Het is weer zover. December. We zijn al halverwege, gelukkig. Dat klinkt niet erg vrolijk, halsreikend of strijdbaar. Ik weet het.
De maand waarin de ene na de andere verplichting je om de oren vliegt. Eerst is er Sinterklaas. Als je er nog in gelooft, is dat gewoon fokking eng. Zeker toen ik klein was. Er zat iemand in je schoorsteen. Er liep een schimmel op je dak en op de avond zelf kwamen er opeens allemaal vreemde mensen in je huis.
Eerst bonkten ze je een hartverzakking tegen het raam of op de deur. Dan gooide een springerige malloot een hand kruidnoten gemengd met van die keiharde stukken taaitaai en suikersnoepjes in je smoel. Deed altijd pijn. En dan kwamen er cadeautjes die meestal maar ten dele voldeden aan jouw zorgvuldig opgestelde verlanglijstje.
'Ik weet niet of je als man de titel feminist kunt dragen, maar inhoudelijk ben ik dat zéker'
Op 6 december donderde die baard met zijn hele gevolg gelukkig weer op. Vreselijk vond ik het en ik hoopte ieder jaar dat die boot niet op de heenweg, maar op de terugweg naar Spanje zou zinken. Daarmee het einde van het hele jaarlijkse verhaal inluidend.
Maar de maand is lang. Erna kwamen de kerstspelen op school en gingen we op onze openbare school het verhaal van de geboorte van Jezus naspelen. Met alles erop en eraan. Ik hield me zorgvuldig afzijdig bij het kiezen van de hoofdrollen en werd dus een van de dieren in de stal. Een ezel, geit … en één keer zelfs een giraffe omdat er toevallig zo’n pak voorhanden was. Totdat ik gitaar leerde spelen en in het bandje mocht plaatsnemen. Dat was prima. Behalve dat Miranda met haar plastic blokfluit uitgerekend naast mij moest zitten. Zij speelde zo hard en vals dat ik de ene na de andere fout maakte. Waarom? Waarom …?
En dan kerst zelf. Een feest van lichtjes, warmte, gezelligheid, eten, familie … En de totale saaiheid van dichte winkels, vrienden die niet konden afspreken, bandleden die naar oma moesten, gesloten cafés in de binnenstad en twee hele lange dagen die maar niet voorbij wilden gaan.
Ik heb een liefdevolle en fijne familie. Zeker toen ze er nog allemaal waren. Overzichtelijk ook. Maar daardoor voelde het altijd gek dat we dan op die dagen opeens een soort ‘officieel’ bij elkaar kwamen. Ineens opgeprikt met mooie kleding en een gedekte tafel terwijl we de zondag ervoor nog de verrukkelijke gebraden kippenpoten met aardappelsalade van mijn moeder met onze klauwen naar binnen hadden gewerkt. Bord op schoot. Met koude Belgische bieren en de warme vocalen van Joe Cocker over de speakers.
Ik wilde juist tijdens die verplichte dagen mijn gewoonlijke 1000-dingen-tegelijk-routine doen. En dat ging niet. Mocht niet. Kon niet. Ik boos.
'Ik gebruikte het café als schuilplaats, als uitvlucht en als warme huiskamer'
Goed. kerst voorbij. Op weg naar het laatste staartje van de maand: oud en nieuw. Ook zo’n moment waar je met z’n allen naar uitkijkt, maar wat eigenlijk altijd tegenvalt. Waarom? Omdat het gewoon een kwestie is van de tijd die doortikt en een nieuwe dag aankondigt. Simpelweg omdat er ooit een grootse Romeinse keizer is geweest die de Juliaanse kalender heeft bedacht. Dagen, weken, maanden en jaren.
En opeens is het dus om middernacht ‘volgend jaar’, terwijl ik me nog steeds even slecht of verward voel als vijf minuten geleden. Goede voornemens heb en had ik niet. In ieder geval niet op die datum. Ik kan hoogstens blij zijn dat we het afgelopen jaar weer zonder al te veel kleerscheuren zijn doorgekomen.
Zoiets. Je merkt het. Ik ben niet zo van de tradities en vieringen. Gezelligheid komt beter tot zijn recht wanneer het spontaan is. Die speciale data veranderen niet wezenlijk iets in mij en grote verandering kan bij mij opeens op 4 maart zijn, of 17 september. Dat vier ik dan wel in m’n eentje. Ik zal blij zijn als het januari is. O wacht … dan ben ik op de 11e jarig. Krijgen we dat weer.
Fijne dagen allemaal.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
'De diagnose alzheimer was een vernietigende klap die hem doodsbang en onzeker maakte'


















