Tinderen en kinderen, ik vind het een lastige combinatie. Het schijnt dat vrouwen er ook vaak mee op hun Tinderprofielfoto’s staan. Waar mannen pronken met een versgevangen vis, barbecue of racefiets, adverteren de dames vaak met een duckface, een kek Snapchatfiltertje, zonnebril of kinderen.
Vooral dat laatste begrijp ik niet. Waarom zou je in Godsnaam met je kind op Tinder staan? Het feit of je wel of geen nazaten hebt, komt vanzelf in de chat naar voren, daar hoef je niet mee te leuren bij binnenkomst op je profiel.
Gelukkig is mijn kind volwassen, want het lijkt me een ingewikkelde zaak om als alleenstaande moeder (daar ga ik vanuit als je op Tinder zit) te Tinderen met opgroeiende kinderen thuis. Nog moeilijker: stel de date is een blijvertje, wanneer introduceer je hem bij je kroost?
Ik heb de eerste negen jaar van mijn dochters leven niet gedatet. Ik ging niet meer uit, alleen af en toe een verjaardag van een van mijn vrienden of vriendinnen. Daar hield ik het bij. Ik had ook totaal geen fomo (fear of missing out). Ik wist namelijk precies wat ik miste: helemaal niks. Ik had tot aan de bevruchting al zuipend en snuivend Amsterdam onveilig gemaakt en het was mooi geweest. Op het moment dat mijn dochter werd geboren, werd ook de moeder in mij geboren en ik stortte me volledig en met volle overgave op die taak. Dat kon ook niet anders, want ik stond er alleen voor. Haar vader wilde niet deugen en werd het land uit gebonjourd. Even kut in het begin, maar het universum had me geen beter cadeau kunnen schenken. Van een toxic relatie wordt niemand gelukkig en een kind al helemaal niet.
Maar na negen jaar alleen maar moeder zijn, wilde ik ook wel weer in mijn vrouwelijke en seksuele energie zitten. Ik was na lange tijd ook weer redelijk op mijn streefgewicht, want o o wat bleven de zwangerschapskilo’s lang plakken. Ik was een Balouba. Ik geloof 103 kilo toen ik moest bevallen en aangezien mijn baby geen veertig kilo woog, verliet ik het ziekenhuis als gezellig dikkerdje.
Maar na al die jaren haalden mijn vriendinnen me over om mee uit te gaan. We gingen naar een bekende Scheveningse strandtent en er kwam ‘heel toevallig’ een vriend opdraven. Een blonde Viking, sportleraar uit Rotterdam. Na een korte flirtation fluisterde mijn vriendin in mijn oor: ‘Hij heeft er een van 20 centimeter’, en ik was op slag verliefd – size does matter. We bleven drie jaar bij elkaar. Hij was de enige man die ooit in mijn dochters kinderleven zijn opwachting maakte. Duurde een tijdje eer ik hem aan haar introduceerde, maar er ging een heel nieuwe wereld voor haar open. En voor mij. Een man doet gewoon anders met een kind. Zo gingen we naar de Efteling. Ik heb hoogtevrees dus ik ging nooit in achtbanen of iets dergelijks. Mijn angst projecteerde ik op haar. Ze mocht niet in hoge dingen. De Pagoda? Ik krijg al anale kramp als ik ernaar kijk. Maar hij trok haar overal in. Huppakee, in de Python, de Vliegende Hollander. Terwijl ik bijna alles liet lopen van angst, had mijn kind de grootste pret en helemaal geen hoogtevrees. Een enorme winst.
We hadden een latrelatie, dus hij was er niet altijd. Maar in de weekenden ging hij zich plots met de opvoeding bemoeien. Hij had zelf geen kinderen, dus dan is sowieso de invalshoek al anders. Als ze haar bord niet leeg at, vond hij dat zij geen toetje mocht. Terwijl mijn idee was: je eet tot je genoeg hebt anders kweek je een vreetzak… Zoals hij! Want ik zag al snel waarom hij zo strikt deed over wel of geen toetje. Hij was zelf dol op al die yoghurtjes en kwarkjes, die hij tussendoor ook heerlijk uitlepelde. De Danoontjes vlogen er doorheen. Ook vond hij dat ze ’s avonds geen plakje ontbijtkoek mocht hebben als ze nog honger had voor het slapen gaan. Had je drie uur geleden je bord maar moeten leegeten! Terwijl hij zelf minstens drie hele spritsen ’s avonds in zijn koffie sopte. Van deze bemoeienissen was ik niet gediend.
De man was een enorme zelfverwenner. Vooral bij mij thuis. Als ik weleens in zijn vrijgezellenhol kwam, was er nooit wat, maar bij mij smikkelde hij alles weg. Zelfs de pauzehapjes van mijn dochter voor school gingen er gretig in. Ik greep op maandagochtend geregeld mis. Dat was het begin van het einde. Om meerdere redenen dan alleen toetjes uiteraard. Het was eigenlijk een klaploper en zowel mijn liefde als respect waren aan slijtage onderhevig. Dat uitte zich in mijn attitude naar hem. Ik katte hem af, want hij zat zó in mijn allergie! En dat een kind niet doet wat je zegt, maar doet wat je doet, bewees zich in deze situatie. Wanneer ik zei: ‘Hè Paul, doe niet zo irritant.’ Hoorde ik een echo: ‘Ja Paul, doe niet zo irritant’. Mijn dochter die mij triomfantelijk na wauwelde.
En dan natuurlijk het moment van afscheid. Ineens is de man die drie jaar in haar leven was, hoe irritant ook, weg. Hij heeft haar daarna nog weleens meegenomen naar een pretpark, maar het bloedde vanzelf dood.
Een tijd lang mannen afgezworen. Te veel gedoe. Toen mijn kind eenmaal groter en zelfstandiger was, werd het stiller in huis met haar b.b.h.h. Dat was het moment waarop ik er serieus over na ging denken om een kind te adopteren. Een jongen… van een jaar of 45, 50…
