Misschien is de stilte die volgt op het overlijden van een dierbare wel het ergst. Na het verlies is er eerst een overweldigende en woelige roes. Hoewel je je bewust bent van de wereld en het gekrakeel, gaat het door de verdoving van de dood langs je heen. Je neemt het waar, maar hoort het niet. De stilte, de stilte van de dood is als geen andere.
Daarna volgt de vanzelfsprekende stilte. Die van een leven dat doorgaat, een routine die weer opgepakt wordt, nieuwe verhalen en emoties die zich aandienen.
Dat is de ergste stilte, omdat je weet dat teergeliefden vergeten worden. Als je het van de buitenwereld laat afhangen, is het al gauw alsof ze nooit bestaan hebben. Maar gelukkig heeft mijn broer Hafid, die precies twee jaar geleden overleed, een rijkdom aan boeken achtergelaten.
“Ik herinner me zijn brieven, die door mijn oudere zussen werden voorgelezen (‘lees nog eens voor’ – mijn moeder met die invriendelijke, milde blik die ze nooit heeft verloren, ondanks de eenzame zorg voor zeven lastpakken), en vooral zijn jaarlijkse bezoeken tijdens de zomer aan ons.”
In dit fragment uit zijn boekenweekessay van 2001, Een Beer in Bontjas, komen de drie overleden dierbaren samen met wie ik iedere dag begin en eindig: mijn vader, moeder en Hafid.
In het boek brengt hij op ongeëvenaarde en sprankelende manier een verloren tijd weer tot leven. Zoals onze vader die vroeger in Marokko alle buurtkinderen op lekkers trakteerde wanneer de snoep- of ijsman langskwam met zijn karretje.
Opeens zag ik hem weer staan, omringd door springende kinderen, en voelde ik de trots van toen dat het ónze vader was die zo gul was en anderen blij maakte.
Hafid overleed veel te jong. Hij had nog zoveel levenslust, zoveel plannen, zoveel boeken nog om te schrijven. Mijn ouders hou ik dichtbij met de herinneringen. Hafid eveneens natuurlijk, maar hem vind ik ook terug in zijn boeken, wanneer mijn vingertoppen langs de kaft gaan, ik een boek erbij pak, willekeurig wat bladzijden lees en hij bij me in de kamer verschijnt.
Blote voeten, zwarte broek, zwart overhemd, de bovenste knoopjes los. Met die ondeugende glimlach op zijn gezicht tikkend op de laptop. Muziek die uit de boxen schalt. Madame Butterfly. Of Nass el Ghiwane.
Leonard Cohen zingt ‘There is a crack, a crack in everything, That’s how the light gets in.’ Hafids boeken zijn die kier waar een weelde aan licht in doorkomt en die de verdrietige stilte overstemmen.
