Hoeveel kleding hangt er in je kast die je eigenlijk nooit draagt? Juist. Hoog tijd om orde in de chaos te scheppen. Maar gooi niet meteen alles in de zak voor de kringloop – met een paar slimme tips kun je je kleding een tweede leven geven én nieuwe combinaties maken.
Modepsycholoog Anke Vermeer en Ethical Fashion Stylist Ashna Chhatta leggen uit hoe je duurzaam opruimt én shopt in je eigen kast.
Volgens Vermeer begint een opgeruimde kast bij bewustwording. “We worden onbewust continu getriggerd om te kopen”, legt ze uit. “Social media zetten ons constant aan tot nieuwe aankopen. Maar het echte dopamine gevoel – dat blije gevoel als je iets nieuws koopt – kun je óók krijgen van het opnieuw ontdekken van wat je al hebt. Door je kast regelmatig op te ruimen, zie je welke kleding je écht blij maakt en welke stukken alleen maar ruimte innemen.”
Chhatta vindt het belangrijk dat je eerst stilstaat bij wie je bent en wat je wil uitstralen met je kleding. “Match your inside with your outside“, is haar motto. “Voordat je je kast opruimt, moet je weten wat jouw stijl is.” Daarvoor raadt ze aan om een moodboard te maken. “Pak een paar tijdschriften en geef jezelf tien minuten om intuïtief foto’s, kleuren, stijlen en woorden uit te scheuren die jou aanspreken. Niet te veel nadenken, maar gewoon gaan. Daarna leg je het neer en kijk je: wat overheerst? Welke kleuren, welke sfeer, welke stijl?”
Pas daarna ga je je kast indelen. “Maak drie stapels”, zegt ze. “Eén met kleding die je vaak draagt, één met kleding die je eigenlijk niet weet te combineren maar wel graag zou willen dragen, en één met kleding die je nooit draagt. Ga met je moodboard in de hand door die stapels heen en kijk welke kledingstukken passen bij de stijl die je hebt ontdekt. Maak hiermee nieuwe combinaties; pak je favoriete item uit stapel één en probeer het te combineren met items uit stapel twee of zelfs drie. Wil je een combinatie dragen maar durf je het nog niet? Draag het dan eerst lekker thuis, loop een paar keer langs de spiegel of ga even langs de supermarkt. Zo wen je eraan.”
Duurzaam opruimen betekent vooral: niet te snel weggooien. “Kleding heeft vaak emotionele waarde”, zegt Vermeer. “Je hoeft niet meteen iets weg te doen. Berg het op, ruil het, of geef het een tweede leven bij een kleermaker.” Want iets wegdoen hoeft niet altijd definitief te zijn. Door kleding per seizoen op te bergen, creëer je overzicht en kun je later weer opnieuw blij worden van stukken die je even uit het oog was verloren.
Chhatta benadrukt dat het duurzaamste kledingstuk al in je kast hangt. “Vier wat je al hebt. Hoe langer je iets draagt, hoe duurzamer je bezig bent. Investeer in tijdloze, kwalitatieve items, liefst van één materiaal zoals 100 procent katoen – dat is gemakkelijker te recyclen. Begin bijvoorbeeld eens bij een duurzame jeans.” Vermeer raadt aan om bij nieuwe aankopen goed te letten op kwaliteit: draai kleding eens binnenstebuiten en check de naden en afwerking. “Hoe beter de kwaliteit, hoe langer je er plezier van hebt. En hoe minder snel je iets nieuws nodig hebt.”
Ook de manier waarop je met kleding omgaat, maakt uit. Vermeer: “Kleding heeft invloed op hoe je je voelt. Als je je niet lekker voelt in een kledingstuk, draag je het toch niet. Dan kun je het beter weggeven of doneren – dat is uiteindelijk duurzamer dan het laten verstoffen in je kast.”
Duurzaam shoppen? Dan kun je dit beter niet op Vinted kopen (en dit wel)
