We woonden twee jaar in Rusland toen het tijd werd dat onze oudste zoon Tom naar de kleuterschool ging. We hadden geluk, want vlak bij onze datsja (buitenhuis, red.), midden in het bos, stond een leuke school waar we naartoe konden lopen over een zandpad. Het was in onze ogen een wat verveloos houten gebouw met weinig speelgoed, maar de leidsters waren allemaal even aardig.
Er heerste naar Nederlandse begrippen een strikt regime: op vaste tijden eten, spelen, naar buiten en slapen. Als je wilde kon je peuter ook blijven overnachten, wat we natuurlijk nooit deden. Een kokkin zorgde voor drie maaltijden per dag. Als ontbijt waren er steevast blini’s met kaviaar. Er werd veel aan dansen, toneel en muziek gedaan en Tom had het er naar zijn zijn.
Het waren de tijden van Glasnost en Perestrojka. Gorbachev was aan de macht en langzamerhand verdwenen de gewoontes uit de communistische tijd. Maar het schooltje had niet het budget om meteen alle boeken te vernieuwen en zo waren de eerste woorden die Tom leerde lezen en schrijven: ‘Lenin zhil, Lenin zhiv, Lenin budet zhit’. OftewelL ‘Lenin leefde, Lenin leeft en Lenin zal leven.’ Tom dacht waarschijnlijk dat Lenin een soort van superman was.
Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, declameerden alle jongens lange gedichten voor hun moeder. Tom beloofde daarin dat hij later, als hij groot was, een boot naar mij zou noemen. Met een speciaal daarvoor aangeschafte videorecorder filmde ik al deze optredens voor opa en oma in Nederland.
Op 23 februari wordt in Rusland de dag ‘van de verdedigers van het vaderland’ gevierd. Een soort van soldatendag. Tom kreeg op de kleuterschool een heus legeruniformpje met pet aangemeten en moest met de andere jongetjes marcheren, al zingend: ‘Als ik groot ben ga ik in het leger en het moederland verdedigen.’ De meisjes gaven de jongens met een knikje bloemen. Tom vond dat marcheren prachtig en probeerde tevergeefs zijn jongere broertjes het te leren rond de keukentafel.
De tijden veranderden, er kwamen Duplo en Barbies op school en zonen Pjotr en Berend leerden niets over Lenin en hoefden ook niet te marcheren.
Ik moest aan dit alles denken toen ik van de week beelden zag van kleuters uit Siberië die uit volle borst zongen dat ze later hun leven zouden geven voor de grote leider Poetin. Op hun truien hadden ze allemaal een grote Z gespeld gekregen: het Russische hakenkruis.
Een andere kleuterschool vervaardigde uit kartonnen dozen tanks waarmee de kinderen oorlogje kunnen spelen. Ieder schoolhoofd moet nu doorgeven welke van de leraren in Oekraïne geboren zijn. Een leraar die zich kritisch uitlaat over oorlog, kan meteen ontslagen worden.
Zielig was ook het filmpje van een klein jongetje in de metro. Zijn rugzakje had toevallig de kleuren geel en blauw, net als de Oekraïense vlag. Hij werd daarom uitgescholden door een volwassen man.
Ik verbaas me vooral over de snelheid waarmee dit alles gebeurt. Dat Rusland in zo’n korte tijd zó kan veranderen. Ik hoop dan maar dat het ook zo weer de goede kant op kan gaan. Tussen Tom en Pjotr zit maar 3 jaar, en hun kleuterschooltijd was volstrekt anders.
