Tijdens de Black Lives Matters-movement (en daarna), willen we onze niet-zwarte lezers inzicht geven in de levens van jonge, zwarte vrouwen.
Lensaa Ahmed (24) vertelt hoe zij van jongs af aan al rekening moest houden met de kleur van haar huid en hoe zij racisme om zich heen ervaart.
Wat is je vroegste herinnering aan racisme?
“In groep 4 of 5 begonnen andere kinderen mij Zwarte Piet te noemen. Tot dat moment was het Sinterklaasfeest voor mij nog iets leuks, want mijn moeder heeft ons dat, ondanks de Zwarte Pieten, nooit ontnomen. Maar ze noemden me niet alleen Zwarte Piet; de witte kinderen begonnen mij te commanderen en te vertellen dat ik dingen voor hun moest doen, omdat zij zagen dat Zwarte Piet ook altijd alles voor Sinterklaas deed. Gelukkig beet ik van me af en deed ik niet wat me gevraagd werd, maar toen ging ik me wel realiseren dat dit was wat ik in de november- en decembermaanden elk jaar zou gaan meemaken.”
Hoe gingen jouw ouders ermee om dat ook in Nederland niet iedereen gelijk wordt behandeld?
“Ik ben opgevoed door een alleenstaande moeder die ons al heel vroeg vertelde waar het op stond. Ze zei ons: ‘Sommige mensen gaan je proberen te kwetsen en pijn proberen te doen, alleen maar omdat je er anders uitziet dan anderen. Maar laat je daardoor niet tegenhouden. Blijf er tegen ingaan. Als ze jou uitschelden, doe je precies het zelfde terug, anders ga je er aan onderdoor.”
Welke verhalen over racisme zijn jou het meest bijgebleven?
“Het verhaal van de twaalfjarige Shukri Yahya Abdi in Engeland. Zij was geëmigreerd vanuit Somalië en had in Engeland niet veel vriendinnetjes. Dit was bekend bij de leraren. Een jaar geleden werd ze dood gevonden in een meer, nadat ze daar met twee ‘vriendinnetjes’ naartoe was gegaan. Al snel werd de conclusie getrokken dat het een ongeluk of zelfmoord was, terwijl het algemeen bekend was dat dit meisje niet kon zwemmen en dus nooit uit zichzelf naar het water toe zou zijn gegaan. Na een jaar is er nog steeds no justice voor dit meisje, terwijl alles er op wijst dat zij is verdronken door twee van haar klasgenootjes.”
Wat maak jij dagelijks mee waarvan je weet dat witte mensen daar niet mee te maken hebben?
“Het gevoel hebben dat je altijd op je hoede moet zijn. Als ik ’s avonds in de stad loop en ik weet dat er veel dronken mensen zijn, ben ik altijd scherp. Ik weet dat in dronken toestand de ware aard van mensen naar boven kan komen en dat ze opmerkingen kunnen maken over mijn huidskleur. Dat gebeurt eigenlijk elke keer.”
“Of je als vrijgezel afvragen of iemand wel zou gaan voor een donker meisje en opmerkingen krijgen dat ik wel knap ben voor een zwart persoon. Dat moet je dan maar aannemen als een compliment, terwijl het voelt alsof iemand je hele cultuur naar beneden haalt.”
“En tijdens de november- en decembermaanden altijd discussies moeten voeren of ik het er wel mee eens ben dat Zwarte Piet racisme is. Mensen willen altijd weten of ik ‘één van de goede ben’ die wél voor Zwarte Piet is. Ik heb veel witte vrienden, waardoor gedacht wordt dat ik het wel oké vindt dat Zwarte Piet blijft. Ik moet me voor die maanden altijd mentaal voorbereiden, want ik weet dat er veel op me af gaat komen.”
“Daarnaast zie ik, als ik in een winkel loop, vaak dat werknemers me volgen om te checken of ik niet iets aan het stelen ben. Als ik een supermarkt uitloop zonder boodschappen, omdat ze het product dat ik zocht niet hadden, weet ik al dat een werknemer mijn tas waarschijnlijk wil onderzoeken. Oude mensen zijn vaak zonder goede reden bang voor me, terwijl ik er uitzie als een heel lief persoon. Dat breekt mijn hart”
“En de subtiele effecten van wit privilege: dit kan zich uiten in kleine – maar pijnlijke – dingen. Zo is er voor witte mensen altijd een huidkleurig potlood en huidkleurige pleisters, maar voor zwarte mensen heten deze kleuren gewoon ‘bruin’ of ‘zwart’, terwijl dat ónze huidskleur is. Dit zijn details waar zwarte mensen zichzelf niet in kunnen vinden, maar waar witte mensen vaak niet eens bij stilstaan.”
Heb je het gevoel dat we met alle protesten nu op een keerpunt aangekomen zijn?
“Ja, ik voel echt een revolution. Het voelt alsof we met dingen bezig zijn die jarenlang stil hebben gestaan. Ik denk oprecht dat door alle demonstraties en al het geluid dat nu wordt gemaakt, mensen gaan inzien dat er iets moet veranderen.”
“Het lastige aan de Black Lives Matter-movement, is dat veel mensen zien dat ik pro-black ben en daardoor het idee krijgen dat ik anti-wit ben. Dat is natuurlijk helemaal niet het geval. Ik wil geen onderscheid maken in zwart en wit: het is alleen tijd dat zwarte mensen erkenning krijgen. Het enige wat we willen is gelijkheid, de normale behandeling die witte mensen ook krijgen. Dat is het.”