ADHD uit zich bij vrouwen anders dan bij mannen. Maar omdat de ‘mannelijke diagnose’ nog steeds dominant is binnen de geneeskunde, lopen vrouwen met ADHD vaak jarenlang met hun ziel onder hun arm voordat de puzzelstukjes op hun plaats vallen.
Vrouwen met ADHD krijgen vaak pas op latere leeftijd de diagnose: 'Beschadiging ligt dan op de loer'
GeneeskundeLinda.nl ging in gesprek met Prof. Dr. Sandra Kooij werkzaam bij PsyQ en psychiater, Anne van Hees van de ADHDacademie en Marloes die op haar 32ste pas de diagnose kreeg.
Vrouwen
“Het is een uphill battle,” zegt psychiater Sandra Kooij over het tijdig herkennen van ADHD bij meisjes en vrouwen. Kooij is al twintig jaar bezig om de verschillen tussen mannen en vrouwen met ADHD voor het voetlicht te brengen. “Het is inmiddels mijn levenswerk geworden. Dat durf ik wel te zeggen.” Waarom het zo lang duurt voordat artsen in opleiding gewezen wordt op de verschillen tussen mannen en vrouwen is volgens de psychiater simpel: “Het kost gewoon een heleboel tijd voordat nieuwe kennis de geneeskunde doorsijpelt.”
Bijkomend speelt dat vrouwen door de hormoonschommelingen vaker niet dan wel worden meegenomen in onderzoeken. “Die hormonen maken onderzoek bij vrouwen gewoon veel ingewikkelder. Mannen hebben die schommelingen niet en zijn daardoor makkelijker te onderzoeken, maar hierdoor is in veel onderzoek wel de halve wereldbevolking vergeten”, aldus Kooij. Mondjesmaat wordt het vrouwelijk lichaam nu vaker onderzocht en komen verschillen aan het licht. Niet alleen ADHD is daar een goed voorbeeld van, ook een hartaanval is daarvoor exemplarisch. Die kan bij een man acuut zijn, maar bij een vrouw verspreid over een aantal dagen plaatsvinden.
De verschillen
Er valt dus nog behoorlijk wat te behalen voor vrouwen binnen de geneeskunde. Maar wat zijn de verschillen tussen mannen met ADHD en vrouwen met ADHD dan precies? “Mannen met ADHD zijn over het algemeen druk en soms ook agressief. Vrouwen met ADHD zijn vaak dromerige types”, vertelt Kooij. Bij vrouwen liggen ook depressie en angst op de loer dat is bij mannen veel minder het geval.