Griepseizoen of niet, LINDA.meiden redacteur Jara is altijd verkouden. Na vele bezoeken aan een KNO-arts krijgt ze een behandeling die het moet verminderen, met het heetste deel van Spaanse pepers.
En dat was een behoorlijk pittige (letterlijk) dag.
Verkouden
Al zo lang als ik me kan herinneren ben ik altijd verkouden. Het ene moment meer dan het andere – zoals het griepseizoen – maar het is nooit helemaal weg. Ik heb er nooit écht bij stil gestaan dat ik er iets aan kon doen. Ik dacht dat het gewoon bij me hoorde.
Het coronavirus bracht hier verandering in. Iedereen (ook ik) was zich opeens heel bewust van hoesten en niezen. Verkouden zijn kón eigenlijk niet meer. Na vele coronatesten die me lieten zien dat het geen corona was, besloot ik langs de KNO-arts te gaan.
Daar bleek dat ik onder meer allergisch ben voor pollen; hooikoorts dus. Maar na verschillende medicijnen die me van mijn dagelijkse loopneuzen en hoestbuien af moest helpen, merkte ik nog steeds geen verbetering.
Ik kreeg te horen dat een behandeling met het heetste bestanddeel van de Spaanse peper – een capsaïcine-behandeling – de laatste manier was om mij van mijn klachten af te helpen. Een ingrediënt dat ik niet gelijk zou verwachten in het ziekenhuis, want toen ik het hoorde dacht ik eerder dat het iets homeopathisch zou zijn. Maar niets is minder waar, hopelijk is dit dé oplossing om van mijn probleem af te komen.
Capsaïsine-behandeling
Mensen met chronische neusklachten kunnen in aanmerking komen voor een capsaïsine-behandeling. Ik dus ook. Het is een peperextract, op basis van het hete deel van de Spaanse rode peper. De bedoeling van zo’n behandeling is dat het de gevoeligheid van je neusslijmvlies – en dus je klachten – vermindert.
De behandeling is vrij nieuw en wordt pas aangeboden als andere behandelingen niet hebben geholpen. Toch slaat het goedje bij meer dan vijftig procent van de patiënten aan. Dat geeft mij wel vertrouwen in een – vrijwel onbekende – behandeling.
Begin mei dit jaar is het dan zo ver. Vroeg in de ochtend meld ik me in het ziekenhuis. Ik ga naar de dagafdeling, waar ik me nestel in het ziekenhuisbed. Na de controle krijg ik eerst een verdovende neusspray van de verpleegkundige. Deze moet ervoor zorgen dat ik minder voel van de hete pepers. Het kriebelt, maar meer voel ik niet.
Daarna loop ik naar de andere kant van het ziekenhuis om m’n eerste dosis pepers bij de KNO-arts toegediend te krijgen. Ondanks dat ik er niet zo mee bezig ben geweest, vind ik het wel spannend. Het klinkt nou niet bepaald als een fijn gevoel, pepers in je neus.
Ik mag in een kamer gaan zitten, waar de arts mij de eerste dosis geeft. Het ziet eruit als een ‘gewone’ neusspray, maar niets is minder waar. Een wel heel scherp goedje vliegt m’n holtes in en het enige wat ik kan denken is: haal het eruit (!). Het voelt alsof ik superhard moet niezen, maar het lukt niet. Het prikkelt enorm, mijn ogen beginnen te tranen en ik moet hoesten. Binnen een minuut mag ik weer terug naar m’n kamer, waar ik ieder uur een nieuwe dosis krijg. Een brandend gevoel blijft over, maar na vijf minuten is het gelukkig alweer weg.
Tekst gaat verder onder de foto.
Tweede dosis
De rest van de dag lig ik in het bed en kijk ik in één keer het hele seizoen van Queen Charlotte op Netflix uit. En met een hele menukaart voor me tot mijn beschikking – wel ziekenhuiseten, maar toch – vermaak ik me prima.
Een uur later krijg ik de tweede dosis verdovingsspray en het goedje van hete pepers van de verpleegster. Het voelt opnieuw alsof ik superhard moet niezen, maar het komt maar niet. Ook prikt het heel erg, wat het ook weer pijnlijk maakt. Dit gevoel schiet door naar m’n keel. Maar net zoals de vorige keer is ook het ook nu na vijf minuten gelukkig weer over.
Stapelen
In totaal krijg ik vijf keer deze spray toegediend. Hoe dichter ik bij de vijf kom, hoe vervelender het wordt. Ik weet wat voor brandend gevoel me te wachten staat en het gevoel van de eerdere dosis is niet helemaal weg. Zo stapelt het dus op. Daardoor ga ik er steeds meer tegen opzien.
Tegen een uur of drie krijg ik de laatste dosis. Opgelucht loop ik naar de KNO-arts voor een afrondend gesprek. Hopelijk krijg ik nooit meer een pittige peper in m’n neus. Binnen vijf minuten sta ik weer buiten met de boodschap dat het ongeveer zes weken duurt voordat ik er iets van kan merken.
Effect
Inmiddels zijn we zes weken verder en is er behoorlijk wat veranderd. De eerste weken was ik vooral benauwd en kreeg ik – vooral tijdens het sporten – voor mijn gevoel geen adem door m’n neus. Daarnaast moest ik juist méér hoesten dan voorheen. Maar langzaamaan zakte ook dit gevoel weer af.
Nu zijn mijn klachten niet helemaal weg, maar in ieder geval wel een stuk minder dan vóór de behandeling. Ik heb in zekere zin minder last van de hooikoorts. Terwijl iedereen om mij heen met traanogen zit, heb ik dit jaar nagenoeg nergens last van.
Toch schrikken mensen soms nog steeds van mij als ik weer m’n vertrouwde hoestbui krijg. Het kan zijn dat mijn klachten toch weer meer terugkomen zoals voorheen, maar dan kan ik gewoon weer voor een tweede ronde pepers gaan.