Ongeneeslijke hersenkanker. Hiermee werd vorig jaar een stempel gedrukt op het leven van de 21-jarige Myrthe Raaphorst. Voor LINDA.meiden schrijft ze over hoe haar nieuwe leven er nu uitziet.
Want een studentenleven met kanker, werkt dat wel?
Studeren
Na een jaar revalideren en herstellen stond ik er weer: terug op de universiteit. Ondanks dat ik niet weet hoe lang ik nog heb, mijn geheugen soms werkt als een vergiet en mijn energielevel vaker op -10 dan op 100 zit, wil ik gewoon heel graag mijn bachelor Rechtsgeleerdheid afmaken.
Sinds de operatie en behandelingen is mijn hoofd één grote warboel. Ik heb vijf to-do-lijstjes in m’n telefoon, nog drie op papier, en tóch vergeet ik standaard waar ik m’n sleutels heb gelaten. Gelukkig denkt de universiteit goed met me mee. Fysiek in de collegezaal zitten is niet altijd haalbaar, dus worden de hoorcolleges opgenomen. En Ome DUO geeft me een jaartje extra om m’n studie te bekostigen, want fulltime werken naast studeren wordt hem niet.
Na mijn diagnose moest ik ook afscheid nemen van mijn studentenhuis. Leven met achttien huisgenootjes is nou eenmaal niet de meest prikkelarme omgeving (zeker niet als ze om vier uur ’s nachts ladderzat thuiskomen).
Ik had vroeger een bruisend studentenleven, ik ging 4/5 dagen in de week uit en geloof me: ik ben niet van plan om nu ineens elke avond om negen uur met een kop kamillethee in bed te liggen. Ik heb namelijk de allergrootste vorm van FOMO. Ik wil overal bij zijn, ook al kost het me m’n energie en soms zelfs m’n gezondheid.
En ja, ik baal als ik last minute een appje moet sturen dat ik toch niet kom. Dan lig ik in bed filmpjes te kijken, jaloers op iedereen die wel kon gaan. Ik weet dat het goed is om mijn grenzen te bewaken, maar soms mis ik gewoon de oude ik. Al vindt m’n lever het waarschijnlijk helemaal prima zo.
Dispuut
Gelukkig heb ik mijn dispuut. Elke woensdag borrelen en eten we samen en in de zomer hebben we allerlei studentenfestivals. Helaas moet ik daarna drie dagen bijkomen, maar het is het zó waard. Mensen hebben vaak een mening over disputen – oppervlakkig, too much, al die ontgroeningen etc. Maar deze meiden? Die hebben me erdoorheen gesleept. Van ziekenhuisbezoekjes tot dikke knuffels bij elke borrel. Als ik ook een keer niet kan is dat niet erg en steunen ze mij waar dat kan. Het is bij ons niet zoals in de serie Feuten.
En dan die verbaasde gezichten op feestjes als ik vertel dat ik kanker heb. “Drink je dan nog?” “Rook je nog?” – ze weten vaak niet hoe ze moeten reageren, zo ongemakkelijk…. Wij lachen erom. Door deze diagnose geniet ik zo veel meer van het leven, de feestjes, het studentenleven. Ik vind het ergens heel lastig dat ik ‘achterloop’ en dat ik langer over mijn studie doe, maar eigenlijk kan ik hierdoor nog wel een paar jaar extra genieten voordat ik nog 70 jaar 40 uur in de week moet gaan werken.