‘Ik twijfel al zo lang’, zegt W terwijl we met een groep vrienden bij haar thuis eten. ‘Maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om weg te gaan.’ W en ik zijn de enige twee vrouwen die door een mannelijke vriendengroep zijn geadopteerd. Voor hen zijn we one (two) of the guys.
W is begin veertig, heeft een enorm gevoel voor humor, is een duurbetaalde consultant in Amsterdam en heeft tien jaar een relatie waar de vlam al een tijd geleden van is gedoofd. Als die vlam er überhaupt ooit is geweest.
Ze gooit het expres in de groep zodat ze zowel mijn visie als die van de heren krijgt. Terwijl de mannen wat ongemakkelijk dooreten, vraag ik: “Blijf je uit medelijden?”
Want waarom zou je anders niet weggaan als de koek op is en de vlag halfstok hangt?
“Nee, niet uit medelijden. Althans… ik denk het niet.” Dan na een korte stilte komt het hoge woord eruit. Ze is helemaal per ongeluk een affaire ingerold.
Ineens is ieders aandacht erbij. “Levensgevaarlijk”, zegt een van de vrienden. “Daar moet je mee kappen.” En zie hier het verschil tussen mannen en vrouwen. Geen vragen naar het hoe en waarom. Als je een affaire begint – dus niet zomaar een keertje vreemdgaan – begeef je je op een slippery slope. Je kunt namelijk zomaar verliefd worden op die ander en dat is niet de bedoeling. Nee, leuk een keertje buiten de deur neuken, maar wel het walletje bij het schuurtje houden. Ze wist wat ze had, een goeie vent, en weet niet wat ze krijgt. Zo, hij heeft gesproken en eet door terwijl de anderen instemmend mee mummelen.
Typisch mannen. De directe oplossing: kappen. Die vragen niet naar wat het hart zegt: “Wat voel je? Wil je oud worden met … (huidige man)? En je minnaar, is dat de man op wie je altijd gewacht hebt?” Zo pluis je dat uit. Wij vrouwen willen ervaren, het spectrum van onze emoties af gaan (ook al is het een rollercoaster), leren.
Doordat wij elkaar veel vragen, hypotheses doen, dwingen we onszelf naar binnen te kijken en te ontdekken. Het dwingt je tot soul searching zoals dat wat zweverig heet.
Ik denk dat ik in mijn hele leven het meest van al mijn vriendinnen heb geleerd. Van hun relaties, van hun missers en van sex. Zowel de emotionele als de praktische kant, want die laatste is tenslotte ook niet geheel onbelangrijk. Zo leerde ik op de middelbare school over sex. Niet van de biologieleraar, maar van de meisjes die al vieze dingen deden in het fietsenhok. In de pauze van de handarbeidles deed een van hen voor hoe je een jongen moest aftrekken. Zodra de juf de klas uit was om een bammetje te eten, werd haar stoel op tafel gezet en deze kunst voorgedaan op een van de vier stoelpoten. Ik was een laatbloeier en had werkelijk geen idee wat de uitkomst zou kunnen zijn van het vakmatige handwerk, maar later heb ik er nog veel aan gehad.
Masturberen, ook geen kaas van gegeten. Ik woonde al samen met mijn eerste vriendje toen een vriendin dat uitlegde. Ik deed dat gewoon nooit. Mijn geliefde was achteraf dus ook niet zo behendig in het manuele en aangezien ik zelf niet wist waar ik het nu precies moest zoeken, liet ik de boel de boel. Ik had weleens een pornofilm gezien, maar ik dacht dat de extase grotendeels aanstelleritis was. Dat was het ook, maar slechts deels. De meeste vrouwen bereiken niet gillend een climax, maar kunnen ook genieten in stilte.
Het was dus mijn vriendin die me het loket toonde waar mijn ticket to paradise klaarlag. Niet mijn vriendje.
De pornofilms die ik uit een smoezelig hoekje van de videotheek viste, waren heel mangericht. Ook een niet te verwaarlozen point of view. Daarvan heb ik de grondbeginselen van een uitmuntende blow job geleerd. Het enthousiaste gelurk imiteerde ik gewoon en werd wegens succes geprolongeerd. In eerste instantie deed ik het voornamelijk uit effectbejag. Pas veel later leerde ik het ook zelf te waarderen.
Standjes, ook tijdens vriendinnenavonden. De een deed voor hoe je op je hurken op hem kon zitten – iets wat ik nog steeds niet onder de knie heb – de ander beweerde dat je een sniffeltje poppers moest nemen voor anale sex. Voor mij is de anus een exit only, maar toch fijn om te weten. En zo leer je van elkaar en distilleer je wat voor jou bestemd is en wat niet.
Ik zie mannen niet voordoen hoe je een vrouw naar een zinderend hoogtepunt brengt. Ik hoor ze niet onderling delibereren over gevoelens, over verbinding en liefde. Mannen hebben het over auto’s, voetbal, materiële zaken. En natuurlijk over sex. Maar niet op een educatieve manier. Het heeft meer iets pocherigs; kijk mij eens. Vaak heeft het iets lacherigs, zo gezellig in het café. “Ja, joh? Kan ze zoveel kunstjes, joh?” Maar mocht eentje nou zeggen dat hij zijn clandestiene geliefde wel erg leuk vindt, zegt niemand: “Volg je hart. Is het jouw droom om te eindigen op een woonerf met een keer per maand sex en als hoogtepunt de volgende kringverjaardag? Of is die ander het helemaal voor je?” Nee, mannen vinden dat je moet oppassen: “Niet doen, niet verliefd worden. Dat is gevaarlijk. Wat een rompslomp. Kappen. Iemand nog een biertje?”
En zo drinken ze hun glas, plassen hun plas en in de meeste gevallen blijft alles dan zoals het was.
