Als je tegen de vijftig loopt, hoor je jezelf dingen tegen je kinderen zeggen zoals je eigen ouders dat ook deden. Van verwijten als een: ‘Ik leg dingen niet voor niets op de trap’ tot ‘Vroeger was alles beter.’
Nou ja, alles, vooral muziek, wat mij betreft. Onze generatie was nog origineel, die van mijn ouders ook.
Althans, zulke dingen denk ik wanneer de dochters Fast Car of Break My Stride meezingen, nummers die dankzij TikTok een nieuw leven of nieuwe jas kregen. Het valt te betwijfelen of de nieuwe jas ook beter zit. “Echt… iedereen kent dit nummer, hé?” zucht Charlie als we in de auto richting school zitten en Queens Bohemian Rapsody op de radio is.
“Zelfs bij het concert van Harry Styles zongen alle oudjes dit nummer nog mee, in de pauze.” “Ach, het is een bekend nummer. Het staat doorgaans op de eerste plek van een top zoveel duizend”, leg ik uit. “Het is niet per se mijn favoriet, maar ik snap wel waarom het een tijdloos succes is. Het begint heel zacht en klein…”, waarop Charlie me ineens onderbreekt. “Beetje rare tekst ook. Hij schreeuwt de hele tijd om zijn moeder omdat hij iemand vermoord heeft.”
“Ja”, lach ik. En geef een rukje aan de volumeknop. “En dan komen nu de gitaren.” “Zeg mama”, merkt Charlie na een paar minuten droog op. “Het lied duurt ook veel te lang.”
Dan zegt ze serieus: “Weet je, het is wel een beetje zoals het soms in mijn hoofd is, dit nummer.” Ik snap haar pieken en dalen: klein en intiem, dan weer heftig en schreeuwerig. “Mag ik een andere zender zoeken?” Ik knik, dan komt Douwe Bob. “Mam, wist je nog toen ik verliefd was op Douwe Bob en jij me meenam naar zijn optreden?”
En of ik dat nog weet. Ze was jong, ik denk net zeven, ik had een koptelefoon mee en hij trad op in een kleine zaal in Enschede. Het was de Slow Down Brother-periode en Charlie stond ademloos naar de zanger te kijken, haar kinnetje leunend op d’r handen, hangend over de reling van het balkon. Zelfs die herinnering begint al als een ‘vroeger’ te voelen.
Charlie draait aan de radioknop en ik hoor Dragosta Din Tei. “Laat deze!”, zeg ik enthousiast. Ik zing hard mee, omdat het me herinnert aan een tijd waarin ik nul zorgen had en ontzettend verliefd en gelukkig was. Al besefte ik dat pas later.
‘Nu ma nu ma iei, nu ma nu ma nu a iei
Maia-hi maia-huu
Alo alo sunt iarsi eu, Picasso’
Het is inderdaad geen hogere wiskunde of een prachtig kunstwerk, maar ik word er instant vrolijk van. “Wil je, als we bij school zijn, de muziek zachter doen, aub? Anders is het zo cringe.” Ze rolt nog net niet met haar ogen. Ik draai het volume nog hoger. Dit doe ik natuurlijk expres want een beetje voor schut zetten is het enige wisselgeld dat je als ouder met een puber hebt.
“Goed”, zegt ze droog als ze uitstapt. “Het is duidelijk dat dit lied precies is hoe het er dus in jouw hoofd aan toegaat.” Ik lach. “Veel plezier op school, Charlie.”
“Trouwens mam, vroeger was zéker niet alles beter. Ik heb zo’n chocolaatje gehad die opa kocht for old times sake.” Ze maakt het tussen-haakjes-gebaar met haar wijsvingers. “Die waren echt heel goor. Daar zat dus tandpasta in! Bah.” Ze trekt een afgrijselijk gezicht en gooit de deur dicht.
Ach, die was ik helemaal vergeten: de After Eight die opa, in bulk, voor ons heeft kocht. Die zijn inderdaad niet bepaald lekker. Maar goed.. ze smaken wél naar vroeger.
