‘Ga je mee naar zee, even zwemmen Puck?’, vraagt Charlie. Puck ligt languit op het zonnebedje, met een handdoek om de voeten gewikkeld. De huid van mijn oudste is prachtig porselein wit. Ze verbrandt snel waardoor ze elke zomer vast aan factor 50 zit.
Ze kijkt bedenkelijk op haar telefoon en geeft antwoord: “Ja ik ga mee, maar nog even wachten. Over vijftien minuten is het beter. Dan is de UV gedaald naar 8.” “Wat?” zeg ik vanachter mijn boek in de schaduw. “Het is 14 uur, de zon is nog steeds fel. Een UV8 is ook niet bepaald laag of zo.” Beide dochters rollen hun ogen, want ja wat weet ik er nu van?

“Mam, de UV is nu 11, dat is hoog en het neemt alleen maar af. Om vijf uur is-ie gezakt naar vier en om zes uur is het zelfs nul. Dan verbrand je niet meer, maar krijg je ook geen kleur. Ik moet natuurlijk wel bruin worden.” “Kijk”, zeg ik terwijl ik naar Italianen wijs die bij de club aan de uitgebreide lunch zitten. “Doe als de Italianen, die liggen voor vieren ‘s middags niet in de zon of het water (dat laatste vooral omdat de gemiddelde Italiaan gelooft dat je 2 uur moet wachten met zwemmen na het eten. Anders krijg je ‘indigestione’).
De gehele vakantie heb ik die UV-updates al aangehoord. “Zeg, waar halen jullie die informatie allemaal vandaan?” “Nou, gewoon”, zegt de jongste bijdehand, “van de weerapp.” “Ja, dat snap ik, maar waarom kijk je niet naar de stand van de zon maar naar een UV-waarde?” Wat een boomer-vraag natuurlijk, want het verlossende antwoord wordt al gegeven. “Het is overal op TikTok. Iedereen doet het.”
“Het is toch doodeng dat TikTok een soort encyclopedische waarde krijgt”, mompel ik in de lucht want de meiden staan zichzelf in te smeren. Ze horen me wel, maar luisteren niet. “Vergeet je nek niet…”, zeg ik; ik zie dat Puck daar al een beetje rood wordt. “Dat heb ik net gedaan mam, met factor dertig, want ik heb na zoveel dagen nog maar nauwelijks een tan line.”
Mijn moeder lag vroeger strapless te zonnen, omdat je anders van die lelijke, witte strepen kreeg. Ook ik vond egaal bruin mooi, al streefde ik hele andere dingen na wanneer ik aan zee was. Ik zwom, snorkelde of zat hele middagen op een bananenboot. Maar mijn tienerdochters gaan bewust voor detonerende tan line-strepen, en UV is tegenwoordig leidend en hogere wiskunde. “Wat is het met jullie en die tan line?”, vraag ik. “Hoe kan je anders zien dat je in de zon gezeten hebt?”
Ik kijk naar de rode bultjes – zonneallergie – op de voeten van mijn oudste en slik mijn zure commentaar in. Ze is zestien en gaat tot nu toe verstandig om met zon en adviezen. Bovendien: ook ik heb vakantie en weinig zin in boomer-verwijten.
Als ze na het zwemmen een discussie hebben wil ik tussenbeide komen, maar ik kan de helft van de tekst niet ontcijferen. Iets met ‘esca’, ‘goos’ en een ‘fitje’ van een of andere ‘pick me girl’ (die laatste weet ik: dat is een meisje dat graag alle aandacht van de mannen wil). Dan gebeurt er iets vreselijks: een van de mobiele telefoons is leeg. “Ja, shit. Nu kan ik mijn Snapstreak met Moos wel vergeten.” Dan bespreken ze een kennis. “Zij is echt zo’n Stockholm-meisje.”
“Een wat?!”, vraag ik. Mijn behoefte aan een volwassen gesprek was al groot, en groeit alleen maar. “Mam, het is het type kleding dat je draagt. Zeg maar, je persoonlijke stijl.”
Ik zucht, stop de boekenlegger in het boek dat ik demonstratief dichtklap. Als ik opsta, pak ik mijn witte kaftan en zonnebril. “Dag meiden. Als een Stockholm-girl me zoekt, dan zit ik daar aan een Aperol Spritz”, en ik knik richting de bar waar ik plaats ga nemen. Als ik door het loeihete zand wegloop, hoor ik ze over me praten: “Beetje coastal grandmother-type, vind je niet?”
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
