Het afgelopen pinksterweekend maakte ik twee kapitale fouten. Fout één: ik kocht kaartjes voor Peppa Pig World in Leidschendam. Met de beste bedoelingen, mijn kinderen zijn namelijk helemaal idolaat van het (als je het mij vraagt) behoorlijk irritante meisjesvarken en haar familie. Ze zijn zelfs zo fan, dat elk ander dreumesprogramma op woedend gehuil wordt getrakteerd.
Ik schrok wel even dat de kaartjes 25 euro per volwassene + kind kostten, zeker omdat je daarmee slechts twee uur toegang kreeg tot de speeltuin. Maar ik besloot dat dit leed snel geleden zou zijn als we daar eenmaal waren en ik de stralende snoetjes van mijn zoon en dochter zou zien.
Wat ik me op dat moment nog niet realiseerde, was dat Peppa Pig World feitelijk gewoon een binnenspeeltuin is, maar dan met een thema. En binnenspeeltuinen, zo weet ik inmiddels, zijn de absolute hel op aarde. Wil je iemand een misdaad laten bekennen, sluit ‘m dan even een halfuur op in een binnenspeeltuin en de kans is groot dat-ie niet alleen toegeeft dat hij het heeft gedaan, maar zich smekend om genade aan je voeten werpt.
Het hielp niet echt dat ik me vooraf weinig had verdiept in de locatie van het hele Peppa-gebeuren (fout twee). Ik had weliswaar het adres opgezocht en dat ingevoerd in de routeplanner van de auto, maar was me niet bewust van het feit dat de speeltuin middenin een of ander kolossaal winkelcentrum zat dat Mall of the World heette.
Sterker nog: ik had nog nooit van de Mall of the World gehoord, maar was kennelijk de enige, want de rest van Nederland stond afgelopen weekend in de rij om daar te gaan shoppen. Zo belandden we in een flinke file om überhaupt één van de parkeergarages van het complex in te komen, de kinderen ondertussen schreeuwend op de achterbank.
Toen we eindelijk een plek hadden veroverd, haastten we ons door de stromende regen naar binnen en worstelden ons vervolgens met twee tegenstribbelende dreumesen door de mensenmassa. Ik had hoofdpijn en voelde het zweet over mijn rug druppelen. En dan waren we er nog niet eens.
Een halfuur te laat stonden we dan eindelijk binnen. Peppa Pig World bleek nogal klein, of misschien leek dat zo omdat er overal gillende kinderen rondrenden, achtervolgd door ouders die allemaal nogal pips zagen rond de neus. Ik wilde het liefst in foetushouding in een hoekje gaan liggen, maar elk hoekje was al gevuld met totaal overprikkelde minimensen.
Het was zo ongeveer de langste anderhalf uur van mijn leven. Maar eerlijk is eerlijk: m’n kinderen vonden het fantastisch. Oké, mijn zoon wilde de hele twee uur alleen maar op de toeter van de schoolbus drukken (waren we daar helemaal voor naar Leidschendam gereden?), maar zijn zusje waggelde stralend in de rondte en vond alles prachtig.
“Ik wil hier nooit meer heen”, verzuchtte ik ’s avonds tegen mijn man toen we eindelijk op de bank zaten, een aanhoudende piep in onze oren. “Het was vreselijk”, beaamde hij. Toch vrees ik dat we, als dit trauma een beetje is gezakt, gewoon weer naar een binnenspeeltuin gaan. Want tja, alles voor onze bloedjes. Maar de volgende keer neem ik wel een heupflaconnetje wodka mee. Is het voor mama ook een stuk beter te verdragen.
