Grappig dat iets waarvan je zeker weet dat het volledig de juiste beslissing is, toch kan zorgen voor een steek in je hart. Dat is wat ik denk als ik voor de laatste keer een rondje maak door het inmiddels lege huis in Diemen.
Want hoewel ik er geen moment aan twijfel of ons nieuwe huis, en de daarbij behorende locatie de perfecte stap is, waar de kinderen een heerlijke jeugd kunnen hebben en we ongetwijfeld waanzinnig gelukkig gaan worden, doet het tegelijkertijd ook een beetje pijn.
De melancholie maakt zich van mij meester als ik alle ruimtes zie, die tot voor kort gevuld waren met onze meubels en die nu slechts nog de grote plukken huisstof bevatten die je vindt als je meubels na een lange tijd weer weghaalt. Ook een dozijn aan haarelastiekjes, een verloren gewaande zonnebril en – hoogst opmerkelijk – een gulden uit 1982 zijn enkele vondsten.
Dit huis is zo goed voor ons geweest en er liggen zoveel mooie herinneringen. Onze oudste dochter was een baby van zes weken oud toen we hier eind 2017 introkken. Inmiddels is ze zes weken verwijderd van haar zevende verjaardag, zit ze in groep vier en is ze drie zwemdiploma’s verder. Om nog maar te zwijgen over hoe veel te hard ze groeit, volgens haar vader dan.
Haar eerste stapjes liggen in dit huis, evenals die van haar zusje, dat verwekt is onder dit dak waar we bijna zeven jaar woonden. Talloze eerste keren speelden zich af binnen deze muren: de eerste keer dat iemand ‘papa’ tegen me zei, de eerste tand die gewisseld werd en de eerste nacht dat ik de vader was van twee kinderen.
Een ontelbaar aantal avondjes met vrienden, een zee aan lachen, en hier en daar wat tranen. Kortom: een oneindige zee aan herinneringen. De vetvlekken op de muur in de kinderkamer zijn een overblijfsel van elke avond droge kinderhuid invetten met olie. De vlekken naast de haard die verwijzen naar die keer dat ik een hele fles barolo omstootte en ik per ongeluk de witte muur van een nieuwe kleur voorzag. De acht gaten die ik boorde in de muur, die ik nog even dicht moet smeren voor de nieuwe bewoners de sleutel krijgen, omdat ik dacht dat ik prima met het blote oog kon zien hoe een kastje op te hangen in plaats van het even na te meten.
En nu is het tijd om afscheid te nemen. Dit huis krijgt nieuwe bewoners voor wie het goed kan zorgen, nieuwe bewoners die net als wij toen we hier kwamen wonen een jong dochtertje hebben. Die hier ook, net als wij toen, vanuit het centrum van de hoofdstad komen en voor het eerst de stap maken naar een echt huis. Een huis zoals een kind dat tekent met een dak en een tuin.
“We zijn klaar om te gaan”, zegt de verhuizer. Vier vrachtwagens staan tot de nok toe volgepakt in de straat. Ik pak de laatste doos, zet het alarm aan (voor wie of wat weet ik niet, want er is werkelijk niets meer te halen) en trek de deur achter me dicht. Dag huis, dag fijn huis. Bedankt voor alles.
