omdat ze weten dat hun directe omgeving niet goed zou reageren.
“Klopt, er zijn heel veel mensen die zich niet geroepen voelen om uit te kast te komen omdat ze denken dat hun familie het niet trekt. Die staan doodsangsten uit. De Turkse jongen op wie ik mijn karakter heb gebaseerd en die ik voor mijn research heb gesproken had hetzelfde. Zijn ouders stonden ook niet te springen, al hebben ze het nu geaccepteerd. Maar hij heeft bijvoorbeeld de allerliefste vrienden en mensen om zich heen verzameld, als een soort modern family.
Ik heb het geluk dat mijn familie het allemaal prima vindt, maar stel dat dat niet zo is: weet dan dat er dan genoeg mensen zijn die van je gaan houden om wie je bent.”
