Je leest het goed: een plantenasiel. Want volgens Feike (34) verdienen deze groene wezens – net als onze huisdieren – ook een tweede thuis.
Het plantenasiel staat in Zwolle en is in handen van stichting Focus, die zich inzet voor de verbetering van de (maatschappelijke) positie van mensen met een psychische kwetsbaarheid.

Feike werkt als vrijwilliger in het plantenasiel: 'Het zijn mijn kindjes'
Plantenasiel
In een oud schoollokaal – dat dient als ‘buurthuis’ – ziet het groen van de planten. De volgroeide variant, baby-stekjes en ‘zieke patiënten’. Feike werkt al ruim twee jaar als vrijwilliger voor de stichting en verzorgt het groen twee keer in de week. “Het kunnen er tachtig zijn, maar ook honderdtwintig. Na de dertig ben ik gestopt met tellen.”
Het begon met een lichte interesse, maar ondertussen zijn de vingers van Feike donkergroen. “Op dit moment kan ik mij geen woonkamer zonder voorstellen. Het is niet alleen gezellig, maar geeft ook een gevoel van verantwoordelijkheid. Staan mijn planten er niet lekker bij, dan ben ik degene die het heeft gedaan. Het zijn toch mijn ‘kindjes’. Ik zou dan ook de slechtste ‘papa’ ooit zijn, wanneer ik een zieke plant direct de prullenbak ingooi.”
Missie
Feike is een man met een missie. “Ik wil mensen laten zien dat een plant veel meer is dan alleen maar een plant. Heeft je hond een gebroken been, dan ga je naar de dierenarts. Waarom zou je dan niet hetzelfde doen voor je plant?”
Een stekje in het plantenasiel kost één euro, de volwassen planten mag je gratis meenemen. Eén per huishouden, dat zijn de regels van het asiel. “De meeste mensen komen binnen met een gerichte vraag, maar hebben ze geen idee, dan stel ik hen een paar. Heb je veel of weinig licht in je woonkamer, hoeveel aandacht wil je aan de plant besteden en wat vind je mooi? Door de stekjes te verkopen, kunnen wij weer potgrond kopen.”

Prijsuitschieters
Mocht je denken dat je wekelijks een nieuwe plant kunt scoren, dan heb je het mis. “Er komen allerlei soorten planten binnen, soms flinke prijsuitschieters: boompjes waar je in een tuincentrum zo honderd euro voor betaalt. Zien we mensen wel héél vaak terugkomen, dan zeggen we daar wat van. Anderen verdienen ook een kans.”
“Planten komen hier met allerlei verschillende verhalen binnen. Ze zijn ziek, mensen zijn erop uitgekeken of de plantencollectie kan niet mee naar een nieuwe woning.”
Bruiloftsgeschenk
Zo kreeg Feike onlangs enkele bijzonder boompjes in handen gedrukt, van een ouder echtpaar dat moest verhuizen naar een verzorgingstehuis. Crassula’s, vetplantjes. “Ze hadden de planten gekregen als bruiloftsgeschenk, vijftig jaar geleden. Met tranen in hun ogen lieten ze hen achter.”
In de tussentijd zijn de plantjes behoorlijke planten geworden. “Als je lang genoeg wacht, groeit het vetplantje uit tot een heuse struik. Deze kwamen tot mijn heupen”, zegt Feike. “Met zo’n persoonlijk verhaal ga ik natuurlijk op zoek naar een passend huis. Die gaan echt niet mee met de eerste de beste student, die nog nooit een plant heeft gehad.”

Geen plantenoppas
Je zieke plant langsbrengen om hem een paar weken later gezond en wel weer op te halen, is niet de bedoeling. “Heb je hulp nodig en weet je niet hoe je je plant weer tot leven krijgt, vraag ons dan om advies. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik een berichtje krijg met de boodschap ‘hij doet het weer’. Soms na een paar weken, soms pas na een jaar.”
“Soms krijgen we een telefoontje: of ze de planten hier kunnen stallen tijdens de vakantie. Eh nee, sorry. Ik ga niet je planten water geven.”
Handige tip
Tot slot heeft de groene vrijwilliger nog een laatste tip: geef je planten geen zwemles. “Te veel water leidt tot wortelrot. Als de schade eenmaal gedaan is, heb je pech. Met veel geduld kun je de plant uit de potgrond halen, de rotte stukken eraf halen en de aarde laten drogen, maar dat is een moeilijk proces. Leer je plant kennen. Ook zonder handleiding kun je zien wat er gebeurt wanneer je je plant te veel of te weinig water geeft. Een vinger in de aarde is niet genoeg: onderin de pot kan het nog zeiknat zijn.”
