Columnist Carol Rock (45) schrijft over wat haar opvalt in het nieuws. Deze keer schrijft ze seksuele voorlichting.
Gisteren was het Wereld Anticonceptiedag. Net zoals mij is dat het gros van de Nederlandse ouders waarschijnlijk ook ontgaan. Eigenlijk best jammer, want dit jaar stonden de jongens in het middelpunt.
De eerste keer dat mijn zoon een soort van voorlichting kreeg, was in Amerika. Nou, dan weet je het wel. Niet alle ouders waren even gecharmeerd van lessen over seksualiteit met kleuters. Die lessen kwamen er wel, in een nogal gekuiste versie. Wij, de ouders, kwamen daar achter toen het ene meisje thuis ineens meedeelde dat baby’s niet uit de buik, maar uit de baarmoeder kwamen. Een ander meisje had haar moeder gevraagd wanneer zij oud genoeg was om zelf baby’s te maken. Ook mijn zoon had ineens opvallend veel interesse getoond over de herkomst van zijn kleine zusje. Onze kleuters wisten nu precies hoe de baby in de buik bij mama groeide. Hoe dat wonder erin, of zelfs eruit kwam, hadden ze op school maar even overgeslagen.
Ik kocht daarom een boek met de veelbelovende titel It’s not the Stork! en dat boek hebben we samen uitgelezen. Alles. Geen hoofdstuk of tekening heb ik overgeslagen. Ook niet waar de vader en de moeder bij elkaar in bed kropen, naakt… En dat was dat. Zoonlief stond op en ging weer zingend met zijn Lego spelen. Ik had geen idee of hij er iets van had opgestoken, maar ik had die les seksuele voorlichting voorlopig goed afgerond.
Lees ook
Zó vroeg kun je het beste beginnen met seksuele voorlichting
Twee jaar later liepen we over straat. “Mama, je zei toch dat een baby van een zaadje en een eitje wordt gemaakt?” “Ja,” antwoordde ik, geen idee waar dit gesprek naartoe ging. “Maar hoe komt dat zaadje dan bij dat eitje?” Ik slikte al mijn schaamte weg. Ik had me immers ooit voorgenomen die open-minded moeder te zijn bij wie ze ook met seksueel ongemakkelijke vragen terecht konden. En vertelde zo platonisch mogelijk hoe papa en mama dat zonder hulp van die ooievaar voor elkaar hadden gekregen. Even was het stil. Licht verbaasd- of was het walging – keek hij me aan, mijn dochters speen was uit haar mond gevallen. “Ieeeuww,” was hun unanieme reactie. En dat was dat. Les twee was afgerond.
Lees ook
Jongeren: ‘Plezier komt nauwelijks aan bod bij seksuele voorlichting’
Mijn zoon is nu dertien. Ouders die kussen, of kussen in het algemeen vindt hij nog steeds ieeeuw. “Hah, over drie jaar kun je er geen genoeg van krijgen,” roep ik dan. Waarop hij weinig overtuigd zijn schouders ophaalt. In mijn kast heb ik een boekje verstopt. Een boekje met seksuele voorlichting voor puberjongens, geschreven door een leuke jongeman, die niet zo lang geleden zelf een puberjongen was. Het is nodig aangezien voorlichting vooral is gericht op meisjes. We leren al vroeg hoe we zwanger kunnen raken en vooral hoe beter nog even niet. Voor jongens is die voorlichting iets minder uitgebreid en best eenzijdig. Mijn zoon leerde in groep 8 bijvoorbeeld dat ballen amazing zijn, in een poging het onderwerp minder beladen te maken. “Oh en gebruik een condoom,” leren ze er hopelijk nog bij. Via internet of van even onervaren vrienden leren ze de rest.
Ja, hoog tijd dus dat die jongens eindelijk echt bij die voorlichtingslessen betrokken worden. I know, niet het gemakkelijkste of gezelligste gespreksonderwerp voor ouders en voor puberkinderen evenmin. Maar denk maar zo, de kans dat zij later het celibaat in gaan is best klein en niet bepaald wenselijk.
Succes.