Het is altijd maar de vraag of je goed met een ander kunt reizen. Ik heb leuke vrienden en familie, maar met de meesten zou ik niet op trip willen. Puur omdat je biologische ritme te veel verschilt, of omdat de ander non-stop wil kletsen en jij niet. Toch maak ik me weinig zorgen nu ik voor het eerst met Michiel wegga. We hebben één ding gemeen: een hekel aan mensen en alleen dat schept al een reisband.

Vakantiestress: ‘Dankzij de opgefokte vader zijn ze al murw geslagen voordat de reis begint’
Op de digitale schermen van de Spaanse luchthaven staat duidelijk dat je bagage voor onze vlucht kunt inchecken bij balie 75 tot en met 77. Michiel en ik verdelen ons over twee rijen. Vlak voor mij staat een familie. Ze zijn met zes man sterk, maar hebben voor een elftal aan koffers mee. De vader heeft zich opgesteld als gids, en is van iedereen in deze hal overduidelijk het meest opgejaagd. ‘Kijk Lies, op het scherm boven de balie staat geen Transavia-logo. He bah, staan we dan toch in de verkeerde rij?!’ zucht hij. Ik weet dat hij in de juiste rij staat, maar ik hoop dat hij van het tegenovergestelde overtuigd raakt, zodat ik zes man naar voren schiet als hij met z’n aanhang van rij verschuift. Dan heb ik van Michiel gewonnen.
De vader loopt geïrriteerd weg, al instructies gevend aan zijn kroost. ‘Blijf staan. Ik ga het daar wel iemand vragen’, hij wijst met een beverige vinger richting uitgang. Hij gaat als een docent te werk tijdens het middelbare schooluitje en lijkt telkens seconden verwijderd van een hartaanval. Het zweet loopt achter zijn oren langs, en hij heeft alle worstcasescenario’s zo scherp op z’n netvlies dat het niemand ontgaat.
Deze vader heeft zich als verantwoordelijke alfa opgeworpen, de reisleider van zijn, ver, volwassen kinderen. De zwangere dertiger met haar mond halfopen is duidelijk zijn dochter, ze heeft dezelfde pose en staat lichtjes door de heupen gezakt. Haar broer, die zijn haren in een knot en een roze trui om zijn schouders geknoopt heeft, bezit de atypische neus van zijn vader. Af en toe legt de knot een troostende arm om zijn vriendin heen, een vrouw die allesbehalve een fijne vakantie achter de rug heeft, zo lijkt het.

Grappig, dat deze mensen, ik schat ze dertig jaar of ouder in, geen enkel initiatief tonen, of levenslust uitstralen. Komt het door papa Ben, ik heb hem al een naam gegeven, die met zes paspoorten in zijn hand wappert? Zijn eega en kinderen al murw geslagen zodra de reis begint, met een nerveuze vader die zelf de meeste stress veroorzaakt… Ben duwt inmiddels in z’n eentje twee trolleys met koffers als de rij iets opschuift. Het gaat tergend langzaam voor deze balie. ‘We komen nooit op tijd’, zucht Ben hard. ‘We moeten nog door security, hé?’ Hij krijgt geen bijval want hij wordt vakkundig door zijn nageslacht genegeerd. Ik heb medelijden, zowel met de man als zijn passieve gezinsleden.
‘Lies, ga nu dan naar de wc, dan ben je nog terug voordat wij aan de beurt zijn’, bonjourt hij zijn vrouw die gedwee richting toilet loopt. Als ze terugkomt zijn we geen meter opgeschoten. Wel is inmiddels duidelijk dat er op de bonte avond, gisteren, een ruzie is ontstaan. Vader en zoon fluisteren erover, maar de details krijg ik niet helder. Het is goede entertainment tijdens het wachten.
Als de familie eindelijk aan de beurt is, kijkt men, met de armen over elkaar gekruist zwijgend toe als Ben alle koffers op de band legt en zich daarbij bezeert. Hij vloekt. Michiel en ik maken kort oogcontact, hij lacht. Ik wenk want mijn rij dunt uit.
Als Michiel aanschuift zegt hij sarcastisch: ‘Hebben ze een leuke vakantie gehad, denk je, die gezellige familie? Het plezier spat ervan af.’ Na de security zien we de familie versplinterd rondlopen. Een stel staat bij de magazines, vader loopt doelloos rond. Hij komt twee keer, op en neer lopend, aan ons voorbij. Als Michiel even later de lange rij scant voor het boarden, bestelt hij snel een biertje. ‘Kijk’, zegt hij, als we bij de bar staan. ‘Daar is-ie weer hoor, de vader!’
Ben duwt inderdaad zijn vrouw voorzichtig voor zich uit, richting gate.
Als we plaatsnemen op een klapstoeltje met de gate duidelijk in zicht, is Ben opnieuw op zoektocht. Wederom lachen we hardop. Ben draait om, kijkt naar ons en maakt een gebaar.
‘Kom op jongens’, zeg hij tegen ons. ‘Jullie zijn de laatsten, hoor!’ Wat niet waar is, want we zien de rij nog voor de slurf staan. ‘Oh’, zegt Michiel droogjes, ‘ik wist niet dat we met jou op schoolreis zijn!’
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Maaike Olde Olthof
Maaike Olde Olthof is journalist, schrijver en samensteller bij LINDA.nl. Ze heeft twee tienerdochters in huis, een drie-dubbele-sandwich als levensfase en een gloeiende hekel aan huishoudelijke taken.
Ze is auteur van ‘Wat een Scheidboek’. Het rommelige co-ouderschap en het single veertigplus zijn geven genoeg inspiratie voor een roman of twaalf.
Lees hier nog meer columns van Maaike Olde Olthof.